Nicola Porpora: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 13:
 
In [[1724]] maakte hij een tournee door [[Duitsland]] en [[Oostenrijk]] en voerde maar één opera op, zijn ''Damiro e Pitia''. De Keizer dacht blijkbaar dat zijn muziek te bloemrijk en overdadig versierd was waardoor Porpora naar [[Italië]] terugkeerde. Daar was hij erg productief; hij componeerde (op een libretto van Metastasio) ''Didone abbandonata'', in [[1725]] ''Ezio'' en ''Semiramide riconosciuta'' voor het ''Theater S Giovanni Grisostomo" in [[Venetië (stad)|Venetië]].
In Venetië voelt hij zich een tijd thuis en werd hij tot ''Maestro del Pio Ospedale degli Incurabili'' benoemd. In [[1733]] wenkte [[Londen]] met een uitnodiging om in de Opera van de Adel de concurrentie aan te gaan met [[Händel]] in het "King's Theatre". ''Arianna in Nasso'' was de eerste opera die opgevoerd werd in het Lincoln's Inn Fields Theater. Deze opera werd een groot succes en gebruikte veel van Händels' zangers, onder andere: Senesino, Montagnana en Cuzzoni (die in de lente van [[1734]] aankwam). Tijdens zijn driejarige verblijf in Londen voltooide hij vier andere opera's: ''Ferdinando'', ''Temistofle'', ''Meride'' en ''Arianna'', een oratorium ''David e Bersabea'' en een serenade, ''La festa d'Imeneo''. Hij publiceerde ook zijn [[cantate]]s, opus 1, opgedragen aan de Prins van Wales, en zijn ''Sinfonie da Camera'', opus 2.
 
Alhoewel hij een "all-star cast" had, waaronder Farinelli die hem vergezelde vanaf [[1734]], verwierf Porpora geen superioriteit over Händels bedrijf. Hierna verliet Porpora [[Engeland]] en keerde terug naar Venetië in [[1736]], kort voor het in duigen vallen van zowel zijn, als Händels operahuis. In [[1759]] werd Porpora's pensioen stopgezet door de invasie van de Saksen tijdens de [[Zevenjarige Oorlog (18e eeuw)|Zevenjarige Oorlog]], en het was op dit moment dat Metastasio naar Farinelli schreef om hem aan te sporen Porpora te helpen. Porpora werd aangewezen tot ''maestro di Capella'' in Napels in het ''Conservatorio di Santa Maria di Loreto'' waar hij 20 jaar eerder ook tewerkgesteld was. Hij aanvaardde ook nog een opdracht voor het ''Teatro San Carlo''. Hiervoor herschreef hij zijn ''Il Trionfo di Camilla''" voor het carnaval van dat jaar, maar het stuk werd een flop. In [[1760]] kreeg hij een positie aangewezen in het ''Conservatorio di San Onofrio'', maar reeds in september van 1760 nam hij zijn ontslag.