Slag bij Waterloo: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k legde ... legde
Mohawkmarcje (overleg | bijdragen)
Verwijderen/corrigeren van foutieve/overbodige informatie en details.
Regel 18:
[[Bestand:Waterloo campaign map.png|thumb|Kaart van de campagne]]
 
De '''Slag bij Waterloo''' was een [[veldslag]] bij [[Waterloo (België)|Waterloo]], een plaatsje destijds gelegen in de [[Zuidelijke Nederlanden]], tegenwoordig in [[België (hoofdbetekenis)|België]]. [[Napoleon Bonaparte]] werd hier op [[18 juni]] [[1815]] definitief verslagen door een coalitie van enerzijds [[Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Ierland|Britse]], [[Verenigd Koninkrijk der NederlandenHannover|NederlandseHannoverse]] en, [[Verenigd Koninkrijk Hannoverder Nederlanden|HannoverseNederlandse]] diverse Duitse eenheden onder opperbevel van de [[Arthur Wellesley|hertog van Wellington]] en anderzijds een [[Koninkrijk Pruisen|Pruisisch]] leger onder commando van maarschalk [[Gebhard Leberecht von Blücher]]. De 19e-eeuwse Britse historicus [[Edward Creasy]] rekende de Slag bij Waterloo onder de vijftien meest beslissende veldslagen in de wereldgeschiedenis.
 
Na in 1814 verbannen te zijn naar [[Elba]], keerde Napoleon in maart 1815 naar Frankrijk terug. Hij installeerde zich daar opnieuw als [[eerste Franse Keizerrijk|keizer van Frankrijk]]. ZijnDe oudeandere vijandenEuropese konden dat niet aanvaarden enmogendheden vormden de [[Zevende Coalitie]], ommet hemals doel Napoleon weerdefinitief te verjagenverslaan. EngelandHet [[Verenigd Koninkrijk der Nederlanden]] mobiliseerde op 25 maart 1815 het leger; Groot-Brittannië en Pruisen trokken grote legers samen in de zuidelijke Nederlanden, omterwijl FrankrijkOostenrijkse en Russische legers onderweg waren. Gezamenlijk zouden deze op 1 juli 1815 Frankrijk binnen te vallen (vanuit Spanje zou ook een offensief plaats hebben). Napoleon besloot ze voor te zijn en trok op 14 juni de grens van het [[Verenigd Koninkrijk der Nederlanden]] over bij [[Charleroi]]. Hij hoopte de legers van Wellington en Blücher uiteen te drijven om ze apart te kunnen vernietigen maar dat mislukte grotendeels. Zijn linkervleugel werd op 16 juni door de Nederlanders opgehouden in de [[Slag bij Quatre-Bras]]. Hij bracht de Pruisen dezelfde dag met zijn rechtervleugel een nederlaag toe in de [[Slag bij Ligny]] maar die trokken zich naar het noorden terug om Wellington te blijven bijstaan. Napoleon achtervolgde het EngelsBrits-Nederlandse leger op 17 juni met zijn hoofdmacht en liet de Pruisen volgen door maarschalk [[Emmanuel de Grouchy]]. Wellington nam een verdedigende positie in op een heuvelrug ten zuiden van Waterloo in de hoop dat de Pruisen hem op tijd te hulp zouden schieten.
 
Na vertraagd te zijn door hevige regenval liet Napoleon op 18 juni tegen het middaguur de aanval openen. Een grote massa Franse infanterie viel de geallieerde linkervleugel aan en dreigde door te breken. Een flankaanval van Britse zware cavalerie dreef ze echter op de vlucht. Op dat moment arriveerden uit het oosten de eerste Pruisen, die Grouchy ontglipt waren. Grouchy kon zich niet meer op tijd bij de [[Grande Armée|Franse hoofdmacht]] voegen die daardoor zwaar in de minderheid raakte. Napoleon liet zijn voornaamste infanteriereserve tegen de Pruisen opstellen., Deom Fransetijd cavaleriete moesthebben alsnogom de BrittenGeallieerde troepen verslaan. DieOndanks steldenherhaalde zichaanvallen echtervan opmet inname verdedigendede vierkantenFranse encavalerie bezweken deze uiteindelijk niet onder de herhaalde charges. Napoleon beval zijn laatste reserves van de keizerlijke garde op te rukken in een wanhopige poging het tij te keren maar die werden verslagenteruggeslagen door onder meer Nederlandse reserves. DeTegelijkertijd bezweek de Franse rechterflank bezweek onder de groeiende Pruisische overmacht en het Franse leger sloeg op de vlucht.
 
Napoleon werd in Parijs gedwongen afstand te doen van de troon. De Britten verbanden hem naar [[Sint-Helena (eiland)|Sint-Helena]].
Regel 28:
== Het voorspel ==
{{Zie hoofdartikel|Honderd Dagen (1815)}}
In [[1814]] was Napoleon Bonaparte na een reeks nederlagen, waaronder de [[Slag bij Leipzig]] gevolgd door een aantal nederlagen in Frankrijk, naar het eiland [[Elba]] verbannen. Daar volgde hij met interesse de [[Congres van Wenen|politieke strijd]] die in [[Wenen]] over de [[Geschiedenis van Europa#napoloor|landverdeling in Europa]] was losgebarsten en de groeiende ontevredenheid onder de Franse bevolking over het herstel van het koninkrijk. Hij begreep dat voor hem nog niet alles verloren was. Op 13 februari hoorde hij dat [[Joseph Fouché]] een staatsgreep wilde plegen en besloot hem voor te zijn. Op [[26 februari]] 1815 ontsnapte hij van het eiland, en op [[1 maart]] arriveerde hij met een legertje van 800 man in het [[Frankrijk (hoofdbetekenis)|Franse]] havenstadje [[Golfe-Juan]]. Snel trok hij met zijn persoonlijke garde op naar het noorden, richting [[Parijs (hoofdbetekenis)|Parijs]]. Maarschalk [[Michel Ney]], commandant van het Franse leger en voormalig maarschalk onder Napoleon, werd opgeroepen om de keizerNapoleon tegen te houden, maar liep met zijn gehele leger over naar zijn voormalige leider. Op [[20 maart]] zetelde dieNapoleon weer in zijn keizerlijk paleis en was [[Lodewijk XVIII]] gevlucht naar [[Gent]].
 
Na de verbanning van Napoleon naar het eiland Elba hadden de geallieerden hun legers uit Frankrijk teruggetrokken. In de zuidelijke Nederlanden waren nog vijftien bataljons Britse grenstroepenbataljons aanwezig. Napoleon bood de andere Europese grote mogendheden vrede aan in ruil voor een berusten in zijn heerschappij over Frankrijk maar die hadden geen enkel vertrouwen in zulke beloften. Ontzet over zijn onverwachts machtsherstel besloot men zich voorgoed van hem te ontdoen. Op het [[Weense Congres]] werd Napoleon op 13 maart 1815 [[vogelvrij]] verklaard. Engeland, Pruisen, Oostenrijk en Rusland zegden ieder 50.000 man toe om hem weer te verdrijven. Men begon in feite veel grotere legers samen te trekken. Oostenrijk viel Italië binnen en versloeg [[Joachim Murat]], tegelijkertijd een leger van een kwart miljoen man in Zuid-Duitsland opbouwend. Rusland zond een expeditieleger uit van 168.000 man. Het zou echter enkele maanden duren voordat zulke grote legers gemobiliseerd konden worden en van Oostenrijk en Rusland viel voor juli geen bijdrage in de strijd op Frans grondgebied te verwachten. Onder het opperbevel van Wellington, die voor het Verenigd Koninkrijk de onderhandelingen had gevoerd op het Congres van Wenen en op 5 april in Brussel aankwam, werden Britse, Nederlandse, Hannoverse, Brunswijkse en NassauerNassause troepen geconcentreerd in het zuiden van het op 16 maart 1815 uitgeroepen [[Verenigd Koninkrijk der Nederlanden]] dat het huidige Nederland, België en Luxemburg omvatte. Tegelijkertijd werden vier Pruisische legerkorpsen, het Leger van de Nederrijn vormend, van 30 maart af opgebouwd bij [[Luik (stad)|Luik]], [[Hoei|Huy]], [[Namen (stad)|Namen]] en [[Charleroi]]. Een Nederlands voorstel om Frankrijk preventief binnen te vallen werd afgewezen. Op 5 mei kwamen Wellington en Von Blücher tijdens een bijeenkomst te [[Tienen]] overeen operationeel samen te werken. maar hun troepen zo op te stellen dat Napoleon eerder zou denken dat de Pruisen op de Russen zouden blijven wachten.
[[Bestand:Ligny-Karte.png|left|thumb|De slagen bij Quatre-Bras en Ligny]]
Napoleon besloot, ondanks een groot gebrek aan paarden en geld, niet passief af te wachten tot Frankrijk zou worden aangevallen door een overmacht aan geallieerde troepen. Hij wilde zo snel mogelijk, eer de andere staten in Europa klaar waren om Frankrijk binnen te vallen, zelf tot het offensief overgaan. Hij mobiliseerde in twee maanden tijd een leger van 250.000 manschappen<ref name="mason">{{Aut|A. Mason}}, ''Waterloo & Beyond'', Chalfont St. Peter, 2015. {{ISBN|978-1-78477-001-3}}</ref> en trok met 123.000<ref name="mason" /> daarvan naar de Frans-Nederlandse grens. De rest van Frankrijk was daardoor zo goed als onbeschermd, diemaar toenhij overigenshoopte dat door een stukaantal noordelijkersnelle lagoverwinningen dande Europese mogendheden snel tot onderhandelingen zou willen overgaan. Daarbij verwachtte hij dat, sinds hij nog steeds getrouwd was met de huidigeOostenrijkse BelgischMarie-FranseLouise, grensOostenrijk in ieder geval tot onderhandelingen bereid zou zijn, of zich -zoals in 1813,- neutraal zou willen verklaren. Op 14 juni stak hij diede grens onverwachts over bij Charleroi. Hij had dit punt gekozen omdat het tussen het Pruisische leger in het oosten en het Brits-Nederlandse leger onder de Hertog van Wellington in het westen lag. Hij hoopte door een snelle opmars te kunnen verhinderen dat die zich verenigden en een strijdmacht vormden die groter was dan de zijne. Zo had hij een kans ze ieder afzonderlijk te verslaan.
 
