Box 1: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 50:
 
Op deze belasting plus die over [[box 2]] en [[box 3]] worden nog [[heffingskorting]]en toegepast. Daarvan zijn sommige zelf ook afhankelijk van inkomensbestanddelen.
 
===Schijventarief 2018===
{| class="wikitable"
!''' Schijf '''
!''' Belastbaar inkomen uit werk en woning '''
!''' Belastingtarief
!colspan=2|''' Tarief premie volksverzekeringen '''
!colspan=2|''' Totaaltarief
|-
! !! !! !!AOW-min!!AOW'er!!AOW-min!!AOW'er
|-
|'''1'''
|€ 0 tot en met € 20.142
| 8,9%
|27,65%
|9,75%
|36,55%
|18,65%
|-
|'''2'''
|€ 20.142 tot en met € 33.994
|13,2%
|27,65%
|9,75%
|40,85%
|22,95%
|-
|'''3'''
|€ 33.994 tot en met € 68.507
|40,85%
|
|
|colspan=2 style="text-align: center"|40,85%
|-
|'''4'''
|Meer dan € 68.507
|51,95%
|
|
|colspan=2 style="text-align: center"|51,95%
|}
 
''AOW-min'' geldt tot de eerste dag van de maand waarin men de [[AOW-leeftijd]] (66 jaar) bereikt, ''AOW'er'' geldt vanaf die dag. Voor belastingplichtigen die zijn geboren vóór 1946 is de bovengrens van de tweede schijf iets hoger, wat het totaaltarief bij een inkomen in box 1 vanaf de 3e schijf iets lager maakt (zie ook boven).
 
Inclusief afbouw van de [[algemene heffingskorting]] (AOW-min 4,683%, AOW'er 2,390%):
 
{| class="wikitable"
!''' Schijf '''
!''' Belastbaar inkomen uit werk en woning '''
!colspan=2|''' Totaaltarief
|-
! !! !!AOW-min!!AOW'er
|-
|'''1'''
|€ 0 tot en met € 20.142
|36,55%
|18,65%
|-
|'''2'''
|€ 20.142 tot en met € 33.994
|45,533%
|25,34%
|-
|'''3'''
|€ 33.994 tot en met € 68.507
|45,533%
|43,24%
|-
|'''4'''
|Meer dan € 68.507
|colspan=2 style="text-align: center"|51,95%
|}
 
Het maximale aftrektarief is 49,5%, de "speciale heffing" over het bedrag van bepaalde aftrekposten is dus 2,45%.
 
Een en ander was gebaseerd op eerdere wetswijzigingen en op indexatie. Het [[Belastingplan 2018]] bevatte voor 2018 geen wijzigingen met betrekking tot het hier behandelde.
 
===Schijventarief 2019===
Regel 206 ⟶ 130:
Het maximale aftrektarief is 49%, de "speciale heffing" over het bedrag van bepaalde aftrekpostenis dus 2,75%.
 
===Schijventarief 2020 (volgens Belastingplan 2019voorstel)===
Volgens de wet [[Belastingplan 2019]] (die echter nog gevolgd kan worden door nieuwe wijzigingen, met name het [[Belastingplan 2020]]) geldt in 2020:
{| class="wikitable"
!''' Schijf '''
Regel 217 ⟶ 140:
! !! !! !!AOW-min!!AOW'er!!AOW-min!!AOW'er
|-
|'''1met PVV'''
|€ 0 tot en met € 2034.751712
| 9,47%
|27,65%
|9,75%
|37,0535%
|19,1545%
|-
|'''2tussenschijf'''
|€ 2034.751712 tot en met € 3468.764507
|1037,1535%
|27,65%
|9,75%
|37,8%
|19,9%
|-
|'''3'''
|€ 34.764 tot en met € 68.507
|37,8%
|
|
|colspan=2 style="text-align: center"|37,835%
|-
|'''4laatste'''
|Meer dan € 68.507
|5049,5%
|
|
|colspan=2 style="text-align: center"|5049,5%
|}
 
De eerste en tweede schijf worden in 2020 dus samengevoegd, echter niet voor wat betreft de afbouw van de algemene heffingskorting. Effectief blijft het daarmee een stelsel met vier schijven:
Het maximale aftrektarief is 46%, de "speciale heffing" over het bedrag van bepaalde aftrekposten is dus 4,5%.
*een schijf zonder afbouw van algemene heffingskorting, en met PVV
*een schijf met afbouw en PVV
*een schijf met afbouw en alleen belasting (met voor AOW-min hetzelfde totaaltarief als de voorgaande schijf)
*een schijf zonder afbouw van algemene heffingskorting (omdat die al nul is), en met alleen belasting, met een hoger tarief
 
Er is vooralsnog geen eenduidige naamgeving of nummering voor de schijven in het nieuwe systeem. Ze zijn daarom in de eerste kolom omschreven. De schijf met PVV bestaat uit een eerste deelschijf met maximale [[algemene heffingskorting]], en een tweede (vanaf € 20.384) waarin de afbouw is begonnen.
 
Het maximale aftrektarief is 46%, de "speciale heffing" over het bedrag van bepaalde aftrekposten is dus 3,5%.
Op de € 68.507 wordt geen indexatie toegepast, op de andere twee bedragen wel.
 
''AOW-min'' geldt tot de eerste dag van de maand waarin men de [[AOW-leeftijd]] (66 jaar en 4 maanden) bereikt, ''AOW'er'' geldt vanaf die dag. Voor belastingplichtigen die zijn geboren vóór 1946 is de bovengrens van de tweede schijf iets hoger, wat het totaaltarief bij een inkomen in box 1 vanaf de 3e schijf iets lager maakt (zie ook boven).
Regel 288 ⟶ 209:
|colspan=2 style="text-align: center"|49,5%
|}
 
De eerste en tweede schijf worden in 2021 dus samengevoegd, echter niet voor wat betreft de afbouw van de algemene heffingskorting. Effectief blijft het daarmee een stelsel met vier schijven:
*een schijf zonder afbouw van algemene heffingskorting, en met PVV
*een schijf met afbouw en PVV
*een schijf met afbouw en alleen belasting (met voor AOW-min hetzelfde totaaltarief als de voorgaande schijf)
*een schijf zonder afbouw van algemene heffingskorting (omdat die al nul is), en met alleen belasting, met een hoger tarief
 
Voor de AOW'er zijn in 2021, rekening houdend met de afbouw van de algemene heffingskorting van 3,01%<ref>https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35026-3.html</ref>, de tarieven respectievelijk 19,15%, 22,16%, 40,06% en 49,5%.
 
Er is vooralsnog geen eenduidige naamgeving of nummering voor de schijven in het nieuwe systeem. Ze zijn daarom in de eerste kolom omschreven. De schijf met PVV bestaat uit een eerste deelschijf met maximale [[algemene heffingskorting]], en een tweede (vanaf € 20.384) waarin de afbouw is begonnen.
 
Het maximale aftrektarief is 43%, de "speciale heffing" over het bedrag van bepaalde aftrekposten is dus 6,5%.