Verdrag van Versailles (1919): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 15:
== De ondertekening ==
[[Bestand:William Orpen - The Signing of Peace in the Hall of Mirrors.jpg|thumb|''The Signing of Peace in the Hall of Mirrors, Versailles'' door [[William Orpen]] (1919, [[Imperial War Museum]]).]]
Het Verdrag van [[Versailles]] werd op [[28 juni]] 1919 ondertekend, precies vijf jaar na de [[moord op Frans Ferdinand van Oostenrijk]], na afsluiting van een op [[18 januari]] [[1919]] te Parijs begonnen geallieerde vredesconferentie. Dit gebeurde in de [[spiegelzaal]] van het [[kasteel van Versailles]] door vertegenwoordigers van het Duitse Rijk ([[Johannes Bell]], 1868-1949 en [[Hermann Müller]], 1876-1931, beiden minister in het zojuist aangetreden [[kabinet-Bauer]]<ref>Het voorgaande [[kabinet-Scheidemann]] was over de verdragstekst gevallen.</ref> enerzijds en door 2926 [[Geallieerden (Eerste Wereldoorlog)|geallieerde]] en geassocieerde regeringen anderzijds. De inwerkingtreding was op [[10 januari]] [[1920]]. Het verdrag werd echter niet door de [[Verenigde Staten]], het [[Koninkrijk Hidjaz]] (thans bij [[Saoedi-Arabië]]) en [[Ecuador]] geratificeerd, zodat de formele beëindiging van de oorlogstoestand eerst door het Vredesverdrag van Berlijn tussen de Verenigde Staten en het Duitse Rijk van 25 augustus 1921, het Duits-Saoedische vriendschapsverdrag van 26 april 1929 en het opnieuw aanknopen van de diplomatieke betrekkingen met Ecuador door middel van protocollen en notawisseling (1921-24) plaatsvond. Het in het Verdrag van Versailles als verdragspartner genoemde [[China]] had het verdrag niet ondertekend en door een apart verdrag van 20 mei 1921 de oorlogstoestand beëindigd. [[Costa Rica]] nam aan de onderhandelingen niet deel en beëindigde de oorlogstoestand bij decreet van 4 februari 1920. Ook [[Bolsjewistisch Rusland|Rusland]] ondertekende het verdrag niet.{{Bron?|Hoe eindigde dit?|2018|04|25}}
 
De teksten van het Verdrag van Versailles werden tijdens genoemde geallieerde voorbesprekingen als compromis tussen de regeringsleiders van [[Derde Franse Republiek|Frankrijk]], [[Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Ierland|Engeland]] en de Verenigde Staten, respectievelijk [[Georges Clemenceau|Clemenceau]], [[David Lloyd George|Lloyd George]] en [[Woodrow Wilson|Wilson]] (deze laatste had erop aangedrongen dat de geallieerde regeringsleiders persoonlijk aan de onderhandelingen deelnamen) zonder inbreng van Duitse vertegenwoordigers uitgewerkt en op [[7 mei]] 1919 aan de Duitse regering voorgelegd. Duitse schriftelijke tegenvoorstellen die daarop volgden, werden door de geallieerden nagenoeg volledig afgewezen en op [[16 juni]] 1919 beantwoord met een ultimatum om het verdrag binnen vijf dagen te accepteren. Met het oog op het geallieerde dreigement, [[Weimarrepubliek|Duitsland]] geheel te bezetten en in de hoop op de mogelijkheid tot een spoedige revisie, veranderde de meerderheid van de Nationale Vergadering van de Weimarrepubliek haar aanvankelijk afwijzende houding en stemde na terugtreden van het kabinet-Scheidemann met een meerderheid van 99 afgevaardigden op [[22 juni]] [[1919]] in met de ondertekening van het verdrag. Het "'''Dictaat van Versailles'''" werd in Duitsland als een zware vernedering beschouwd. De bekende Britse [[econoom]] [[John Maynard Keynes]], die als topambtenaar de vredesbesprekingen had bijgewoond, waarschuwde indertijd in een boek voor de zijns inziens desastreuze gevolgen van dit vredesverdrag.<ref>{{Citeer boek | achternaam = Keynes | voornaam = John Maynard | datum = 1920 | titel = The Economic Consequences of the Peace | uitgever = Harcourt, Brace and Howe | plaats = New York | URL = http://www.gutenberg.org/files/15776/15776-h/15776-h.htm}}</ref>
Regel 98:
Het op een conferentie te Den Haag in januari 1930 aangenomen "[[Young-plan]]" (naar de Amerikaanse industrieel [[Owen D. Young]], 1874-1962) moest een definitieve regeling worden, maar ook dit plan bleek ten gevolge van de internationale economische crisis die inmiddels was uitgebroken, reeds halverwege 1931 niet realiseerbaar. Vervolgens werd het Duitse Rijk in het "[[Hoover-plan]]" (naar de Amerikaanse president [[Herbert Clark Hoover]], 1874-1964) een uitstel van betaling gegarandeerd van 1 juli 1931 tot 30 juni 1932. Een commissie van deskundigen publiceerde op 18 augustus 1931 te Bazel het zogenaamde Layton-rapport, dat de Duitse herstelbetalingen als een der oorzaken van de Duitse economische crisis aanwees.
 
Een volgende conferentie over de herstelbetalingen vond plaats op 9 juli 1932 [[conferentie van Lausanne (1932)|te Lausanne]]. Het Verdrag van Lausanne hief het Young-plan weliswaar niet officieel, maar wel feitelijk op. [[Duitsland]] verplichtte zich, bij een in 1930 gestichte overkoepelende internationale bank ("Bank for International Settlements") obligaties ter waarde van 3,5 miljard RM onder te brengen, die na 3 jaar (1935) binnen 15 jaar (tot 1950) in omloop gebracht mochten worden. Door de machtsovername van de nationaalsocialisten, die het Verdrag van Versailles stukje bij beetje buiten werking stelden, werd deze regeling al spoedig tot een farce, terwijl ook de aflossing van leningen, die in verband met de herstelbetalingen waren afgesloten, op een laag pitje kwam te staan. Deze verplichting (tot aflossing van de leningen en betaling van rente) kwam uiteindelijk na de Tweede Wereldoorlog terecht bij de achtereenvolgende regeringen van de Bondsrepubliek. Maar dat is een financieel-technische kwestie die los staat van de herstelbetalingen van het Verdrag van Versailles, dat door [[nazi-Duitsland]] dus niet meer werd nageleefd.
 
Op 3 oktober 2010 werden de laatste schulden door de Duitsers afgelost.