Gerrit Willem Kastein: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k WPCleaner v2.01 - Opgelost met behulp van WP:CW (Code 016: Sjabloon met een Unicode controle teken)
Floortje Désirée (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 25:
Tijdens de [[Tweede Wereldoorlog]] werd Kastein meteen na de Nederlandse capitulatie actief in het [[verzet (WO2)|verzet]]. Hij was op 17 mei 1940 aanwezig bij de oprichtingsvergadering, ten huize van Toon van der Kroft, van de Haagse afdeling van de illegale [[CPN]]. Bij die vergadering werd de [[De Vonk (verzetsorganisatie)|Vonk]]-groep opgericht. Ook behoorde hij tot de initiatiefnemers tot het Medisch Verzet. De eerste arrestatiepoging van Kastein was op 2 september 1941, maar Kastein werd tijdig gewaarschuwd en dook onder.<ref>R. Harthoorn, Vuile oorlog in Den Haag, Van Gruting, 2011.</ref> Later in de oorlog had hij de leiding over de verzetsgroep [[CS-6]]. Tot deze groep, genoemd naar het adres Corellistraat 6 waar twee leden (de broers Boissevain) woonden, behoorden onder anderen [[Jan Verleun]], [[Pam Pooters]], [[Reina Prinsen Geerligs]], [[Leo Herman Frijda|Leo Frijda]], [[Hans Katan]], [[Sape Kuiper]], de broers [[Jan Karel Boissevain]] en [[Gideon Willem Boissevain]] en hun achterneef [[Louis Boissevain]].
 
Kastein werkte ook nauw met niet-communistische verzetsgroepen samen. Hij had foto's van Duitse verdedigingsstellingen langs de Nederlandse kust via zulke verzetsgroepen en een schip naar [[Göteborg (stad)|Göteborg]] naar de Nederlandse regering in [[Londen]] willen laten brengen. De door die verzetsgroepen beoogde koerier bleek echter de [[Nederlandse verraders en provocateurs in deVertrouwensman (Tweede Wereldoorlog)|V-Mann]] [[Anton van der Waals]] te zijn, die het filmrolletje in Duitse handen speelde. Via een aantal tussenpersonen, met als laatste [[Kees Dutilh]], wist Van der Waals met Kastein in contact te komen.
 
Op [[5 februari]] [[1943]] was Kastein samen met [[Jan Verleun]] betrokken bij een moordaanslag op luitenant-generaal [[Hendrik Seyffardt|Hendrik Seijffardt]], die een dag later aan de gevolgen overleed. Bij de rechtszaak tegen Verleun, verklaarde deze dat hij door Kastein werd vergezeld, andere bronnen stellen echter dat [[Leo Herman Frijda|Leo Frijda]] bij de aanslag aanwezig was en dat Kastein alleen bij de voorbereiding betrokken was.<ref>Piet Calis, Het ondergrondse verwachten. Schrijvers en tijdschriften tussen 1941 en 1945, Meulenhoff, 1989.</ref> Seijffardt stond op de nominatie om de nieuwe [[Minister van Oorlog]] te worden en was daarom een interessant doelwit voor het verzet. Opvallend is dat de woning van Seijffardt in de Van Neckstraat 36 op 200 meter van de woning van Kastein in de Van der Aastraat 14 lag.<ref>In veel publicaties wordt vermeld dat Seijffardt in de Statenlaan 103 woonde. Seijffardt had die woning vanwege de aanleg van de [[Atlantikwall]] moeten verlaten en woonde in de Van Neckstraat in een pand dat van de Joodse eigenaar was afgenomen. Het beste bewijs voor dat adres van de aanslag is een politiefoto van de kogelgaten in de deur aanwezig bij het Haags Gemeentearchief.</ref> Op [[7 februari]] [[1943]] pleegde Kastein opnieuw een moordaanslag, ditmaal op de [[Nationaal-Socialistische Beweging|NSB'er]] [[H. Reydon]], waarbij zijn vrouw werd doodgeschoten en Reydon zelf nog een halfjaar in leven bleef.