Bast: verschil tussen versies

In een stam of tak bevindt zich een levende laag. Het [[cambium]] zorgt voor de diktegroei. Aan de binnenkant van het cambium bevindt zich het secundair [[xyleem]]: in de lagen van het secundair xyleem die aan het cambium grenzen vindt vanuit de [[wortel (plant)|wortels]] het watertransport met daarin mineralen naar de [[blad]]eren plaats. Aan de buitenkant van het cambium bevindt zich het secundair [[floëem]]. In de lagen van het secundair floëem die aan het cambium grenzen vindt het transport plaats vanuit de door bladeren gevormde [[fotosynthese|assimilaten]] en de in de parenchymcellen opgeslagen reservestoffen naar o.a. de wortels en de [[groeipunt]]en.

 

Bestand:Holz querschnitt.jpg|Tangentiale doorsnede van een 4-jarige stam:0 = merg; 1 = grens jaarring; 2 = harskanalen; 3 = primaire [[houtstraal|houtstralen]]; 4 = secundaire houtstralen; 5 = '''cambium'''; 6 = houtstralen in de bast; 7 = kurkcambium; 8 = '''bast'''; 9 = [[schors]].

Bestand:Phloem siebrörchen.jpg|lengtedoorsnede: geheel rechts secundair [[xyleem]] en midden en rechts van het midden secundair floeem. Tussen het xyleem en het floeem zit het cambium bestaande uit ten minste één cellaag. Het dichte gebied in het floëem zijn [[parenchym (plantkunde)|parenchym]]cellen voor de opslag van reserve stoffen.

Bestand:Betula ermannii2.jpg|lenticellen op de [[Goudberk]]

Bestand:Resin_blisters_on_Abies_bark_beentree.jpg|Harsblaasjes bij de [[Zilverspar]].

In de bast kunnen reservestoffen worden opgeslagen, die voor het uitlopen van de boom in het voorjaar weer worden gebruikt.

De buitenste laag van de bast is dood en bestaat uit [[Kurk (weefsel)|kurk]]. In de wanden van de cellen van deze buitenste laag is [[suberine]], een wasachtige stof, afgezet. Zo wordt deze laag ondoorlaatbaar en beschermt zo de boom. In de bast komen [[lenticel]]len voor, die ervoor zorgen dat de levende weefsels voorzien worden van voldoende zuurstof.