De opzet van Napoleon lukte maar zeer onvolkomen. Hij zou niet de ruimte krijgen om zijn volledige strijdmacht tegen een van de vijandelijke legers te ontplooien. Dat kwam vooral doordat zijn hoop niet uitkwam dat Wellington onmiddellijk naar Antwerpen zou terugtrekken en de Pruisen naar Luik. In dat geval had Napoleon zijn aandacht vooral op het Britse leger willen richten om dat te vernietigen, voordat het zich in een haven kon verschansen. Von Blücher besloot echter ten westen van Namen met drie legerkorpsen slag te leveren na een toezegging van Wellington hem bij te staan, tijdens een ontmoeting te Bussy op 16 juni. Napoleon viel eerst de Pruisen op zijn rechterflank aan, maar was gedwongen een grote eenheid zijn linkerflank te laten dekken. Aan de Slag bij Waterloo gingen hierdoor op 16 juni twee andere veldslagen vooraf.: Dede hoofdmacht van Napoleon stuitte op het Pruisische leger van Blücher, dat in de [[Slag bij Ligny]] tot de terugtocht gedwongen werd. Blüchers stafchef [[August Neidhardt von Gneisenau]] hield echter zijn leger intact en liet het naar het noorden terugvallen zodat het steun kon blijven leveren aan het Engels-Nederlandse leger en zich verenigen met Pruisische versterkingen. Op dezelfde dag besloten de divisiecommandanten van [[Willem II der Nederlanden|prins Willem]], zelf commandant van de Engels-Nederlandse voorhoede, eigenmachtig om niet terug te vallen naar [[Nijvel]] zoals Wellington hen bevolen had maar het knooppunt van [[Quatre Bras (Genepiën)|Quatre-Bras]] te blijven bezetten om de Fransen zo min mogelijk ruimte te bieden. Daardooren kwamende Willemsdirecte Anglo-Nederlandseweg troepennaar inBrussel bezet te houden. In de [[Slag bij Quatre-Bras]] eerstwerden tegenoverde eenNederlandse grotetroepen aangevallen door een Franse overmacht onder maarschalk Ney te staan. Ney, die pas op 15 mei het bevel over de Franse linkervleugel gekregen had, rukte echter te omzichtig op, en tegen de tijd dat hij zijn aanval wilde doorzetten had Wellington, die op de 15e te Brussel nog erg verrast was door Napoleons snelle opmars, de tijd gekregen Willemde Nederlanders en Nassauers te versterken met delen van de hoofdmacht van zijn leger tot in totaal zo'n 36&nbsp;.000 man. Ney liep hierdoor vast en kon Napoleon niet bijstaan in het volledig vernietigen van het Pruisische leger. Toen Wellington echter het bericht kreeg dat de Pruisen verslagen waren, besloot hij in noordelijke richting een beter verdedigbare positie op te zoeken bij Waterloo, zich meteen met de rest van zijn hoofdmacht verenigend.
 
De opzet van Napoleon mislukte: hij had gehoopt dat Wellington onmiddellijk naar Antwerpen zou terugtrekken en de Pruisen naar Luik. In dat geval had Napoleon zijn aandacht vooral op het Britse leger willen richten om dat te vernietigen, voordat het zich in een haven kon verschansen. De Pruisen trokken echter naar het noorden terug; tegelijkertijd liet Wellington zijn troepen in noordelijke richting marcheren richting Waterloo, om zich met zijn hoofdmacht te verenigen en een positie in te nemen die veel beter verdedigbaar was.
 
=== Wellington en Blücher ===
[[Bestand:Lord Arthur Wellesley the Duke of Wellington.jpg|thumb|De Hertog van Wellington in 1814]]
Napoleon besloot nu alsnog het zwaartepunt naar zijn linkerflank te verleggen en Wellington aan te vallen. Opnieuw moest hij een grote dekkingsmacht apart houden, dit keer tegen de Pruisen. Hij beval maarschalk [[Emmanuel de Grouchy]] het terugtrekkende Pruisische leger te achtervolgen met een legermacht van 35&nbsp;.000 man, het Franse 3e en 4e Korps. Daarbij nam hij echter aan dat de Pruisen zich in noordoostelijke richting terugtrokken, richting Luik. De Grouchy begon zich daardoor in feite om de oostelijke flank van het Pruisische leger te bewegen. De Fransen konden zo niet meer voorkomen dat von Blücher zijn leger hergroepeerde, westelijk richting Wellington trok en uiteindelijk de geallieerde legers verenigde. De Fransen daarentegen raakten zelf gescheiden: de Grouchy zou niet meer op tijd Napoleon kunnen bereiken, ook omdat zijn opmars erg traag was: op 17 juni legde hij slechts zestien kilometer af en bereikte [[Gembloers]].
[[Bestand:Peter Edward Stroehling - Porträt Gebhard Leberecht von Blücher.jpg|left|thumb|Von Blücher]]
Door de Pruisische nederlaag bij Ligny was Wellingtons positie bij Quatre-Bras onhoudbaar geworden. Op zaterdag [[17 juni]], een dag waarop het vrijwel voortdurend regende, liet hij het geallieerde leger zich terugtrekken en verzamelen achter een natuurlijke glooiing, het plateau van [[Mont-Saint-Jean (België)|Mont-Saint-Jean]] ten zuiden van Waterloo. Wellington waren al in de campagne van 1814 de voordelen die deze positie de verdediging bood opgevallen en hij had in 1815 een kaart van het terrein laten vervaardigen. Hij vestigde zijn hoofdkwartier in Waterloo, de reden dat men later van de "Slag bij Waterloo" zou spreken. Wellington vernam in de avond van 17 juni per brief dat vonVon Blücher zich richting [[Waver (België)|Waver]] had teruggetrokken en op 18 juni de rechterflank van het Franse leger met zijn hele strijdmacht zou aanvallen. Het was dus zaak om de Franse aanval zo lang mogelijk te weerstaan, totdat de Pruisen zich bij hem zouden voegen. Wellington meende dat zonder Pruisische hulp een succesvolle verdediging onwaarschijnlijk was. Hij had weinig vertrouwen in dehet Nederlandse leger, dat bestond uit [[dienstplicht]]igen uiten deveteranen Nederlandendie tot voor kort nog in het Franse leger hadden gediend; en zijn eigen Britse troepen bestonden, met uitzondering van het ''King's German Legion'' en de Brunswijkers, voor een groot deel niet uit de veteranen van zijn befaamde Spaanse campagnes — die waren tegen de VS uitgestuurd in het kader van de [[Oorlog van 1812]] of afgedankt — maar uit recent geformeerde eenheden uit Engeland. Van de dertig Britse infanteriebataljons hadden er twaalf weinig tot geen gevechtservaring en de overige waren op sterkte gebracht door het rekruteren van militietroepen. De veteranen van zijn befaamde campagnes in Spanje en Portugal waren tegen de VS uitgestuurd in het kader van de [[Oorlog van 1812]] of afgedankt. Bij elkaar was het volgens hem "welbeschouwd maar een roemloos leger". Wellington stelde zijn leger op langs de weg van [[Eigenbrakel]] naar [[Ohain (België)|Ohain]] en wachtte daar de vijand op. Daarbij maakte hij zijn rechterflank het sterkst en wees er de meeste van zijn 156 stuks geschut aan toe, wellicht uit vrees dat Napoleon zijn mogelijke ontsnappingsroutes naar de kust zou afsnijden. Met datzelfde motief plaatste hij nog westelijker een sterke reserve van 17&nbsp;.000 man bij [[Halle (Vlaams-Brabant)|Halle]], voornamelijk bestaande uit Nederlandse troepen. Zijn leger bij Mont-Saint-Jean bestond uit ongeveer 25&nbsp;.000 Britten, 6&nbsp;.000 man van het koninklijkeKoninklijke Duitse legioen van [[George III van Engeland]]Legioen, 17&nbsp;.000 man uit het [[Verenigd Koninkrijk der Nederlanden]] (waaronder een vierduizend "Belgen"), 11&nbsp;.000 man uit Hannover, 6&nbsp;.000 man uit [[Hertogdom Brunswijk|Brunswijk]] en 3&nbsp;.000 man uit het [[Hertogdom Nassau]]. NapoleonHet opleger zijnstond beurtopgesteld waslangs volde vertrouwenstraatweg datvan hijNivelles Wellingtonnaar konOhain, verslaan.die Nietkruiste alleen had hij ook zondermet de Grouchyweg eennaar lichtBrussel. numeriekIn overwicht van 73&nbsp;000 man maar zijn troepen hadden gemiddeld veel meerhet ervaringfront en zijn veteranen waren uiterst gemotiveerd: doorop de terugkeerflanken van dedeze keizerlijn haddenwaren zevier hunvooruitgeschoven oudeversterkte bevoorrechteposities, positiete inweten de(van samenlevingoost herwonnennaar enwest) bijPapelotte, eenLa nederlaagHaye dreigdeSainte, hunHougoumont maatschappelijkeen ondergang.Eigenbrakel; Napoleondeze hadposities kortmoesten naeen zijnFranse aantredenaanval inverstoren 1815en weinigeen nieuweomtrekkende dienstplichtige rekruten opgeroepen, bang om zich meteen impopulair te maken bij de Fransebeweging bevolkingvoorkomen.
 
Napoleon op zijn beurt was vol vertrouwen dat hij Wellington kon verslaan, ook zonder de Grouchy een licht numeriek overwicht van 73.000 man. Maar zijn troepen bestonden grotendeels uit inderhaast opgeroepen dienstplichtigen; zowel in zijn linietroepen als in zijn Keizerlijke Garde waren sinds de Russische Veldtocht vrijwel geen geharde veteranen te vinden. Het was hem wel gelukt om in korte tijd voldoende paarden te vinden, maar uiteindelijk was zijn leger allesbehalve hetzelfde als waar hij in voorgaande jaren het bevel over had gevoerd.
Op 17 juni trok Napoleon eerst heel omzichtig naar het westen, na uitgebreid het slagveld van Ligny nog eens bezichtigd te hebben. Hij wist niet precies wat Wellingtons positie was doordat Ney geen gevechtscontact gehouden had met het geallieerde leger. Toen tot zijn teleurstelling rond 13:00 bleek dat Quatre-Bras helemaal door de Britten ontruimd was, gaf hij zijn cavalerie de opdracht de lange terugtrekkende colonne van de vijandelijke strijdmacht, die zich over de brug bij [[Genepiën]] (''Genappe'') heen moest persen, in de oostelijke flank aan te vallen. De Britse cavalerie dekte echter effectief de aftocht. In de middag barstte rond 15:00 een hevig onweer los dat de opmars van het Franse leger vertraagde. Het was op de 15e en 16e erg warm weer geweest en nu werd de hete lucht verdreven door een [[koudefront]]. Daarbij vormde zich vermoedelijk een [[supercel]]. De rest van de dag werden de troepen gegeseld door zware stortbuien en [[valwind]]en.
 
