Kerkorgel: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Theoloogje (overleg | bijdragen)
Theoloogje (overleg | bijdragen)
Regel 2:
 
==Gebruik==
KerkorgelsIn grote delen van de kerkgeschiedenis was instrumentale muziek tijdens de kerkdienst verboden. De instrumenten waren namelijk een te pijnlijke herinnering aan de vervolging van christenen in het Romeinse circus, waar het geluid van een trompet of orgel te horen was. Aan het eind van de achtste eeuw, vond het orgel langzaam zijn weg naar de kerken. Ze werden oorspronkelijk niet gebruikt als begeleidingsinstrument, maar om op geëigende plekken in de [[liturgie]] muziekstukken te laten horen. Met name in de [[16e eeuw|zestiende]]- en [[17e eeuw|zeventiende-eeuwse]] Nederlanden werd het kerkorgel zelfs überhaupt niet gebruikt tijdens kerkdiensten of Heilige Missen, maar alleen voor concerten, en ter opluistering van seculiere evenementen. De reformatoren [[Huldrych Zwingli]] en [[Johannes Calvijn]] waren bepaald niet enthousiast over het orgelspel tijdens de dienst. In Genève werd het orgel in 1536 zelfs uit de kerk gesloopt. In Nederland wilde de Nationale [[Synode]] van 1578 te [[Dordrecht]] dat de orgels uit de kerken zouden worden gesloopt. [[Gisbertus Voetius]] was een groot tegenstander van het orgel, hij vond dat het tot de joodse en roomse gebruiken behoorde.
 
Dat veel orgels niet gesloopt werden, wordt verklaard doordat het orgel in de belangrijkste kerk(en) vaak het eigendom was van het stadsbestuur, en de organist in dienst was van de wereldlijke overheid. Toch werd de voornaamste taak van het kerkorgel het begeleiden van de volkszang, allereerst in de protestantse kerken later ook in de meeste [[rooms-katholieke kerk|rooms-katholieke kerken]]. Hoofddoel werd het begeleiden van menselijke stemmen (een [[koor (zang)|koor]] of solist) en het kerkorgel werd dan ook voor deze taak uitgerust.