Zesdaagse Oorlog: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Palestijnse aanvallen op Israël: Dat is een stuk preciezer
Regel 52:
De eerste PLO-aanvallen hadden zich gericht op de Israëlische infrastructuur, zoals dijken en elektriciteitsmasten. De organisatie die deze aanvallen feitelijk uitvoerde, [[Al Fatah]], was met een paar honderd leden<ref>Hammel (2001), p. 9</ref> echter te klein om belangrijke materiële schade te kunnen aanrichten, terwijl er wel gevoelige eigen verliezen werden geleden. Men ging over tot gewelddadiger acties zoals het opblazen van boerderijen, het ingraven van landmijnen in wegen en het leggen van hinderlagen voor Israëlische legerpatrouilles en milities. De slachtoffers die dit eiste, in totaal veertien doden onder de burgerbevolking en militairen tussen begin 1964 en juni 1967, riepen bij de Israëlische bevolking een enorme woede op. In de pers weerklonken stemmen om Syrië als "uitvalsbasis van het terrorisme" te elimineren.<ref name="Lesch2012" /> Op 15 augustus 1966 vond een groot grensgevecht tussen beide landen plaats, met inzet van tanks, artillerie en vliegtuigen.<ref>Hammel (2001), p. 11</ref> Het Syrische regime zag dit als een reden om zich nog agressiever op te stellen maar vreesde tegelijkertijd dat het de inleiding was tot een grootschalige Israëlische strafexpeditie, zoals eerder uitgevoerd in 1955, 1960 en 1962.<ref name="Lesch2012" /> Begin oktober 1966 kondigde koning Hoessein aan dat Jordanië Syrië te hulp zou schieten bij een Israëlische aanval.<ref>Hammel (2001), p. 12</ref> Op 4 november 1966 sloot Syrië een verdrag van wederzijdse verdediging met Egypte.<ref>Hammel (2001), p. 17</ref>
[[Bestand:Ezer Weizman 1978.jpg|thumb|Ezer Weizman]]
Op 14 november 1966 voerde de Israëlische strijdmacht een vergeldingsaanval uit, gepland door brigade-generaal [[Ezer Weizman]].<ref>Hammel (2001), p. 19</ref> Weizman meende dat de Golanhoogvlakte te sterk verdedigd was voor diepere aanvalsacties onder het niveau van een totale oorlog, maar dat de onverdedigde grens van Jordanië de PLO kwetsbaar maakte voor zulke overvallen. Een bataljon parachutisten, versterkt door een compagnie AMX 13 tanks, viel JordaniëJudea binnen en bezette het plaatsje [[Samoea]]. Na de vijfduizend bewoners geëvacueerd te hebben, blies men veertig gebouwen op die een vermeende connectie met de PLO hadden. Een te hulp schietende compagnie Jordaanse infanterie viel in een hinderlaag en werd uiteengeslagen. Uiteindelijk kwamen achttien Jordaanse burgers <ref> Pappe,pag.26</ref> om en de commandant van het parachutistenbataljon. Er vielen honderden gewonden <ref> Pappe, pag. 26</ref>. In een gelijktijdig luchtgevecht werd een Jordaans vliegtuig neergeschoten. Na drie uur trokken de Israëlische troepen zich weer terug.<ref>Hammel (2001), p. 19-21</ref> Israël had sinds 1956 niet meer zulke acties in Jordanië uitgevoerd en de betrekkingen met koning Hoessein bereikten een dieptepunt, een mislukking van het Amerikaanse streven om een pro-westers Israëlisch-Jordaans blok te vormen als tegenwicht tegen de sovjetbondgenoten Egypte en Syrië. Het Syrische regime kreeg door de overval de indruk dat een vergeldingsaanval tegen Syrië een nog veel massaler karakter zou hebben. Egypte zond in november vier divisies de gedemilitariseerde zone van de Sinaï in tot dicht bij de Israëlische grens, een herhaling van eerdere troepenbewegingen tijdens een crisis in 1960, ook al een gevolg van spanningen tussen Israël en Syrië. Toen verdere incidenten met Jordanië of Syrië uitbleven en Israël niet reageerde op de opmars, werden de divisies binnen een maand weer teruggetrokken.<ref>Hammel (2001), p. 23</ref>
 
=== Grensgevechten Golan-Israël ===