Box 1: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 336:
 
==Schuiven met inkomen==
Soms heeft iemand bepaalde keuzemogelijkheden ten aanzien van de verdeling van inkomen in box 1 over kalenderjaren, bijvoorbeeld de keuze van een pensioen- of lijfrente-ingangsdatum<ref>De persoonlijke levensverwachting speelt hierbij ook een rol (eventueel minder bij een [[bancaire lijfrente]]).</ref>. Voor zover de laatste schijf niet bereikt wordt gaat volgens het [[regeerakkoord 2017]] een vast schijventarief gelden; samen met de afbouw van de algemene heffingskorting is dit ongeveer 42%. Ook de [[IAB]] is een vast percentage. Ten opzichte van dit vaste tarief zijn er potentiële voordeelmogelijkheden die men zou kunnen proberen maximaal te benutten:
*Maximaal benutten van het feit dat per saldo geen belasting wordt betaald over inkomen waar heffingskortingen tegenover staan, dus voorkomen dat heffingskortingen niet volledig kunnen worden benut door een te laag inkomen in de drie boxen. In box 1 is het voordeel ongeveer 42% van het betreffende inkomen (inclusief het hieronder genoemde tweede voordeel, en het eventuele derde).
*Maximaal benutten van het afbouwvrije eerste inkomenstraject van de algemene heffingskorting (tot ongeveer € 20.000 in box 1). Het voordeel is ongeveer 5% van het betreffende inkomen.