Slag bij Waterloo: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k →‎De Pruisen worden gestuit: gevangennemen wordt volgens het groene boekje aan elkaar geschreven
Mohawkmarcje (overleg | bijdragen)
→‎De aanval van de Garde wordt gestuit door de Nederlanders: Wederom correctie/verwijdering van onjuistheden.
Regel 114:
 
[[Bestand:General D H Chassé.jpg|thumb|left|Portretschilderij van [[David Hendrik Chassé]] door Jan Willem Pieneman, 1832]]
Als de aanval door de garde de sector bereikt had waar de verdediging al wankelde, iets ten westen van het centrum, had hij nog een kans gehad. Door een coördinatiefout echter, trof hij eerder de geallieerde rechterflank tussen de hoeves van La Haye Sainte en Hougoumont die nog een gesloten lijnlinien vormde. De Britse en Hannoveraanse eenheden daar hadden de gehele dag weliswaar grote verliezen geleden maar waren kort voor de aanval door de garde al aangevuld door Brunswijkers en vervolgens ook nog door troepen van het Nassausche contingent onder commando van generaal Von Kruse. Ook deze versterkingen leden in de eerste linie grote verliezen door artillerievuur, terwijl de relatief kleinere eenheden van de Franse MiddelsteMidden-Garde [''Moyenne Garde''] zich verzamelden en over de gehele breedte van het geallieerde centrum in carré voorwaarts begaven. De Middelste Midden-Garde bestond uit fuseliers-grenadiers die normaliter de Oude Garde moesten ondersteunen; in 1815 werd de aanduiding officieus gebruikt voor slechter uitgeruste garde-eenheden met slechts vier dienstjaren. Aan de rechterzijde en direct links van de hoeve La Haye Sainte werd de Middelste Midden-Garde ondersteund door de 1e Infanteriebrigade (van de 4e Divisie onder [[François Durutte]]) van brigade-generaal [[Jean-Gaudens-Claude Pegot]], die als enige reguliere infanterie-eenheid op dit moment van de slag nog intact was. Het was hier dat de Prins van Oranje een tegenaanval inzette met de bataljons van heteen NassauerNassaus contingentregiment, welke echter mislukte en waarbij de prins gewond raakte in de rechterschouder.<ref>Erwin Muilwijk, ''Standing firm at Waterloo'', Sovereign House Books, 2014. {{ISBN|978-90-819318-4-7}}. Pagina 197-204</ref> Wat verder rechts vielen drieduizend man van de 2e Divisie van Donzelot aan en links van de Middelste Garde rukten 3&nbsp;.600 man op van de 5e Divisie van Bachelut. Bij elkaar was het nog een aanzienlijke massa Franse infanterie maar de aanvallen werden slecht gecoördineerd en maar zwak ondersteund door artillerie en cavalerie. Men had nog maar een een paar honderd kurassiers kunnen verzamelen om de garde te begeleiden, de reden dat men uitzonderingswijze in carré in plaats van colonne oprukte. Dit had verder het voordeel dat er meteen een krachtig vuurfront gevormd werd en dat men er de vijand mee kon intimideren: een bataljon telde nog geen zeshonderd man maar door de opstelling van vijfenveertig man breed en lang leek het net of de formatie een brigade was van tweeduizend; verschillende geallieerde officieren verhaalden later dat ze door enorme colonnes waren aangevallen. Aan de andere kant was het geallieerde leger, hoewel het nu een sterk numeriek overwicht had, niet meer tot een heel krachtige afweer in staat. De meeste Britse kanonnen waren uitgevallen. SchermutselaarsTirailleurs werden door de geallieerden nu slechts beperkt ingezet; aan de Franse kant waren de rangen zo uitgedund dat de niet al te strijdlustige vuurlinies van de reguliere infanterie nauwelijks meer van hun ''voltigeurs'' waren te onderscheiden.
 
