Hughes Félicité Robert de Lamennais: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
enkele aanpassingen |
||
Regel 1:
[[Bestand:Lamennais.jpg|thumb|right|200px|
'''
== Levensloop ==
Hij werd geboren in [[Saint-Malo]]. De originele familienaam was La Mennais. Félicité was een van de zes zonen van Pierre Robert de Lamennais, een welgestelde zakenman, en Gratienne Lorin. Hij was voorbestemd om, net als zijn vader, handelaar te worden. In 1787 stierf zijn moeder en de opvoeding van Félicité en zijn broer Jean-Marie werd toevertrouwd aan een oom, Robert des Saudrais. De twee jongens trekken in bij hun oom, op het domein La Chênaie. Daar treffen ze een zeer uitgebreide bibliotheek aan met werken van onder andere [[Jean-Jacques Rousseau]] en [[Blaise Pascal]]. Félicité bracht heel wat tijd door in de bibliotheek en ontwikkelde een grote interesse voor de boeken die hij daar vond.
De [[Franse Revolutie]] had
===1806===
In 1806 start hij, onder leiding van zijn broer Jean-Marie, zijn studies. In 1808 verscheen het boek ''Réflexions sur l’état de l’Eglise de France pendant le dix-huitième siècle et sur la situation actuelle'', een boek dat Félicité, samen met zijn broer had voltooid. Het boek werd echter door de politie in beslag genomen omdat vele inzichten ingingen tegen het keizerlijk bestuur. Na de val van het [[keizer (hoofdbetekenis)|keizer]]rijk werd het opnieuw uitgegeven. In 1811 wordt Lamennais benoemd tot professor aan het College van Saint-Malo, waar hij [[wiskunde]] onderwees. Toen het college, op
Tijdens de [[Honderd Dagen (veldtocht)|Honderd Dagen]] ging Lamennais naar [[Londen (hoofdbetekenis)|Londen]]. Hij kon er overleven door het geven van lessen [[Frans (hoofdbetekenis)|Frans]] in een school, opgericht door Abbé Jules Carron. In 1815 keerde hij naar Parijs terug. Hij bleef bevriend met Abbé Carron, die eveneens naar [[Frankrijk (hoofdbetekenis)|Frankrijk]] was teruggekeerd. Hij volgde de raad op van zijn broer Jean-Marie en van Abbé Carron en laat zich op 9 maart 1817 tot priester wijden. Eind 1817 verscheen het eerste deel van zijn boek ''Essai sur l’indifférence en matière de religion''. Het tweede deel verscheen in 1820 en de twee laatste delen werden voltooid in 1823.
Regel 26:
''Les Progrès de la revolution et de la guerre contre l'église'' verscheen in 1828 en onthult zijn volledige verloochening van de koninklijke principes. Hij droomde van een [[theocratie|theocratische]] [[democratie]]. Om zijn standpunten kracht bij te zetten richtte hij, samen met Montalembert en Lacordaire, [[L'Avenir (tijdschrift)|L'Avenir]] op. Het eerste nummer verscheen op 16 oktober 1830. Dit nummer was zeer democratisch. Lamennais vroeg universele [[vrijheid van geweten]], [[vrijheid van onderricht]], [[persvrijheid]]. Hij eiste [[godsdienstvrijheid]] zodat de liberale christenen hun idee over [[scheiding van Kerk en staat]] konden ontwikkelen.
Met de hulp van Montalembert, richtte hij de [[Agence
De “vrijheidspelgrims” werden, na enige tegenstand, ontvangen door de paus. Voorwaarde was dat er over het doel van hun bezoek aan Rome niet zou gesproken worden. Een ontgoocheling voor Lamennais, Montalembert en Lacordaire. Een paar dagen na de audiëntie bij de paus ontvingen ze een brief van
===Mirari vos===
In 1832 ontving Lamennais, in [[München]], de [[encycliek]] [[Mirari Vos]]. Hierin werd zijn zienswijze veroordeeld.
In 1834 verscheen, door tussenkomst van [[Charles Augustin Sainte-Beuve|Sainte-Beuve]], het beroemde ''Paroles d'un croyant'', een boek vol geweld en klachten. Hij vermeldt zijn ontgoocheling met de wereld en lanceert een oproep voor vrijheid in de Kerk. Het onderstreept tevens zijn breuk met de Kerk. In zijn encycliek [[Singulari Nos]] van 25 juni 1834 schreef Gregorius XVI: "''Een boek, klein van gestalte, maar groot in zijn perversiteit”''.
Regel 40:
== Werken ==
* 1808
* 1814
* 1817
* 1820
* 1823
* 1825/1826
* 1828
* 1834
{{DEFAULTSORT:Lamennais}}
|