Op 17 juni trok Napoleon eerst heel omzichtig naar het westen, na uitgebreid het slagveld van Ligny nog eens bezichtigd te hebben. Hij wist niet precies wat Wellingtons positie was doordat Ney geen gevechtscontact gehouden had met het geallieerde leger. Toen tot zijn teleurstelling rond 13:00 bleek dat Quatre-Bras helemaal door de Britten ontruimd was, gaf hij zijn cavalerie de opdracht de lange terugtrekkende colonne van de vijandelijke strijdmacht, die zich over de brug bij [[Genepiën]] (''Genappe'') heen moest persen, in de oostelijke flank aan te vallen. De Britse cavalerie dekte echter effectief de aftocht. In de middag barstte rond 15:00 een hevig onweer los dat de opmars van het Franse leger vertraagde. Het was op de 15e en 16e erg warm weer geweest en nu werd de hete lucht verdreven door een [[koudefront]]. Daarbij vormde zich vermoedelijk een [[supercel]]. De rest van de dag werden de troepen gegeseld door zware stortbuien en [[valwind]]en.
In de late avond stuitte de Franse voorhoede op de Britse posities bij Mont-Saint-Jean en het kwam tot een schermutseling. Napoleon, die aannam dat het om een klein achterhoedegevecht ging om de terugtocht te dekken, beval in het duister wat kanonnen af te vuren teneinde een beeld te krijgen van de vijandelijke sterkte. Tot zijn verbazing ontvlamde over de hele horizon geallieerd afweervuur: hij stond tegenover een vijf kilometer breed slagfront. De keizer, die geen detailkaarten had van het gebied, kon dat niet anders verklaren dan als een noodgreep van Wellington waarvan de troepen kennelijk onder de voet dreigden te worden gelopen. Hij wilde dit in eerste instantie uitbuiten door de geallieerden in een nachtaanval te overrompelen maar zijn stafofficieren stonden erop dat zijn eigen doorweekte troepen zouden rusten en gevoed worden. Met grote tegenzin gaf Napoleon hieraan toe, vrezend dat Wellington in de nacht weg zou glippen. "Als dat leger er morgenochtend nog is, dan heb ik ze!" stelde hij, verwachtend de geallieerden tegen het, voor een opmars in breed front ondoordringbare geachte, [[Zoniënwoud]] te verpletteren. Overigens leidde het vuurcontact ertoe dat er paniek uitbrak in de geallieerde legertros waarvan delen naar Brussel vluchtten, waaronder alle (Nederlandse) batterijen twaalfponders waarover Wellington beschikte.
 
In de late avond stuitte de Franse voorhoede op de Britse posities bij Mont-Saint-Jean en het kwam tot een schermutseling. Napoleon, die aannam dat het om een klein achterhoedegevecht ging om de terugtocht te dekken, beval in het duister wat kanonnen af te vuren teneinde een beeld te krijgen van de vijandelijke sterkte. Tot zijn verbazing ontvlamde over de hele horizon geallieerd afweervuur: hij stond tegenover een vijf kilometer breed slagfront. De keizer, die geen detailkaarten had van het gebied, kon dat niet anders verklaren dan als een noodgreep van Wellington waarvan de troepen kennelijk onder de voet dreigden te worden gelopen. Hij wilde dit in eerste instantie uitbuiten door de geallieerden in een nachtaanval te overrompelen maar zijn stafofficieren stonden erop dat zijn eigen doorweekte troepen zouden rusten en gevoed worden. Met grote tegenzin gaf Napoleon hieraan toe, vrezend dat Wellington in de nacht weg zou glippen. "AlsHij dat leger er morgenochtend nog is, dan heb ik ze!" stelde hij, verwachtendverwachtte de geallieerden tegen het, voor een opmars in breed front ondoordringbare geachte, [[Zoniënwoud]] te verpletteren. Overigens leidde het vuurcontact ertoe dat er paniek uitbrak in de geallieerde legertros waarvan delen naar Brussel vluchtten, waaronder alle (Nederlandse) batterijen twaalfponders waarover Wellington beschikte.
Napoleon zette zijn hoofdkwartier op in de boerderij ''Le Caillou'' in het gehucht ''Les Flamandes'', een mijl ten zuiden van de herberg ''La Belle Alliance''. Om 02:00 bereikte hem daar een bericht van de Grouchy die door middel van verkenningen een beeld had proberen te vormen van de Pruisische bewegingen. Een grote massa soldaten trok wanordelijk richting Luik en de Grouchy nam aan dat het von Blüchers verslagen hoofdmacht betrof. In feite ging het om achtduizend Rijnlanders die na Ligny gedeserteerd waren. In de omgeving van Waver deed zich een opbouw van Pruisische troepen voor. Volgens de Grouchy moest het hier om het nog niet ingezette korps gaan dat kennelijk van plan was de keizer uit het oosten aan te vallen, wellicht ten noorden van Brussel. Hij kondigde aan naar het noorden af te buigen om dit korps bij Waver te onderscheppen. Napoleon werd hierdoor gerustgesteld: het Pruisische leger was verdeeld en met het restant dat nog gevaar zou kunnen opleveren zou de Grouchy afrekenen. Hij keurde de opmars naar Waver goed: de Grouchy moest zich zo weer naar de Franse hoofdmacht toe bewegen, er zich wel van verzekerend dat Pruisen en Britten zich niet konden verenigen.
 
Napoleon zette zijn hoofdkwartier op in de boerderij ''Le Caillou'' in het gehucht ''Les Flamandes'', een mijl ten zuiden van de herberg ''La Belle Alliance''. Om 02:00 bereikte hem daar een bericht van de Grouchy die door middel van verkenningen een beeld had proberen te vormen van de Pruisische bewegingen. Een grote massa soldaten trok wanordelijk richting Luik en de Grouchy nam aan dat het von Blüchers verslagen hoofdmacht betrof. In feite ging het om achtduizend Rijnlanders die na Ligny gedeserteerd waren. In de omgeving van Waver deed zich een opbouw van Pruisische troepen voor. Volgens de Grouchy moest het hier om het nog niet ingezette korps gaan dat kennelijk van plan was de keizer uit het oosten aan te vallen, wellicht ten noorden van Brussel. Hij kondigde aan naar het noorden af te buigen om dit korps bij Waver te onderscheppen. Napoleon werd hierdoor gerustgesteld: het Pruisische leger was verdeeld en met het restant dat nog gevaar zou kunnen opleveren zou de Grouchy afrekenen. Hij keurde de opmars naar Waver goed: de Grouchy moest zich zo weer naar de Franse hoofdmacht toe bewegen, er zich wel van verzekerend dat Pruisen en Britten zich niet konden verenigen.
 
== Waterloo ==
===Napoleon kiest voor een frontale aanval===
De nacht van zaterdag 17 op zondag [[18 juni]] regende het nog altijd.<ref>Het is wel gesuggereerd dat de langdurige regen die Napoleon parten speelde een gevolg was van de [[uitbarsting van de Tambora (1815)|uitbarsting van de Tambora]], op 10 april 1815. Door deze vulkaanuitbarsting werd het weer in 1816 wereldwijd beïnvloed. Een concreet verband met de omstandigheden in juni 1815 kan echter niet bewezen worden. Wel zouden door de vulkaanas de zonsondergangen die zomer een diepe bloedrode kleur hebben die als symbolisch werd ervaren. [[Victor Hugo]] zag het uitzonderlijk zware onweer als een speciaal ingrijpen door de [[Goddelijke Voorzienigheid]].</ref> De [[löss]]achtige bodem was veranderd in bruine modder. Pas in de loop van de ochtend brak de zon door en begon de grond op te drogen. Napoleon had, na een korte slaap, rond 04:30 een algemene aanval om 09:00 bevolen maar op dat tijdstip moesten over de weg van Genappe nog 44&nbsp;.000 man en 169 kanonnen arriveren. Hij gebruikte het oponthoud om ontbijtend in ''Le Caillou'' met zijn staf een strategie te bepalen. Officieren die in Spanje tegen Wellington hadden gestreden, rieden met klem af een frontale aanval tegen de Britse troepen uit te voeren. Beter was het om het geallieerde leger uit positie te brengen door een van de flanken te omtrekken. Napoleon wildehad daargeen echterhoge nietdunk van horen en zei: "Omdat jullie van hem verloren hebbenWellington, denkendie julliehij dat Wellingtonspottend een goed 'Sepoy-generaal' is.noemde: "En ik zeg jullie dat Wellington een slecht generaal is, dat de Engelsen slechte troepen zijn en dat we er korte metten mee maken" (''Et moi je vous dis que Wellington est un mauvais général, que les Anglais sont de mauvaises troupes et que ce sera l'affaire d'un déjeuner''). Hij besloot dan ook om een frontale aanval uit te voeren op de Geallieerde posities, voorafgegaan door schijnaanvallen op de flanken, zodat Wellington zijn centrum zou verzwakken. Napoleon was in het algemeen afkerig van omtrekkende bewegingen tijdens de slag zelf: hij had te vaak zulke manoeuvres van de vijand door een tegenstoot een catastrofale afloop gegeven om niet te beseffen hoe gevaarlijk die waren. In dit geval was er ook weinig ruimte voor een flankbeweging en in de tijd dat het Franse leger moeizaam door de modder zijwaarts trok, kon Wellington alweer naar het noorden ontsnapt zijn. Napoleon besloot daarom een geconcentreerde aanval uit te voeren om snel achter de rug van het Britse centrum de straatweg naar Brussel te bereiken. Hij verwachtte dat het afsnijden van die route tot een ineenstorting van het geallieerde leger zou leiden. Een probleem bleef het gebrek aan kennis over plaatselijke [[topografie]]. Daarom werd kroegbaas Jean-Baptiste Decoster met de handen gebonden op een paard gezet zodat hij als vraagbaak kon dienen als de keizer zich over enig punt aangaande de terreinsgesteldheid wilde informeren.
 
