Marianne Philips: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
MoiraMoira (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
MoiraMoira (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 4:
Philips debuteerde als romanschrijver vrij laat, in [[1929]] met "Bruiloft in Europa", een boek over het arme Wenen na de eerste Wereldoorlog. In [[1950]] werd bekend dat haar novelle uit [[1949]] "De Zaak Beukenoot", een literaire aanval op de klassejustitie in de Nederlandse rechtsspraak, was verkozen tot boekenweekgeschenk. Ze was een fervent SDAP lid en propagandist wat verklaart dat zij in haar werk vaak grote belangstelling had voor ethische en sociale vraagstukken. Als één van de eerste vrouwen werd zij verkozen tot gemeenteraadslid voor de SDAP in [[Bussum]] in [[1930]].
 
Het hoofdthema in haar werk zijn psychologische romans of novellen waarin vaak een jonge man of vrouw op zoek is naar zijn of haar identiteit en komen uit een niet harmonieus gezin waardoor de volwassenheid later optreedt. Ze schreef vanuit realisme met daarbij fantasie en een humane benadering. In de oorlog moesten Philips en haar man omdat ze van Joodse afkomst waren onderduiken toen ze de oproep om zich te melden bij concentratiekamp [[Vught]] hadden ontvangen. Ze gingen naar Amsterdam, waar ze tot het eind van de oorlog ondergedoken hebben gezeten.
 
Na haar dood werd van 1951 t/m 1975 jaarlijks een literaire prijs uitgereikt die haar naam draagt.
De Marianne Philips-prijs was ingesteld in 1951 door haar weduwnaar. Voor bekroning kwamen auteurs in aanmerking vanaf vijftig jaar die nog steeds creatief waren maar wier werk enigszins op de achtergrond was geraakt of dreigde te raken.
 
In het bijzonder aan Max en Jet Cahen, die mijn grootouders Sam en Marianne Goudeket-Philips adviseerden niet naar kamp Vught te gaan maa terug te keren naar Amsterdam en onder te duiken. Zonder hen, en zonder hulp van derden zouden mijn grootouders de jodenvervolging van 1940-45 niet hebben overleefd.
Uit: het voorwoord door Judith C.E. Belinfante
 
Philips was gehuwd met Sam Goudeket en kreeg drie kinderen, Hesje, Carla en Frits. Zij is via Hesje de grootmoeder van tweede kamerlid en museumconservator [[Judith Belinfante]].