Shorttrack (schaatsen): verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Labels: Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele website |
Labels: Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele website |
||
Regel 124:
Na de Tweede Wereldoorlog groeide het shorttrack in het buitenland (o.a. in Australië, USA, Canada, Engeland, Japan en in Italie) sterk. In Nederland gaven, op initiatief van de KNSB bondsdirecteur Wim Comello, Britse (Schotland) rijders in 1975 een demonstratie in de pauze van het Nederlands Kampioenschap kunstrijden. In april van 1975 was men al zo ver dat een team van Hardrijders Club Amsterdam (Jaap Manshanden, Rolf Sibrandy, Rob Klaver, Trudy van Dannenburg en Tanja van de Molen) deelnamen aan een internationale Shorttrack wedstrijd in [[Brugge]] (België). Daarna ging de ontwikkeling van het Shorttrack in Nederland snel! De eerste shorttrackwedstrijd op Nederlandse bodem, met deelnemers uit Engeland, België, Frankrijk en Nederland, vond plaats in Eindhoven op 22 februari 1976. Vooral door Jaap Manshanden en Reinier Oostheim, en mede door de KNSB Bondsdirecteur Wim Comello en KNSB Bondspenningmeester Wim Zeekant worden verdere plannen gemaakt om het Shorttrack te vestigen als schaatssport in Nederland, onder meer door demonstraties te houden in het gehele land. Andere planning: goede internationale rijders werden aangetrokken door het eerste Open Nederlands Kampioenschap voor Senioren (clubteams) in 1977 te organiseren in Amsterdam. Dit evenement was daarna jarenlang in Amsterdam een daverend internationaal succes! En was "de sleutel" naar een nationale groei van meer Shorttrack beoefenaars en kernen in het land.
De eerste Shortrack vereniging in Nederland is gevestigd in Amsterdam onder de naam van: Amsterdam Flyers Speed Skating Club, met bekende leden zoals:
Gys Rijneveld, Jeroen Otter (huidige bondstrainer), Jan van de Roemer, Rolf Sibrandy, Reinier Oostheim en Jaap Manshanden. 2e opgerichte Shorttrack vereniging: IHCL uit Leiden, met als grote lokale gangmakers Arie Ravensbergen en Wim den Elsen. Nederland was snel een van de grote leaders (organisatorisch) binnen het internationale gebeuren! Binnen de KNSB kreeg in 1976
Internationaal ontstond er echter (in de jaren 1975+) een probleem rondom de lengte & breedte van een Shorttrack wedstrijdbaan. In Engeland gebruikte men een baan van 100 meter, terwijl in Nederland 125 meter gebruikelijk was. In o.a. Verenigde Staten en Canada kende men een zogenaamde ''double radius track'', dit op een kleinere ijshockeybaan dan in Europa. Nederland stuurde aan naar een goed internationaal reglement welke voor iedereen acceptabel was. Builders in dit: baanmodel / regelementen & internationaal overleg, proces (tevens over de wedstrijdkalender) waren vooral de Nederlanders: Reinier Oostheim en
|