===Inleidende aanval op Hougoumont===
[[Bestand:Castle of Hougoumont during the Battle of Waterloo.jpg|thumb|Om Hougoumont werd vele uren zwaar gevochten]]
 
De aankomende eenheden werden, begeleid door militaire bands, met de al aanwezige troepen in een fraaie slagorde opgesteld dieen door de keizer geïnspecteerd werd. Zoiets had Napoleon vlak voor het gevecht nooit eerder gedaan; misschien wilde hij zo het moreel van de natte, modderige, vermoeide en hongerige troepen opkrikken. In ieder geval vonden de geallieerde soldaten het heel imposant. Pas om elf uur kon het sein tot de opmars gegeven worden. Ook toen was het echter nog te nat om [[artillerie]] snel te kunnen verslepen en er was voor een grote aanval voorlopig te weinig vuursteun. Daarbij was de 4e Divisie nog niet binnen. OpHet het laatste nippertjeaanvalsplan werd daarom het aanvalsplan omgegooid: eerst was het de bedoeling geweest om met het Ie Korps en vlak daarachter het VIe Korps over rechts op te rukken, terwijl het IIe Korps op links gelijke hoogte moest houden. Besloten werd nu om als inleidende aanval Napoleons broer en commandant van de 6e Divisie [[Jérôme Bonaparte]] de [[Hougoumont|kasteelhoeve Hougoumont]] in te laten nemen, gelegen vóór de geallieerde rechterflank.
 
Hougoumont is een groot complex rond een binnenplaats, indertijd omringd door een bos, grachten, dichte hagen en een boomgaard. Het was goed te verdedigen en werd door Wellington speciaal versterkt met Nassauers om de Franse opmars te breken. De inleidende aanval op Hougoumont is wel gezien als een bewuste afleidingsmanoeuvre voor de latere centrale hoofdaanval. Er zijn echter geen bevelen van Napoleon met die strekking bekend en vermoedelijk ging het om een zich min of meer toevallig escalerende strijd waarin de Fransen zich steeds verder lieten verwikkelen. Hougoumont moest toch ingenomen worden, wilde het IIe Korps tijdig de geallieerde hoofdlinie kunnen aanvallen en was snel van ''La Belle Alliance'' uit te bereiken over een heuvelruggetje. Op bevel van Jérôme werden meer en meer Franse troepen tegen Hougoumont ingezet. Een eerste aanval door een brigade werd bloedig afgeslagen. Rond 11:20 loste een Engels geschut vermoedelijk het eerste kanonsschot van de slag, meteen zeventien Fransen vellend. Bij gebrek aan artillerie konden de Fransen zelf de hoeve niet aan puin schieten. Daarna werd een extratweede brigadeaanval inwisten deenkele strijdFranse geworpen waarna dertig mantroepen door de noordelijke poort de binnenplaats indrongen.binnen Dete verdedigers wierpen zich echter massaal op de poortdringen, slotenmaar dieook weerdeze enaanval maaktenwerd de indringers af, een van de beroemdste episodes van de slagafgeslagen. Een derde brigade dieaanval via de boomgaard poogdewerd teonder naderen werdvuur gedecimeerdgenomen door de geallieerde artillerie die het complex van de hoofdlinie uit bestreek. Het gevolg was niet dat de geallieerden gedwongen waren hun linies te verzwakken om Hougoumont te versterken, maar juist dat de Fransen een toenemend aantal troepen in deze sector verloren. Jérôme zou in de vroege middag 7&nbsp;.500 man aan de vergeefse aanvallen verspillen die gestopt werden door 1&nbsp;.850 geallieerde verdedigers; rond 16:00 waren deze verhoudingen opgelopen tot 13&nbsp;.000 tegen 3&nbsp;.000 man en was zowat het hele IIe Korps gebonden. Overigens zijn de verhoudingen veel minder extreem als het totaal aan op enig tijdstip in deze sector ingezette infanteriebataljons wordt vergeleken: drieëndertig aan de Franse kant tegenover eenentwintig bij de geallieerden. Wellington zag in dat het grote voordeel van deze positie hierin bestond dat de Fransen verhinderd werden een snelle beslissende opmars uit te voeren en was bereid de lijn er steeds met nieuwe troepen te versterken. Het complex brandde tijdens de gevechten van de middag grotendeels af.
 
===Voorbereidende artilleriebeschieting door een ''Grande Batterie''===
[[Bestand:Gribeauval cannon de 12 An 2 de la Republique.jpg|thumb|Het ''Canon de 12 Gribeauval'' 12 cm geschut]]
Intussen werd er door de Fransen een ''[[Grande Batterie]]'' verzameld van 76 [[kanon (geschut)|kanonnen]] door het Ie, IIe en VIe Korps hun zwaarste geschut te laten afstaan. Napoleon was zijn carrière begonnen als artillerieofficier en hij gebruikte graag zo'n concentratie aan geschut om een doorbraakpunt murw te beuken. Het werd voornamelijk in linie opgesteld voor de Franse rechterflank. Napoleon hadbeschikte metover 246 stukken niet alleen meer geschut, danwaaronder Wellington;zesendertig zijn vuurmonden waren gemiddeld ook zwaarder en hij beschikte over zesendertig12-ponders (121 mm "twaalfponders") van het type ''[[Canon de 12 Gribeauval]]'' door hem liefkozend zijn ''belles filles'' genoemd, terwijl; de zwaarste geallieerde kanonnen waren, op wat houwitsers na, negenpondersstukken warenvan 9-pond. Omstreeks één uur 's middags barstte het vuur van dit geschut los, op zevenhonderd meter van het geallieerde front. Het bombardement had minder effect dan verwacht: vanwege de Brittendrassige grond: scherven bleven erin steken en Nederlandersmassieve stondenijzeren beschutkogels achterstuiterden niet zoals op harde grond enkele malen door maar boorden zich in de heuvelkamaarde. opgesteldDe Britten en haddenNederlanders zelfshadden het bevel gekregen te gaan liggen; sommigen namenachter de gelegenheid te baat nogheuvelkam, een dutjetactiek tedie doen.Wellington Zo'nin ''reverseSpanje slope''-tactiekmeermaals wasmet typischsucces voorhad Wellingtongebruikt; hij had de Pruisen bij Ligny gewaarschuwd de Fransen niet ongedekt aan de voorkant van de heuvelruggen tegemoet te treden, en dit had inderdaad zware verliezen tot gevolg. De drassige grond droeg bij aan het geringe effect van de artillerie: scherven bleven erin steken en massieve ijzeren kogels stuiterden niet zoals op harde grond enkele malen door maar boorden zich in de aarde. Ongeveer 2&nbsp;.700 kanonskogels en 900 granaten werden bij deze beschieting afgevuurd die naar schatting aan doden en gewonden vijfhonderd slachtoffers maakten, wat naar de normen van die tijd een magere uitwerking was. Het meeste effect hadden de ontploffende brisantgranaten, afgeschoten door [[houwitser]]s die als krombaangeschut ook over de heuvelkam heen doelen konden raken. De geallieerde artillerie was door Wellington bevolen het vuur niet te beantwoorden maar in dekking te blijven, zodat ze voldoende vuurkracht zou behouden om een Franse opmars te bestoken. Hiervan kwam echter, door handelen van de artilleriecommandanten, weinig terecht.
 
=== Infanterieaanval door d'Erlons korps op de Geallieerde linkerflank===
[[Bestand:Schlacht-bei-waterloo.png|thumb|Historische kaart van de slag]]
Napoleon gaf rond 13:30 bevel tot een aanval door de vier [[Divisie (landmacht)|divisies]] van [[Jean-Baptiste Drouet d'Erlon|Jean-Baptiste Drouet, Comte d'Erlon]]s 1e [[Legerkorps]], tezamen ongeveer 16&nbsp;.000 man sterk, op de geallieerde linkervleugel. Hoe die aanval uitgevoerd werd, is niet helemaal zeker. Franse historici beweerden in de negentiende eeuw dat d'Erlon een grote fout gemaakt had door de troepen in vier gigantische aanvals[[colonne (slagorde)|colonnes]] dwars door de modder en de roggevelden voorwaarts te laten marcheren, de dertig meter hoge helling op. Het korps van d'Erlon was op 16 juni door slecht doordachte veranderingen in de marsbevelen tegen Pruisen noch Britten ingezet en dus nog "vers". De colonnetactiek, met een opstelling in de diepte, was typisch voor het latere Franse leger dat niet meernieuw, de tijd had de steeds schaarsere dienstplichtigen te trainen inmaar het gebruik van de bredere tirailleurslinie. Zij paste ook goed bij de persoonlijke stijl van Napoleon die een slag het liefste besliste door een enkele geconcentreerde aanval. Het zou echterwas zeer uitzonderlijk zijn dat een hele divisie in één colonne werd opgesteld. Zo zou een enorme en zeer kwetsbare concentratie troepen ontstaan zijn van ruim drieduizend man samengeperst op een oppervlakte van honderdtwintig meter breedte en tachtig meter diepte in vierentwintig rangen. Contemporaine bronnen reppen echter niet van zulke grote formaties en er zijn geen aanwijzingen dat niet iedere brigade haar eigen colonne vormde. De vier divisies, hoe ook geformeerd, kwamen onder zwaar vuur te liggen van geallieerde artillerie, hier zevenentwintig stukken sterk, die duizend kanonskogels, vijfhonderd brisantgranaten en op korte afstand vijfhonderd ladingen [[kartets]] afvuurde,. maarDe zetteninfanterie zette de opmars onverschrokken voort, deen gatenwist die in de rangen vielen sluitend. Het oprukken in een colonne had als groot nadeel dat frontaal vuur extra veel slachtoffers maakte. Nana een klein half uur bereikte men de kam van de heuvelrug te bereiken.
[[Bestand:Battle of Waterloo.svg|thumb|left|Modern diagram van het verloop van de slag]]
De aanval was gericht op de zwakker bezette linkerflank van de geallieerden, hier ongeveer zesduizend man sterk, en kwam met het zwaartepunt recht af op de Nederlandse infanteriebrigade van generaal-majoor [[Willem Frederik van Bylandt]]. Deze brigade stond in de eerste linie opgesteld, achter de holle weg die richting het oosten leidt naar het dorpje Ohain. De opstelling van de brigade heeft geleid tot een hele affaire. In de nacht was de eenheid opzettelijk ten zuiden van de heuvelkam geplaatst, als veiligheidslinie tegen een mogelijke Franse verrassingsaanval. Omdat die positie in een reguliere slag te kwetsbaar zou zijn, werd de brigade in de vroege ochtend achter de kam teruggetrokken. Later zouden sommige Britse geschiedkundigen, in navolging van de geschriften van amateurhistoricus luitenant [[William Siborne]], echter beweren dat de brigade uit amateurisme fout zou zijn opgesteld en tegen het middaguur overhaast moest worden teruggehaald.
<ref>Over de opstelling van de brigade van Bijlandt is lange tijd gedacht dat ze opzettelijk ten zuiden van de heuvelkam geplaatst, als veiligheidslinie tegen een mogelijke Franse verrassingsaanval. Recent onderzoek in Nederlandse archieven naar ooggetuigenverslagen wijst uit dat de brigade Bylandt al om negen uur 's ochtends werd teruggetrokken van de voorwaartse heuvelrug en zich dus bij aanvang van de beschietingen door de Franse artillerie al in een nieuwe positie bevond, achter de holle weg en relatief gezien in goede dekking voor deze beschietingen. De brigade is dus niet pas later teruggetrokken, zoals later door sommige Britse geschiedkundigen, in navolging van de geschriften van luitenant [[William Siborne]], werd beweerd. Het verloop van de Franse aanval op de brigade is tot in detail beschreven door Nederlandse ooggetuigen.</ref>
 
