Brughagedissen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Getallen uitschrijven
Regel 72:
Het meest opvallende aan de voortplanting en ontwikkeling van de brughagedis is de traagheid. Het duurt tussen de tien en twintig jaar voor een brughagedis volwassen is en zich kan voortplanten.<ref name="ADW" /> De tijd tussen copulatie en het uitkomen van het jong duurt een tot drie jaar waardoor de brughagedis zich slechts om de drie jaar kan voortplanten.<ref name="ADW" /> De paring vindt plaats in de zomer die in Nieuw-Zeeland duurt van januari tot maart. De mannetjes vechten soms om een vrouwtje, hierbij zuigen ze zich vol met lucht en zetten de rugkam op waardoor ze groter lijken. Ook kleuren ze donkerder om meer indruk te maken. Met de bek bijten de mannetjes elkaar en soms verliest een mannetje hierbij zijn staart. Net als hagedissen kent de brughagedis [[autotomie]]: de staart breekt makkelijk af bij een speciale, verzwakte staartwervel maar groeit na verloop van tijd ook weer aan. De gevechten kunnen fel zijn. Dit heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat de mannetjes ieder jaar paringsbereid zijn maar de vrouwtjes om de drie tot vier jaar waardoor er een overschot is aan mannetjes.<br />Er is een soort paringsdans waarbij het mannetje met opgerichte poten in cirkels om het vrouwtje loopt en hierbij opvallende, schokkende bewegingen maakt. Ook wordt zijn kleur donkerder en zet hij zijn stekelkam op om te imponeren. Als het vrouwtje zich niet terugtrekt in haar hol, is ze bereid om te paren. Het mannetje heeft geen [[penis]] en moet zijn [[cloaca (anatomie)|cloaca]] in direct contact brengen met de cloaca van het vrouwtje. Hiertoe tilt het mannetje haar staart op en maakt vervolgens contact met het vrouwtje waarna de copulatie plaatsvindt. Deze vorm van zaadoverdracht wordt wel een [[cloacale bevruchting]] genoemd,<ref name="GRZ">{{Citeer boek|achternaam = Bernhard Grzimek|titel = Het Leven Der Dieren Deel VI: Reptielen|datum = 1971|uitgever = Kindler Verlag AG|ISBN = 90 274 8626 3}}</ref> en komt ook voor bij de [[vogels]]. Het ontbreken van de penis is wel gezien als een aanwijzing dat dit orgaan zich bij verschillende groepen [[Amniota]] apart zou hebben geëvolueerd maar in 2016 meldde een studie dat het embryo van de brughagedis wel een aanleg voor de penis heeft en het niet uitgroeien daarvan bij het mannetje dus een latere evolutionaire ontwikkeling is. Dat maakt het waarschijnlijker dat alle penissen [[Homologie (anatomie)|homoloog]] zijn.<ref>Patricia L. R. Brennan, 2016, "Evolution: One Penis After All", ''Current Biology'' '''26'''(1): pR29–R31</ref>
[[Bestand:Tuatara juvenille.jpg|thumb|270px|Een juveniele brughagedis in een reservaat.]]
De brughagedis is [[Ovipariteit|ovipaar]], ofwel eierleggend. Er worden zo'n 5vijf tot 18achttien eitjes per keer afgezet.<ref name="ADW" /> De eitjes hebben een zachte, [[perkament]]- achtige schaal, ze hebben een diameter van ongeveer drie centimeter en wegen ongeveer vier tot zes gram.<ref name="GRZ" /> De eitjes worden de volgende lente of zomer afgezet waarna een incubatietijd volgt van 12twaald tot 15vijftien maanden. Op het moment dat de jongen uit hun ei kruipen, zijn ze dus al twee jaar eerder verwekt. De brughagedis heeft geen [[geslachtschromosoom|geslachtschromosomen]]; het geslacht van het embryo wordt al vroeg in de ontwikkeling bepaald en is afhankelijk van de omgevingstemperatuur. Dit wordt [[temperatuurafhankelijke geslachtsbepaling]] genoemd en komt ook voor bij veel [[schildpadden]] en alle [[krokodilachtigen]]. Wetenschappers van de [[Victoria Universiteit]] onderzochten de incubatietemperatuur en concludeerden dat bij een temperatuur van 22 graden 80% van de pasgeborenen mannelijk is, bij een temperatuur van 21 graden komen er evenveel mannetjes als vrouwtjes uit het ei en bij een temperatuur van 20 graden is 80% van de pasgeborenen vrouwelijk. Bij een nog lagere temperatuur van 18 graden zijn alle jongen van het vrouwelijke geslacht.<ref name="KCC">{{Citeer web|url = http://www.kcc.org.nz/animals/tuatara.asp|titel = The Tuatara|auteur = Kiwi Conservation Club}}</ref>
 
