Noord-Zuidverbinding (Brussel): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
M!dgard (overleg | bijdragen)
k →‎Eerste jaren: corrigeer taalfout
M!dgard (overleg | bijdragen)
Regel 94:
De opening van de tunnel zorgde zoals verwacht voor meer efficiëntie voor het Belgische treinverkeer. Treinen moesten nu niet langer kop maken in Brussel-Noord of -Zuid, maar konden dwars door de stad rijden, waardoor lange verbindingen doorheen het hele land mogelijk werden. Ook voor het internationale treinverkeer was dit een grote verbetering, aangezien internationale treinen vanuit Oostende geen kop meer moesten maken in het Noordstation. Hoewel de tunnel van begin af aan van bovenleiding was voorzien bestond het overgrote deel van het Belgische spoorwegmaterieel nog uit stoomlocomotieven in 1952. De doortocht van dergelijke locomotieven leverde al vlug problemen op met de ventilatie in de tunnel, waardoor rookoverlast ontstond en seinen moeilijker zichtbaar waren. Een gelijkaardig probleem bestond in mindere mate met de uitlaatgassen van dieseltreinen. Naar het einde van het stoomtijdperk toe werd er steeds minder met stoomtreinen door de tunnel gereden en ging men vaak over tot het koppelen van een elektrische locomotief aan een stoomlocomotief om deze zonder overlast door de tunnel te krijgen. Dit was echter een omslachtig proces en zorgde mee voor de uiteindelijke buitendienststelling van de stoomtreinen in België. De Noord-Zuidverbinding vormde ook de doodsteek voor het oudste station van het land, Brussel-Groendreef. Zowel voor goederen als personentransport was dit station volledig overbodig geworden en bijgevolg werd het gesloten in 1954.<ref name="rixke.tassignon.be"/>
[[File:Sabena Klassiek Motorstel.jpg|thumb|left|Een Sabena-trein in Brussel-Noord, op weg naar Brussel-Centraal, waar ze haar eigen kopspoor heeft]]
Het sporenplan is in al die tijd nagenoeg ongewijzigd gebleven, op één uitzondering na. In Brussel-Centraal was er een kort kopspoor (1A) gelegen aan de noordkant van het perroneiland 1-2. Vandaar vertrokken de [[Sabena]]-treinen naar de luchthaven1–2. Dit kopspoor was rechtstreeks bereikbaar vanaf het bovengrondse Sabenakantoor.[[Sabena]]kantoor Diten spoorontving isde laterSabena-treinen buitendie gebruiknaar gesteldde enluchthaven geslooptreden. De wissels voor het kopspoor waren, behalve bij Brussel-Zuid en -Noord, de enige wissels op de Noord-Zuidverbinding. Het perron vantussen sporen 1- en 2 was dan ook zominder lang: niet. Erer was ruimte om een trein te laten stoppen metvoor 10 rijtuigen (of 9 rijtuigen en een locomotief), terwijlin deplaats andere perrons uitgerust zijn omvan 13 rijtuigen (of 12 rijtuigen en een locomotief). teLater latenis stoppen.het Metspoor debuiten sloopgebruik vangesteld heten A-spoorgesloopt, iswaarbij het perron 1–2 verlengd zoalswerd zodat het tegenwoordig even lang als de andere twee perrons.
 
De stad Brussel zelf moest even bekomen van de bouw van de Noord-Zuidverbinding. Jarenlang was het centrum van Brussel onderbroken geweest, en vele oude wijken werden gesloopt of permanent in twee gedeeld, onder meer door de komst van het [[Rijksadministratief Centrum (Brussel)|Rijksadministratief Centrum]]. De inwoners treurden voor het verlies van het oude stadsbeeld en velen verlieten het stadscentrum. Ook kunstenaars lieten zich inspireren door dit verlies, zoals bijvoorbeeld het boek ''[[Vergeten straat]]'' van [[Louis Paul Boon]], dat vertelt over het lot van de bewoners in een Brusselse straat, die afgesloten raakt van de buitenwereld door de aanleg van de Noord-Zuidverbinding. De verbinding is hierdoor een symbool geworden van de [[verbrusseling]], de evolutie in de jaren vijftig en zestig van de 20ste eeuw waarbij vele historische gebouwen en wijken verloren gingen ten voordele van moderne ontwikkelingen in de stedenbouw.