Ook het gevecht met de colonnes van d'Erlon zou slecht zijn aangepakt, iets wat de Britten later weten aan lafheid of politieke onbetrouwbaarheid — het was bekend dat sinds 1 maart enkele honderden "Belgische" troepen gedeserteerd waren om in dienst te treden bij Napoleon. Bij het opvangen van een colonneaanval was het gangbaar dat de verdedigende eenheid in een brede linie ging staan zodat men maximaal vuur kon afgeven op de colonne waarvan alleen de voorste twee rijen dat vuur konden beantwoorden. Zoiets werkte vooral goed als beide eenheden ruwweg even groot waren. In dit geval echter stonden deDe Nederlandse bataljons, reeds verzwakt bij Quatre-Bras, tegenoverzagen een zevenvoudige overmacht tegen zich oprukken die zich niet snel liet afstoppen., Daarbij werden de divisies van d'Erlonvooraf voorafgegaangegaan door ruim tweeduizend ''voltigeurs'' ofwel schermutselaarstirailleurs die in los verband met gelegenheidsvuur de vijandelijke formaties probeerden te verstoren. BijDe hetdoor eerstede vuurcontactNederlanders metuitgestuurde detirailleurs oprukkendewerden Franseteruggedreven troependoor ontstonddeze zoovermacht enigeen chaoskeerden razendsnel terug in de gelederenlinies; vantoen Vande Bylandtslaatsten bataljons.zich Hetbij voorstehun bataljoneenheid vuurdehadden vlakgevoegd achterbarstte over de kamhele Nederlandse linie van dedichtbij heuvelrug tweeeen salvo's aflos, maar toen ditwaarbij de Fransenoprukkende geenFranse halttroepen toeriep,veel moestverliezen menincasseerden. deEchter positie inmarcheerden de holleFransen wegniet achter de kam verlatendoor, aangezienmaar hethielden ongeveerde eenvoorste halveeenheden minuut duurdestil om tezich herladen.in Menlinie begonop nute vanstellen achteren eenhet heg op de holle wegvuur te vurenbeantwoorden. De schotenwisseling werd een tijdje volgehouden totdat de groeiende massa Fransen door de heg drong. Toen de Nederlandse verliezen snel opliepen en vier van de meestevijf commandantenbataljonscommandanten geraaktgewonde waren, verlietentrokken de soldaten in paniek de linie zodat daar een gat van tweehonderdvijftig meter in viel. De twee achterliggende bataljons trokkenNederlanders zich onder druk van de Franse overmacht terug achter de twee Britse brigades van de generaals [[James Kempt]] en [[Denis Pack]], die daar als directe ondersteuning waren opgesteld. Deze Britse brigades voerden meteen een tegenaanval uit op de nu in de breedte ontplooiende Franse colonnes, onder leiding van luitenant-generaal [[Thomas Picton]], en behielden daarmee voorlopig de linie. De bataljons van de brigade Van Bylandt wisten zich ondertussen snel te hergroeperen en gingen meteen voorwaarts in dezelfde tegenaanval. Generaal Picton sneuvelde bij deze actie, terwijl hij gekleed was in zijn burgerkleren en hoge hoed, aangezien hij pas juist op 15 juni vanuit Engeland bij het leger was aangekomen zonder zijn uniform bij zich te hebben.<ref>Erwin Muilwijk, ''Standing firm at Waterloo'', Sovereign House Books, 2014. {{ISBN|978-90-819318-4-7}}. Recent onderzoek in Nederlandse archieven naar ooggetuigenverslagen wijst uit dat de brigade Bylandt al om negen uur 's ochtends werd teruggetrokken van de voorwaartse heuvelrug en zich dus bij aanvang van de beschietingen door de Franse artillerie al in een nieuwe positie bevond, achter de holle weg en relatief gezien in goede dekking voor deze beschietingen. Het verloop van de Franse aanval op de brigade is tot in detail beschreven door Nederlandse ooggetuigen.</ref> De Nederlandse bataljons hadden nu ongeveer de helft van hun sterkte aan doden en gewonden verloren. De Fransen op hun beurt waren onaangenaam verrast dat de beschieting door de ''Grande Batterie'' zo weinig effect had gehad. Hun centrum viel stil onder de Britse salvo's. Onder de niet-aflatende Franse druk dreigde desalniettemin de hele geallieerde linkerflank uiteen te vallen; de Britten konden met een bajonetaanval de kam niet herwinnen terwijl het merendeel van d'Erlons korps die niet eens bereikt had. Napoleon, het strijdtoneel van de positie bij ''La Belle Alliance'' overziend, had rond twee uur de indruk dat de slag gewonnen was. Uit zijn staf weerklonk de kreet ''Victoire!'' Volgens de tactische doctrine van die tijd was de toestand van de geallieerden hier inderdaad hopeloos: in beginsel konden zesduizend voetsoldaten geen zestienduizend man infanterie tegenhouden.
 
Bij de opmars was d'Erlon ook op de hoeve ''La Haye sainte'' gestoten, voor de hoofdlinie gelegen langs de weg naar Brussel, die verdedigd werd door vierhonderd man van het Koninklijke Duitse legioenLegioen (KGL, bestaandeKings' German Legion)<ref>Het Koninklijke Duitse Legioen bestond uit Hannoveranen die naar Engeland waren gehaald nadat George III in 1803 het [[Keurvorstendom Hannover]] werd afgenomen. DeHet DuitsersLegioen warenomvatte tenlichte- deleen linie-infanterie, artillerie en cavalerie. Het had meerendeels in Spanje gevochten.</ref> Deze manschappen van het 2. Leichtes Battalion waren uitgerust met dure geweren met getrokken lopen, de zgn. 'Baker rifle', die een veel groter effectief bereik hadden dan de goedkope gladdeloopsgladloops [[musket]]ten waar de gemiddeldegewone infanterist het mee moestwas doenbewapend: zo'n driehonderd tegenover vijftig meter. DeDaarentegen Fransenwas kondenhet ditwapen vuurmoeilijk niette goed beantwoorden omdat hun eigen geweren in 1807 waren wegbezuinigdherladen. De slachtingFransen die de geweren onder hun troepen aanrichten, dwong de Fransenbegonnen de hoeve te bestormen. Van de hoofdlinie uit werd toen een bataljon HannoverianenKGL-linie infanterie ter versterking gezonden maar zodra die de Fransen van de hoeve verdreven, werden ze plots aangevallen door de Franse tweede brigade van de 13e Cavaleriedivisie, met achthonderd kurassiers — formeel onder brigadegeneraal [[Étienne Jacques Travers]] maar in feite gecommandeerd door de "Belg" kolonel [[Jean-Louis de Crabbé]] — en vrijwel tot de laatste man neergesabeld, waarbij de Fransen twee vaandels buitmaakten. De kurassiers joegen het restant van het bataljon op tot aan de hoofdlinie en infiltreerden die, een chaos veroorzakend bij de op het centrum van het plateau opgestelde geallieerde bataljons. Weldra zou dat een cruciaal effect op het verloop van de slag hebben.
 
===De Britse zware cavalerie voert een tegenstoot uit===
[[Bestand:Scotland Forever!.jpg|thumb|upright=1.7|''Scotland forever'': de charge van de ''Scots Greys''; in feite werd die niet in galop uitgevoerd wegens de modder]]
Wellingtons onderbevelhebber, veldmaarschalk [[Henry Paget (1768-1854)|Henry William Paget]], de ''Earl of Uxbridge'', had tot dat moment vooral de situatie bij Hougoumont in de gaten gehouden. Het plotse opduiken van Franse kurassiers maakte hem er echter op attent dat er zich een dreigende situatie op de linkerflank aan het ontwikkelen was. Persoonlijk voerde hij met 2&nbsp;.400 ruiters van zijn zware [[cavalerie]] een gehaaste tegenstoot uittegenaanval, van het centrum van de geallieerde linie uit. Hiervoor gebruikte hij twee brigades die de informele namen ''Household Brigade''1e en ''Union2e Brigade''Britse droegen en formeelCavaleriebrigades (de 1eHousehold- en 2eUnion Britse Cavaleriebrigade heettenBrigades). Van de ''Union Brigade'', die meer oostelijk aanviel, maakten Engelse, Ierse en Schotse regimenten deel uit, waaronder dehet 2e 'Noord-Britse' Dragonderregiment, (de [[Scots Greys]]''. De legende wil dat Schotse voetsoldaten met één voet in de stijgbeugel met de ruiters meeliftten maar dat is een later romantisch verzinsel. De betrokken ruitereenheden vertegenwoordigden de elite van het geallieerde leger door de kwaliteit van hun uitrusting en paarden; ze hadden echter weinig gevechtservaring.
[[Bestand:Richard Ansdell — The Fight For The Standard.jpg|left|thumb|upright|Sergeant Charles Ewart verdedigt de veroverde adelaar van het 45e Linieregiment tegen een lansier]]
De ''HousholdHousehold Brigade'' joeg eerst de Franse kurassiers de holle weg weer in, een verschrikkelijke slachting aanrichtend onder de opeengedrongen massa struikelende paarden en hun berijdersterug. De Crabbé werd hierbij dodelijk verwond. De ''Union Brigade'' doorsloeg hieropviel de voorste rangen van d'Erlons linkercolonne, de 1e Divisie onder brigade-generaal [[Joachim Jérôme Quiot du Passage]], aan, waarbij ze nietsontziend inhakte op de infanteristen die zich niet konden verweren. Daarna golfde ze in dichte concentratie de heuvelkam over. De ''HousholdHousehold Brigade'' zwenkte tegelijkertijd naar het oosten, op de linkerflank van de Franse infanterie inrijdend. Nu openbaarde zich een tweede nadeel van de colonnetactiek: deDe troepen waren te dicht opeengedrongen om snel een verdedigende formatie te kunnen innemen., De uitgeschakelde kurassiers hadden daarvoor voldoende tijd moeten winnen.en D'Erlons troepen werden onder de voet gelopen. Zo'n drieduizend Franse infanteristen gaven zich over of werden neergesabeld. Het restant sloeg op de vlucht met de Britse ruiterij in de achtervolging. Hoewel de rechtercolonne, de 4e Divisie onder divisie-generaal [[François Durutte|Pierre François Joseph Durutte]], niet door de vijand bereikt werd, liet ook die zich meeslepen in de vluchtbeweging.
 
