Aardolieraffinage: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 10:
Hoewel destillatieprocessen al enige tijd in gebruik waren in onder meer de farmaceutische industrie en bij de verwerking van [[steenkoolteer]], was met de destillatie van ruwe aardolie nog nauwelijks ervaring opgedaan. Ruwe aardolie bestaat immers uit een mengsel van [[koolwaterstof]]fen met oplopend molecuulgewicht. De oervorm van de aardolieraffinaderij kwam tot stand door de Amerikaan [[Samuel Kier]] in 1855. Het was niet meer dan een vat waarvan de inhoud op dezelfde wijze werd gedestilleerd als gebruikelijk in de alcoholindustrie. Het betrof een [[batchproces]] waarbij met het energetisch rendement nauwelijks rekening werd gehouden. Doel was de winning van [[kerosine]], dat onder meer als lampolie ([[petroleum]]) werd ingezet. De lichtere fracties, voornamelijk [[benzine]], werden als schadelijk en gevaarlijk ervaren. Het [[residu (scheikunde)|residu]] werd niet verder gefractioneerd, maar gewoonlijk verkocht als brandstof ([[gasolie]]).
Terwijl
In 1871 werd in [[Galicië (Spanje)|Galicië]] voor het eerst een systeem toegepast waarbij twee vaten bovenop elkaar werden gebruikt: In het onderste vat werd het residu opnieuw gedestilleerd, waarbij de zwaarste fracties ([[bitumen]]) werden afgescheiden en verwijderd. Hierbij werd, door Perutz, tevens een stap gezet in de richting van een [[continu proces]]. Slechts ééns in de vier dagen moest het proces worden stopgezet om de bitumen uit het onderste vat te verwijderen.
|