De eerste aanval van de twee voorste bataljons van de middengardeMidden-Garde verzandde in een vuurgevecht waarna beide partijen zich rond 19:30 terugtrokken en vier stukken Franse lichte veldartillerie de Britse ''33rd, 69th'' en ''43rd Foot'' op de vlucht dreven. Met een aantal [[Shrapnel|kartetssalvo's]] van negenponders van de Nederlandse Rijdende Artillerie werd met flankerend vuur een ware slachting aangericht onder het Franse Eerste Bataljon ''3e Grenadiers'' en de ''4e Grenadiers'', die eveneens op de vlucht sloegen. Het lukte de Brunswijkers en Nassauers niet de troepen van Donzelot terug te dringen. Ten westen van ''La Haye Sainte'' viel zo een flink gat in de geallieerde linie. De westelijker tweede aanval van de volgende twee bataljons verliep voor de Fransen echter rampzalig. Veertienhonderd man van de ''1st British Foot Guards'' onder [[Peregrine Maitland]] lagen inhadden hinderlaagverdekt vlak achter de heuvelkam. Toengelegen, debeschermd Fransentegen opartillerievuur; vijfentwintigmet meterenkele genaderdgerichte waren, riep Wellington uit: ''Now, Maitland! Nowsalvo's yourwisten time!'', waarop vier rijen Britten opstonden en een salvo afvuurden op het eerste en tweede bataljon vanzij de ''3eaanval Chasseurs''te waarvan meteen honderd man geveld werden. Nadat binnen een minuut nog eens drie salvo's waren afgevuurd, braken de Fransenstuiten. Hierna doken iets westelijker de ''4e Chasseurs'' op waarvan de troepen in één bataljon waren samengevoegd. Wellington, die door zijn directe reserves heen was, raakte nu zichtbaar nerveus. De FransenDeze werden echter onderschept door het snel naar voren gebrachte ''52nd Regiment''Foot dat de heuvelkam afdaalde, een kwartslag draaide en in rap tempo salvo's begon af te vuren op de linkerflank van het Franse carré dat na enkele minuten vluchtte. De verse Nederlandse 3e Divisie, geleid door generaal [[David Hendrik Chassé]], vulde op dat moment het gat bij ''La Haye Sainte'' op, de rechterflank van de garde werd met een [[bajonet]]aanval door eende 1e brigadeBrigade, twee bataljons breed en drie diep, overrompelend. Het plots opduiken van drieduizend man nieuwe troepen, ondersteund door rijdende artillerie, bleek voor de gardisten de laatste druppel en men nam ''en masse'' de benen, waarbij de vluchtbeweging zich voortzette naar de Franse linkerbataljons. ''La Garde recule!'' klonk het ontzet in de Franse rangen.
[[Bestand:Battle of Waterloo - Robinson.jpg|thumb|Wellington geeft bevel tot de algemene opmars]]
Hoewel het gewond raken door de Prins van Oranje later in Nederland de meeste aandacht zou krijgen, was de actie door Chassé een keerpunt in de slag.<ref>Field, Andrew W. 2013. ''Waterloo The French Perspective, Great Britain''. Pen & Sword Books, p. 213</ref> Chassés Nederlandse 3e Divisie was in reserve achter de rechterflank opgesteld geweest, rondom het dorp [[Eigenbrakel]], voornamelijk omdat Wellington een commandant niet vertrouwde die vijf jaar onder Napoleon gediend had. Vanuit hun hogere positie bij Eigenbrakel hadden de Nederlandse troepen, ruim voorzien van bier en jenever, een mooi uitzicht over de Franse charges. Al snel kwam het bevel om zich in reserve op te stellen achter het centrum van de geallieerde linie. Chassé merkte dat de Britse troepen vóór hem op de vlucht sloegen en de artillerie niet langer vuurde. Hij zag al meteen dat Napoleon de Keizerlijke Garde op het centrum afstuurde en gaf het bevel aan zijn artillerie om positie te nemen en de vijand onder vuur te nemen, terwijl hij intussen de brigade van kolonel [[Hendrik Detmers]] in colonnes liet opstellen voor de tegenaanval. Het vuur van kapitein [[Carel Frederik Krahmer de Bichin]]s batterij rijdende artillerie en de kracht van de jonge Detmers bajonettenbrigadebrigade braken de befaamde aanval van de Garde en dreven haar toen op de vlucht.<ref>"Lettre du lieutenant général baron Chassé à S.A.R. le prince d'Orange, le 4 juillet 1815," in {{aut|[[François de Bas|Bas, F. de]], J. de T'Serclaes de Wommersom}} (1908/9) ''La Campagne de 1815 aux Pays-Bas d'après les rapports officiels néerlandais'', tome III, pp. 354&ndash;358; verder de rapporten van Kol. Van Delen en Kol. Detmers, ''op. cit'', pp. 358&ndash;380</ref> De brigade van Detmers zette de aanval door, verdreef de Middelste Garde van een laatste positie bij La Haye Sainte en achtervolgde de vluchtende Fransen tot aan het Maison du Roi bij [[Plancenoit]], waar ze Pruisischecontact troepenmaakten tegenkwamen.met OpnieuwPruisische moest men moeite doen niet vanwege de uniformkleur en -snit voor Fransen te worden aangezientroepen.
 
De terugtocht van de Middelste Midden-Garde eindigde in een wilde vlucht, die oversloeg op de rest van de linkerflank van het Franse leger. Daarop beval Wellington, met een voorwaarts gebaar van zijn steek, de algehele opmars van het geallieerde leger. Die kon echter niet al te krachtig worden doorgezet. Von Müffling beschreef later het tafereel. Een lange rode linie Britse gesneuvelden en gewonden markeerde de heuvelkam, terwijl kleine, ver uit elkaar gelegen, groepjes mannen langzaam naar voren begonnen te bewegen. De meeste bataljons sjokten naar de bodem van het voorliggende dalletje en hielden daar stil. De opmars van Chassé vertegenwoordigde aldus de belangrijkste achtervolging.
 
===De Pruisen breken door===