De ''GrandeBritse Batterie''cavalerie begontrok nuzich rechtniet interug de wanordelijke massa Britten en Fransenom te vurenhergroeperen, vriendmaar en vijand beschietend. De Britse cavalerie, waarvanzette de wildecharge bloeddorstvoort niet meer door de officieren bleek in te tomen,en bestormde hierop de lijn'Grande van de Franse kanonnenBatterie'. Ondanks forse verliezen bereikte men de artillerieopstellingen. VanDe sommigecavaleristen kanonnenhakten werdook dehier helein bemanning gedood; van de overige vluchttenop de artilleristen wegdie enzich hetniet kanonsvuurkonden viel stil. Napoleon keek verbijsterd toe, nu eens vertwijfeld de handen in de lucht werpend, dan weer kreten van bewondering slakend voor de vechtlust van de ''Greys''verweren. Intussen kwamen uit het zuiden en oosten twee brigades Franse cavalerie aangesneld, eveneens ongeveer 2&nbsp;.400 man, die de Britten afsneden van de rest van het geallieerde leger. De oostelijke brigade bestond uit twee regimenten lansiers; de geallieerden hadden dit type ruiterij nauwelijks dat bij uitstek geschikt was om met hun dunne stalen lans vijandelijke cavaleristen te doden. Een kwart van de doorgebroken Britten van de ''Union Brigade'' werd afgemaakt; een iets kleiner deel raakte gewond. Van de ''Household Brigade'' die het tegen kurassiers moest opnemen, werd in totaal een derde slachtoffer. Drie andere geallieerde, lichte, cavaleriebrigades, waaronder een Nederlandse eenheid [[dragonders]] onder baron [[Charles-Etienne de Ghigny]], kwamen de Britten ontzetten zodat het restant zich kon terugtrekken. Bij die manoeuvres werd nog meer Franse infanterie verstrooid, nu ook van de rechtercolonne. Uiteindelijk stelde Duruttes 4e Divisie zich op een in groot verdedigend vierkantcarré en hield deze positie ondanks dat men bestookt werd door tweeënvijftig Britse [[congreveraket]]ten, het enige moment tijdens de slag dat raketartillerie ingezet werd.
 
Het resultaat van het gevecht was dat de geallieerde hoofdlinie zich kon herstellen, maar Wellingtonde hadBritse nogzware maarcavalerie éénwas relatiefgrotendeels "verse"uitgeschakeld; groteWellington formatiehad zwarealleen cavalerienog inmaar reserve:de beschikking over de Nederlandse brigade zware cavalerie van [[Albert Dominicus Trip van Zoudtlandt]]. Aan de Franse zijde zou het Ie Legerkorps van d'Erlon echter een aantal uren nodig hebben om te hergroeperen. Het korps had vierduizend man verloren en het restant was volledig in het ongerede geraakt. Honderden soldaten deserteerden naar het zuiden. Tegen drie uur had het korps weer compagnies weten te formeren en zond schermutselaarstirailleurs uit voor vuurgevechten met de geallieerde linie. De Britten hadden twee Franse regimentsadelaars buitgemaakt, van het 45e en 105e Linieregiment, iets wat ze tijdens de hele oorlog in Spanje niet eenmaal blijvend gelukt was. Het mislukken van de hoofdaanval had niet alleen Napoleons strategie doorkruist maar ook zijn direct inzetbare infanterie met een derde verminderd, dit terwijl het IIe Korps helemaal gebonden was op de linkervleugel. Op dit moment had hij van zijn oorspronkelijk 103 infanteriebataljons er al zevenenvijftig ingezet; van de zesenveertig verse bataljons behoorden er tweeëntwintig tot de keizerlijke garde. Toch waren de meeste Britse hoofdofficieren pessimistisch over hun situatie. Wellington had op hetzelfde tijdstip van drieëntachtig bataljons er zestig in de frontlinie staan; daarvan hadden er zeventien de meeste gevechtskracht al verloren. Daarbij gingen ze ervan uit dat er maar één Frans observatiekorps achter de Pruisen aangestuurd was zodat ze Napoleons reserves twee dozijn bataljons te hoog inschatten.
 
=== De Pruisen arriveren ===
Aan het begin van de middag nam Napoleon, van zijn stafpositie bij RonsommeRosomme uit het slagveld met zijn telescoop afspeurend, persoonlijk als eerste waar dat op zijn rechterflank in de verte over heuvelruggen een donkere massa troepen scheen te bewegen. Eerst dacht hij dat het maarschalk de Grouchy was, die hij met 32&nbsp;.000 man achter Von Blücher en het Pruisische leger, dat hij verslagen waande, had aangestuurd. Al snel echter werd hem door verkenners van de cavalerie gemeld dat het de Pruisen waren, die zwarte of donkergroene uniformen droegen.
 
Het Pruisische leger was al sinds het aanbreken van de dag, 03:48 plaatselijke [[zonnetijd]], uit de omgeving van Waver naar het westen aan het marcheren, het IVe Korps onder [[Friedrich Wilhelm Bülow von Dennewitz]], dat niet aan de Slag bij Ligny had meegedaan, voorop, gevolgd door het IIe Korps en het Ie Korps, bij elkaar ongeveer 60&nbsp;.000 man met 134 stuks geschut. Door de modder en een grote stadsbrand in Waver ging de opmars maar traag en het IIe Korps kon pas tegen het middaguur vertrekken. Het IVe Korps had de opdracht eerst te bepalen of de Fransen Wellington wel aanvielen. Was dat niet zo, dan moest men zich achter het ''Bois de Paris'', een woud ten oosten van het slagveld, in dekking houden. Mocht er er een volle veldslag gaande zijn, dan was het zaak het Franse leger met alle kracht in de flank te treffen. Napoleon had zijn reserve, het VIe Korps onder [[Georges Mouton]], de graaf van Lobau, en twee cavaleriedivisies, samen 10&nbsp;600 man, naar zijn rechterflank gezonden. In zijn memoires stelt Napoleon het voor alsof dit was om front te maken richting de Pruisen. De bevelen aan Lobau reppen hier echter niet van. Het VIe Korps werd officieel aan de aanvalsas van het Ie Korps toegevoegd om D'Erlons doorbraakpoging op de Britse linkerflank te hernieuwen. Het is echter mogelijk dat de keizer de optie als dekkingsmacht tegen de Pruisen voor Lobau geheim hield. Slechts enkele selecte leden van zijn staf kregen namelijk van hem te horen dat von Blücher al zo dicht genaderd was om het moreel van het leger niet te ondermijnen. Al snel moest Lobau op eigen initiatief zijn korps een kwartslag naar het oosten draaien. Dit legde beslag op nog eens vijftien infanteriebataljons. Hierdoor had Napoleon op de keizerlijke garde na geen enkele grote infanteriereserve meer.
 
===De Franse cavalerie valt vergeefs de Britten aan===
Napoleon had rond twee uur de ''Grande Batterie'' weer gereorganiseerd en versterkt met gardeartillerie, persoonlijk te paard het geschut de gewenste posities aanwijzend op een meer voorwaarts gelegen heuvelruggetje. Hierna begon men de geallieerde formaties urenlang met krombaangeschut te bestoken in de hoop dat het uitzonderlijk intense bombardement het moreel van de vijand zou breken. Met artillerie alleen zou echter geen beslissende overwinning te behalen zijn. Daar was direct gevechtscontact voor nodig. Omdat al zijn reguliere infanteriekorpsen al ingezet waren, viel Napoleon terug op zijn cavalerie teneinde alsnog de geallieerde linie te verstrooien en de slag in zijn voordeel te beslechten. Ook bij eerdere confrontaties, zoals de [[Slag bij Eylau]], had hij de cavalerie als autonoom beslissend wapen ingezet. Het plan was om in het midden van het front de geallieerden met de cavalerie te bestormen, ondersteund door lichte artillerie en wat infanterie om die weer te beschermen. Maar maarschalk Ney, die de hoofdaanval zou moeten coördineren, concludeerde rond 15:00 te snel dat Wellingtons troepen al op het punt stonden op de vlucht te slaan. De Fransen zouden tot bijna het eind van de slag de Britse verdediging zien als slechts een onderbreking in een grotere terugtocht. In werkelijkheid gingen alleen enkele voorste eenheden honderd passen terug om het artillerievuur wat te ontwijken en werden er over de straatweg naar Brussel duizenden gewonden en Franse krijgsgevangenen naar achteren afgevoerd. Echte deserties bleven beperkt. Ney stuurde daarom de cavalerie te vroeg het strijdperk in, zonder dat er al infanterie- en artilleriesteun beschikbaar waren. Toen Napoleon het merkte, veroordeelde hij het als een fundamentele fout maar het was al te laat om de charge te stoppen. Een cruciale rol hierin speelde de hoeve ''[[La Haye Sainte]]''. Dit complex lag vóór de heuvelkam maar was door Wellington speciaal versterkt omdat het een holle weg beheerste die de enige praktische route was om de kanonnen de helling op te krijgen. Verdedigd door Hannoverse troepen van het Duitse legioen was de boerderij omsingeld geraakt en werd al uren door Franse troepen aangevallen maar de verdedigers hielden stand, ondersteund door de geallieerde artillerie. Toen Ney tot de cavalerieaanval beval, was de Franse infanterie en artillerie nog steeds geblokkeerd.
[[Bestand:Charge of the French Cuirassiers at Waterloo.jpg|thumb|Een Brits carré slaat de Franse cavalerie af]]
Hoorns bliezen het aanvalssignaal van de Franse cavalerie, en dwarsDwars door de modder trachtten Neys vijfduizend ruiters in het centrum de glooiing van de Mont-Saint-Jean te bestormen. Ney, de "dapperste der dapperen", leidde de aanval persoonlijk. De massa paarden was zo groot dat hele frontlijn tussen ''La Haye Sainte'' en Hougoumont bestreken werd. Napoleon had dit terrein door zijn verrekijker wel bestudeerd, maar de steilte van de glooiing en het drassige karakter ervan waren hem ontgaan. Door de slechte staat van de grond kwam het niet tot een charge in galop en had de aanval nooit het vereiste effect: de helling kon pas worden gepasseerd ten koste van vele gewonde en gesneuvelde ruiters en paarden, mede door een fel geallieerd artillerievuur van vijfenzestig kanonnen. De Fransen brachten de Britten wel verliezen toe, maar de geallieerde [[infanterie]] groepeerde zich - zoals gebruikelijk - in defensieve [[Carré (slagorde)|carré]]s. Hierbij stellen de eenheden zich op in holle vierkanten, die naar alle zijden front maken. De voorste rijen hurken,door de bajonettencavalerie schuinalleen omhoog stekend. Paarden weigeren hier doorheen te breken en de kurassiers, vaak met een sabel als het belangrijkste wapen, warenvrijwel niet in staat de Britse infanterie veel schade te doen, machteloos de carrés omspoelend. De meeste ruiters hadden wel twee pistolen en een karabijn bij zich maar diedoorbreken waren zeer onnauwkeurig en in het zadel nauwelijks te herladen.
 
