Box 1: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 331:
 
Doordat geen rekening gehouden wordt met de afbouw naar inkomen van de algemene heffingskorting wijkt het effect van de middelingsregeling, nog afgezien van de € 545 die eraf gaat, behoorlijk af van het effect van daadwerkelijk elk jaar het gemiddelde inkomen hebben. Het fictief verschuiven van inkomen van schijf 2/3 naar schijf 1 heeft hierdoor een veel kleiner effect dan het daadwerkelijk verschuiven (omdat bij het laatste ook de afbouw minder zou worden), terwijl het fictief verschuiven van inkomen van schijf 4 naar schijf 2/3 juist een groter effect heeft dan het daadwerkelijk verschuiven (omdat bij het laatste de afbouw meer zou worden). Bij een afbouwpercentage van 5% zou echte middeling in het voorbeeld betekenen dat € 20.000 zou verhuizen van een schijf van effectief 46% naar een schijf van 37%; de IB/PVV zou dan € 1800 euro minder worden. Men zou dan € 1800 min € 545 is € 1255 terug moeten krijgen. Als door de middeling € 20.000 zou verhuizen van een schijf 4 van 52% naar een schijf 2/3 van 41% zou de IB/PVV € 2200 euro minder worden. Men krijgt dan € 2200 min € 545 is € 1655 terug. Bij een afbouwpercentage van 5% zou echte middeling in het voorbeeld betekenen dat € 20.000 zou verhuizen van een schijf van 52% naar een schijf van effectief 46%; de IB/PVV zou dan € 1200 euro minder worden. Men zou dan € 1200 min € 545 is € 655 terug moeten krijgen.
 
De middeling kan worden aangevraagd tot 36 maanden nadat de laatste aanslag van de 3 middelingsjaren vaststaat.<ref>https://download.belastingdienst.nl/belastingdienst/docs/verzoek-middeling-ib3032z2fol.pdf</ref> Als er bijvoorbeeld één jaar met een sterk afwijkend inkomem is, dan kan men in het algemeen op basis van de definitieve inkomens in dat jaar en die in de 2 jaar ervoor en 2 jaar erna kiezen of het afwijkende jaar als eerste, tweede of derde middelingsjaar wordt gekozen.
 
===Toekomst===