Zowel de eitjes als de onvolwassen dieren worden niet beschermd door hun ouders. De jongen moeten zelfs oppassen niet te worden opgegeten door grotere soortgenoten. De jonge dieren groeien zeer langzaam. Ze zijn vlak na hun geboorte zo'n tien centimeter lang en groeien enkele centimeters per tien jaar. De brughagedis kan voor een dier van zijn formaat zeer oud worden. Er zijn exemplaren bekend die meer dan 77 jaar in [[Gevangenschap (dier)|gevangenschap]] doorbrachten.<ref name="TRD" /> Vermoed wordt dat een maximale leeftijd van meer dan 100 jaar kan worden bereikt.<ref name="KCC" /> Een mannelijk exemplaar in de dierentuin van Wellington zou op een leeftijd van 111 jaar vader zijn geworden maar de leeftijd van het dier is niet geverifieerd.<ref>An Age - ''Sphenodon punctatus'' - [http://genomics.senescence.info/species/entry.php?species=Sphenodon_punctatus Website]</ref>
Regel 90:
Bij de kolonisatie van Nieuw-Zeeland werd het land niet alleen bevolkt door de mens maar ook door hun huisdieren als [[hond]]en en [[kat (dier)|katten]] en door plaagdieren als [[rattus|rat]]ten. Vroeger waren er drie soorten brughagedissen, maar de soort ''[[Sphenodon diversum]]'' overleefde de confrontatie niet en stierf uit in 1885. Begin jaren 70 was de achteruitgang bij de overgebleven soorten zo sterk, dat besloten werd tot drastische maatregelen: de ratten op enkele eilanden werden tot op het laatste exemplaar uitgeroeid. Dergelijke grootschalige operaties waren in die tijd nog ongebruikelijk, aangezien dierenbescherming en natuurbescherming nog in de kinderschoenen stonden. In 1988 werd door het New Zealand Department of Conservation een beschermingsprogramma opgezet. De populaties worden sinds die tijd nauwkeurig gevolgd en de eilandreservaten waar de reptielen leven zijn niet voor het publiek toegankelijk. De brughagedis wordt tegenwoordig streng beschermd, de status is vergelijkbaar met die van de [[komodovaraan]] (''Varanus komodoensis'').
 
De brughagedis werd geëvacueerd naar andere eilanden met als doel de soort voor uitsterven te behoeden omdat de ratten de eieren opgraven en opeten zodat de reptielen zich wel konden handhaven maar zich niet meer konden voortplanten. Ook werden op verschillende eilanden alle exemplaren weggevangen zodat ze zich in [[Gevangenschap (dier)|gevangenschap]] ongestoord konden voortplanten, afgeschermd van predatie van de eieren of de jongen. Een voorbeeld is Little Barier, waar in 1991 nog slechts 8acht dieren werden aangetroffen. De kweek in gevangenschap resulteerde uiteindelijk in de herintroductie van 24 jonge dieren die in een afgesloten gebied werden grootgebracht. Onderstaand een overzicht van de introducties op verschillende eilanden. De gegevens zijn afkomstig van de Reintroduction Specialist Group, Oceania Section.<ref name="RSG" />
 
=== Introducties [[Brughagedis]] (''Sphenodon punctatus'') ===