Er werden minstens tweeëntwintig carrés gevormd, ieder met de sterkte van ongeveer een bataljon. In eerste linie bevonden zich vijf Britse vierkantencarré's, twee van het Duitse legioen, vier van de Brunswijkers en twee van de HannoverianenHannoveranen. In tweede linie lagen nog eens tien Duitse carrés. Tot driemaal toe werd de Franse cavaleriecharge herhaald, tot zevenduizend ruiters versterkt door de zware cavalerie van de keizerlijke garde, met als enig resultaat dat de Franse verliezen steeds verder opliepen. Een groot probleem was dat de geallieerde kanonnen bij elke charge wel verlaten werden maar de kanonniers daarna hun posities weer innamen omdat de Franse cavalerie niet isin staat was de [[zundgat]]en te vernagelen. Te lang rondof de vierkantenstukken trekken kon ook niet omdat dan de verliezenweg te hoog opliepen door musketvuur en tegenaanvallen van de achtduizend man sterke geallieerde ruiterreserves. De normale methode om de carrés te breken was ze eerst te bestoken met lichte kanonnen, die voorlopig afwezig blevenslepen. Zo kon de kern van het geallieerde leger standhouden, geholpen door het feit dat de Franse artillerie het vuren tijdens de charges staakte.
 
===De Pruisen worden gestuit===
Regel 99 ⟶ 103:
Ney bleef nieuwe troepen eisen, vooral ondersteunende infanterie, niet wetend dat Napoleon op zijn oostflank al door de voorhoede van de Pruisen werd aangevallen. Het Pruisische IVe Legerkorps, 30.000 man sterk, was om 16:00 uit het ''Bois de Paris'' tevoorschijn gekomen. Eerst had Von Bülow nog geopperd dat hij de komst van het IIe en Ie Korps zou afwachten maar dat werd door Von Blücher kortaf afgewezen. Het IVe Korps zuiverde om te beginnen kasteel [[Fichermont]], gelegen aan de uiterste linkerflank van het Geallieerde leger, dat om 10:30, bij een van de eerste gevechtscontacten van de slag, door Franse tirailleurs was ingenomen. Daarbij maakten de Pruisen contact met het Nederlandse regiment "Oranje-Nassau", bestaande uit troepen die in Nassau gerekruteerd waren, dat een voorwaartse positie bezette bij [[Papelotte]] en [[La Haie]] met ongeveer dezelfde functie als Hougoumont en ''La Haye Sainte'', zij het van veel minder belang omdat diep ingesneden beken het front hier afschermden, wat ook de reden was geweest voor Ney om zijn cavaleriecharge niet op dit punt uit te voeren.
 
Rond 16:30 begon het Pruisische IVe Korps in volle slagorde naar het westen op te rukken, richting ''La Belle Alliance''. Het Franse VIe Korps poogde dit eerst agressief af te slaan, in de hoop dat het uiteenslaan van de Pruisische voorhoede de hele opbouw van de vijandelijke strijdmacht zou verstoren. De Franse cavaleriebrigades dwongen de 6.500 man van de voorste Pruisische 15e Brigade in carré te gaan en daarna werd die brigade aangevallen door een Franse tirailleurlinie. Een reservelinie ondersteunde de voorhoede echter en meteen begon de Pruisische artillerie, die over een groot aantal houwitsers beschikte, een vernietigend vuur van brisantgranaten af te geven. De Franse aanval stokte en rond 17:00 viel Lobau's korps terug, frontaal gebonden door een aanval van Pruisische 15e Brigade. Met het beperkte aantal Franse troepen kon niet de hele rechterflank gehouden worden. Pruisische artillerie begon de stafpositie van Napoleon te bestoken. Rond 17:30 omtrok de Pruisische 16e Brigade met 6.300 man de zuidflank van het VIe Korps en stootte door naar [[Plancenoit]], al bijna in de rug van het Franse centrum. Lobau stuurde vijf bataljons het dorp in maar die werden teruggeslagen door zes bataljons onder Johann von Hiller. Het 15e Regiment omtrok het plaatsje van de noordkant, twee bataljons van de zuidkant door de beek van de [[Lasne]] over te steken. Frontaal drong het 1e Regiment Silesische Landwehr het dorp in. Slechts een paar compagniescompagnieën Fransen wisten nog de directe omgeving van de kerk te houden, aan de zuidoostelijke kant van het dorpje. Er dreigde een catastrofe voor het Franse leger dat gevaar liep helemaal omsingeld te worden. Napoleon zette daarom rond 18:00 acht bataljons, 4.750 man sterk, van zijn Jonge Garde in, de lichte troepen van de keizerlijke garde, onder bevel van de meedogenloze [[Guillaume Philibert Duhesme]], berucht om zijn oorlogsmisdaden in Spanje. Het lukte die om Plancenoit opnieuw te bezetten, de lange straat van west naar oost innemend en iedere Pruis die ze gevangennamen de keel afsnijdend. De Jonge Garde achtervolgde de Pruisen zelfs tot voorbij de oostelijkste huizen maar werd teruggedreven door artillerie en cavalerie. De Pruisische 14e Infanteriebrigade onder [[generaal-majoor]] [[Gustav von Ryssel]]<ref>Deze infanteriebrigade bestond uit 7.300 manschappen in negen bataljons, twee eskadrons en één batterij. Nofi, A.A., 2002. De slag van Waterloo. De campagne van Juni 1815. Uitgeverij De Krijger. {{ISBN|90-5868-025-8}}.</ref> heroverde het brandende dorp rond 19:15 in felle straatgevechten. Duhesme, die een eerste Pruisische aanvalsgolf nog wist terug te drijven, werd bij de tweede golf fataal in het hoofd getroffen door een musketkogel. Hierdoor was Napoleon genoodzaakt om twee bataljons van de Oude Garde in te zetten, de kern en elite van de keizerlijke garde. Wonder boven wonder lukte het de Oude Garde het tij te keren, Plancenoit op speciaal bevel van Napoleon met alleen de bajonet zuiverend, en de Pruisen werden voorlopig teruggedrongen, zodat althans de weg naar het zuiden openbleef.
 
===De Britse linie wankelt===
Regel 105 ⟶ 109:
Intussen slaagde Ney erin om onder dekking van de cavalerie met zo'n duizend man opgetrommelde infanterie van het 1ste Legerkorps van d'Erlon, voornamelijk het 17e Linieregiment onder leiding van luitenant-generaal [[baron (titel)|baron]] [[François-Xavier Donzelot]], alsnog de hoeve ''La Haye Sainte'' in te nemen. Het ''[[King's German Legion]]'' werd tussen 18:00 en 18:30 verdreven en de hoeve viel in de handen van de Fransen. De hoofdoorzaak hiervan was dat men nagelaten had de speciale munitie voor de geweren aan te voeren. Toen hun kogels op waren, verdedigden de Duitsers zich heldhaftig met bajonetten en geweerkolven totdat de Fransen de overgebleven tweeënveertig verdedigers maar de vrije aftocht lieten naar hun hoofdlinie. Ogenblikkelijk werden lichte infanterie en artillerie-eenheden naar voren gebracht, op het plateau, om de geallieerde carrés onder vuur te nemen en een doorbraak te forceren. Onder deze nieuwe ontwikkeling dreigde het hele geallieerde centrum te bezwijken. De troepen in de carrés begonnen zichtbaar te wankelen. Bataljons nabij de straatweg naar Brussel leden zulke zware verliezen dat ze uiteenvielen of in een nauwe kring opeengeperst werden. Men poogde ze met ruiterij en infanterie te versterken maar de reserves, geteisterd door Frans houwitservuur, waren nu te zwak om veel invloed te hebben. De [[Willem II der Nederlanden|Prins van Oranje]] liet nog een poging ondernemen door enkele Hannoverse bataljons om ''La Haye Sainte'' te heroveren maar die werden door de Franse cavalerie onderschept en vernietigd. Kolonel [[Christian Friedrich Wilhelm von Ompteda]] sneuvelde daarbij. Siborne stelde later het zo voor alsof de Prins van Oranje hem volstrekt onnodig de dood in had gezonden.<ref>Jurriën de Jong, Ben Schoenmaker & Jeroen van Zanten, 2015, ''Waterloo — 200 jaar strijd'', Boom, Amsterdam, p. 175</ref> Verschillende geallieerde eenheden vluchtten van het slagveld, waaronder de ''Cumberland Hussars'' die tot in Brussel paniek zaaiden, ''sauve qui peut'' schreeuwend. Ook de legertros begon naar het noorden te wijken. Wellington sprak zichzelf moed in door steeds ''Night will come or the Prussians'' te herhalen.
 
Voor de Fransen leek de overwinning nabij maar hun aanval begon door de snel oplopende verliezen stil te vallen. Hun cavalerie was ernstig verzwakt door het verlies van duizenden ruiters of paarden en raakte na bijna vier uur aan onophoudelijke charges uitgeput. Onder Ney zelf werden vijf paarden vandaan geschoten. Het Franse IIe Korps kwam weer in beweging en trachtte Hougoumont te passeren maar werd door Wellingtons nog niet zo verzwakte rechterflank teruggeslagen. Daarbij was voor de Fransen de tijd bijna om. Steeds meer Pruisische troepen bereikten van het oosten uit het slagveld — het totaal zou die dag oplopen tot zo'n 48&nbsp;.000 — en het hele Franse leger dreigde hieronder verpletterd te worden. Door het uitblijven van de verhoopte aankomst van de troepen van de Grouchy, waren zij nu sterk in de minderheid. Het Pruisische Ie Korps onder [[Hans Ernst Karl Graf von Zieten]], dat eigenlijk bevel had om de aanval bij Plancenoit te versterken, drong op aanraden van [[Karl von Müffling]], de verbindingsofficier bij het geallieerde hoofdkwartier, de Fransen rond het eind van middag van Wellingtons linkerflank weg. Iets tevoren waren de Fransen hier juist weer opgedrongen, oprukkend naar Smohain, om beide vijandelijke legers uit elkaar te houden. De troepen van de linkerflank, waaronder twee brigades lichte cavalerie die bij Smohain hadden gelegen, konden nu gebruikt worden om het centrum te versterken. Rond 19:00 had Wellington de meeste gaten weer gedicht en zijn fronteenheden hergegroepeerd. Al op de dag zelf gaf Wellington aan parlementslid [[Thomas Creevey]], die hem na de slag in Waterloo opzocht, toe dat het kantje boord was geweest: ''It has been a damned nice thing — the nearest-run thing you ever saw in your life'' ("Het heeft verdomd weinig gescheeld — ik heb nog nooit in mijn leven de strijd zo gelijk op zien gaan").
 
===De aanval van de Garde wordt gestuit door de Nederlanders===
[[Bestand:De Slag bij Waterloo Rijksmuseum SK-A-1115.jpeg|thumb|[[Jan Willem Pieneman]] beeldt hier linksonder de gewonde Prins van Oranje af; in het midden Wellington en met bruine [[kolbak]] Uxbridge die weldra het rechterbeen afgeschoten zou worden]]
Napoleon probeerde met een laatste krachtsinspanning de zege zeker te stellen, en gaf om zeven uur 's avonds bevel voor nóg een aanval. Hij had begrepen dat een gebrek aan Franse infanterie de hoofdreden was dat men de geallieerde linie niet tot instorten kon brengen. Omdat hij door zijn reguliere infanteriereserves heen was, zette hij het laatste deel van zijn [[Keizerlijke Garde]] in, die hij in eerdere veldslagen alleen in uiterste noodzaak aangesproken had. Vijf bataljons van de MiddelsteMidden-Garde [''Moyenne Garde''] gingen voorwaarts, samen ongeveer 2&nbsp;.850 man, gevolgd door drie bataljons van de Oude Garde. Eén bataljon van de Middelste Midden-Garde dekte de linkerflank richting Hougoumont. Napoleon had die reserves kunnen gebruiken als dekking om de slag af te breken en naar het zuiden te ontsnappen maar het lag meer in zijn aard om alles-of-niets te spelen. Hij deed zijn bataljons, elk gecommandeerd door een generaal, persoonlijk uitgeleide. Ney ging weer in de aanval voorop.
 
Om het moreel hoog te houden liet Napoleon door brigade-generaal [[Charles de la Bédoyère]] aan zijn linkerflank het bericht overbrengen dat maarschalk de Grouchy met zijn troepen gearriveerd zou zijn. In feite was die op dat moment nog ver van de Franse hoofdmacht verwijderd. De Grouchys strijdmacht hoorde rond 11:30 aan het artillerievuur dat er ten noorden van Genappe een veldslag gaande was. Verschillende officieren adviseerden hem meteen naar het westen te zwenken om Napoleon bij te staan. De Grouchy hield zich echter aan zijn plan om de Pruisen bij Waver te onderscheppen: in de middag overviel en versloeg hij daar het Pruisische IIIe Legerkorps. Pas rond 20:00 bereikte hem een nieuw bevel zich bij Napoleon te voegen. Overigens is het zeer de vraag of de Grouchy de dertig kilometer die hem van het slagveld van Waterloo scheidde nog op tijd over de modderige veldwegen had kunnen afleggen, zelfs als hij rond het middaguur vertrokken zou zijn. De Franse troepen werden door het valse bericht flink opgepept maar al snel kreeg men in de gaten dat het een leugen was, wat het moreel deed inzakken.
 
[[Bestand:General D H Chassé.jpg|thumb|left|Portretschilderij van [[David Hendrik Chassé]] door Jan Willem Pieneman, 1832]]
Als de aanval door de garde de sector bereikt had waar de verdediging al wankelde, iets ten westen van het centrum, had hij nog een kans gehad. Door een coördinatiefout echter, trof hij eerder de geallieerde rechterflank tussen de hoeves van La Haye Sainte en Hougoumont die nog een gesloten linien vormde. De Britse en Hannoveraanse eenheden daar hadden de gehele dag weliswaar grote verliezen geleden maar waren kort voor de aanval door de garde al aangevuld door Brunswijkers en vervolgens ook nog door troepen van het Nassausche contingent onder commando van generaal Von Kruse. Ook deze versterkingen leden in de eerste linie grote verliezen door artillerievuur, terwijl de relatief kleinere eenheden van de Franse Midden-Garde [''Moyenne Garde''] zich verzamelden en over de gehele breedte van het geallieerde centrum in carré voorwaarts begaven. De Midden-Garde bestond uit garde-eenheden met slechts vier dienstjaren. Aan de rechterzijde en direct links van de hoeve La Haye Sainte werd de Midden-Garde ondersteund door de 1e Infanteriebrigade (van de 4e Divisie onder [[François Durutte]]) van brigade-generaal [[Jean-Gaudens-Claude Pegot]], die als enige reguliere infanterie-eenheid op dit moment van de slag nog intact was. Het was hier dat de Prins van Oranje een tegenaanval inzette met de bataljons van een Nassaus regiment, welke echter mislukte en waarbij de prins gewond raakte in de rechterschouder.<ref>Erwin Muilwijk, ''Standing firm at Waterloo'', Sovereign House Books, 2014. {{ISBN|978-90-819318-4-7}}. Pagina 197-204</ref> Wat verder rechts vielen drieduizend man van de 2e Divisie van Donzelot aan en links van de Middelste Garde rukten 3.600 man op van de 5e Divisie van Bachelut. Bij elkaar was het nog een aanzienlijke massa Franse infanterie maar de aanvallen werden slecht gecoördineerd en maar zwak ondersteund door artillerie en cavalerie. Men had nog maar een een paar honderd kurassiers kunnen verzamelen om de garde te begeleiden, de reden dat men uitzonderingswijze in carré in plaats van colonne oprukte. Dit had verder het voordeel dat er meteen een krachtig vuurfront gevormd werd en dat men er de vijand mee kon intimideren: een bataljon telde nog geen zeshonderd man maar door de opstelling van vijfenveertig man breed en lang leek het net of de formatie een brigade was van tweeduizend; verschillende geallieerde officieren verhaalden later dat ze door enorme colonnes waren aangevallen. Aan de andere kant was het geallieerde leger, hoewel het nu een sterk numeriek overwicht had, niet meer tot een heel krachtige afweer in staat. De meeste Britse kanonnen waren uitgevallen. Tirailleurs werden door de geallieerden nu slechts beperkt ingezet; aan de Franse kant waren de rangen zo uitgedund dat de niet al te strijdlustige vuurlinies van de reguliere infanterie nauwelijks meer van hun ''voltigeurs'' waren te onderscheiden.
 
De eerste aanval van de twee voorste bataljons van de Midden-Garde verzandde in een vuurgevecht waarna beide partijen zich rond 19:30 terugtrokken en vier stukken Franse lichte veldartillerie de Britse 33rd, 69th en 43rd Foot op de vlucht dreven. Met een aantal [[Shrapnel|kartetssalvo's]] van negenponders van de Nederlandse Rijdende Artillerie werd met flankerend vuur een ware slachting aangericht onder het Franse Eerste Bataljon 3e Grenadiers en de 4e Grenadiers, die eveneens op de vlucht sloegen. Het lukte de Brunswijkers en Nassauers niet de troepen van Donzelot terug te dringen. Ten westen van La Haye Sainte viel zo een flink gat in de geallieerde linie. De westelijker tweede aanval van de volgende twee bataljons verliep voor de Fransen echter rampzalig. Veertienhonderd man van de 1st Foot Guards onder [[Peregrine Maitland]] hadden verdekt vlak achter de heuvelkam gelegen, beschermd tegen artillerievuur; met enkele gerichte salvo's wisten zij de aanval te stuiten. Hierna doken iets westelijker de 4e Chasseurs op waarvan de troepen in één bataljon waren samengevoegd. Deze werden echter onderschept door het snel naar voren gebrachte 52nd Foot dat de heuvelkam afdaalde, een kwartslag draaide en in rap tempo salvo's begon af te vuren op de linkerflank van het Franse carré dat na enkele minuten vluchtte. De verse Nederlandse 3e Divisie, geleid door generaal [[David Hendrik Chassé]], vulde op dat moment het gat bij La Haye Sainte op, de rechterflank van de garde werd met een [[bajonet]]aanval door de 1e Brigade, twee bataljons breed en drie diep, overrompelend. Het plots opduiken van drieduizend man nieuwe troepen, ondersteund door rijdende artillerie, bleek voor de gardisten de laatste druppel en men nam ''en masse'' de benen, waarbij de vluchtbeweging zich voortzette naar de Franse linkerbataljons. ''La Garde recule!'' klonk het ontzet in de Franse rangen.