Zesdaagse Oorlog: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 48:
 
=== Palestijnse aanvallen op Israël ===
Op 8 maart 1963 greep in Syrië de militante en socialistische [[Arabische Socialistische Ba'ath-partij|Ba'ath-partij]] de macht, de achtste succesvolle staatsgreep sinds de onafhankelijkheid van het land.<ref name="Lesch2012" /> Toen in 1964 de [[Palestijnse Bevrijdingsorganisatie|PLO]] opgericht werd, begon Syrië daar nauw mee samen te werken. Door gebruik te maken van de grote Palestijnse bevolkingsgroep in Jordanië, waaronder vluchtelingen van de oorlog van 1948, probeerde men [[Hoessein van Jordanië|Koning Hoessein]] ten val te brengen en beide landen te verenigen. Op 25 februari 1966 vond in Syrië een militaire coup plaats. De Neo-Ba'athistische factie onder leiding van generaal [[Salah Jadid]] verdreef de andere stromingen in de Ba'ath-partij. Het nieuwe regime was radicaal en revolutionair van karakter en raakte in de Arabische wereld al snel bijna geheel geïsoleerd door ook het conflict te zoeken met [[Irak]]. Jadid poogde dat isolement te doorbreken door een toenadering tot de [[Sovjet-Unie]], die het vooruitzicht op een marinebasis geboden werd, en door zich strijdbaar op te stellen tegenover Israël. Het regime organiseerde met de PLO guerrilla-aanvallen op Israël, vaak vanuit Jordaans grondgebied. Een gedeelte van de doelwitten bestond uit Israëlische grensdorpen in het noordoosten van [[Galilea (streek)|Galilea]], die aangevallen werden vanaf de Syrische Golanhoogvlakte. Een officieel ( en geldend) motief hiervoor werd gegeven in het feit dat Syrië Israël het recht ontzegde om de betwiste [[gedemilitariseerde zone]] in cultuur te brengen.<ref>{{aut|Michael Oren}}, ''Six Days of War'', blz. 42 en verder</ref> Israël zag de oostgrens van het [[Mandaatgebied Palestina|Britse mandaatgebied]], zoals in 1923 door het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk vastgelegd, als zijn staatsgrens; Syrië, dat zich in 1948 onder internationale druk tot aan die grens had teruggetrokken, meende echter dat enige Israëlische presentie in de gedemilitariseerde zone een schending was van de wapenstilstandsakkoorden. Het meningsverschil was een constante bron van conflicten.<ref name="Bregman42">Bregman (2000). p. 42</ref>
[[Bestand:General Salah Jadid.jpg|thumb|left|Salah Jadid, de sterke man van Syrië]]
De eerste PLO-aanvallen hadden zich gericht op de Israëlische infrastructuur, zoals dijken en elektriciteitsmasten. De organisatie die deze aanvallen feitelijk uitvoerde, [[Al Fatah]], was met een paar honderd leden<ref>Hammel (2001), p. 9</ref> echter te klein om belangrijke materiële schade te kunnen aanrichten, terwijl er wel gevoelige eigen verliezen werden geleden. Men ging over tot gewelddadiger acties zoals het opblazen van boerderijen, het ingraven van landmijnen in wegen en het leggen van hinderlagen voor Israëlische legerpatrouilles en milities. De slachtoffers die dit eiste, in totaal veertien doden onder de burgerbevolking en militairen tussen begin 1964 en juni 1967, riepen bij de Israëlische bevolking een enorme woede op. In de pers weerklonken stemmen om Syrië als "uitvalsbasis van het terrorisme" te elimineren.<ref name="Lesch2012" /> Op 15 augustus 1966 vond een groot grensgevecht tussen beide landen plaats, met inzet van tanks, artillerie en vliegtuigen.<ref>Hammel (2001), p. 11</ref> Het Syrische regime zag dit als een reden om zich nog agressiever op te stellen maar vreesde tegelijkertijd dat het de inleiding was tot een grootschalige Israëlische strafexpeditie, zoals eerder uitgevoerd in 1955, 1960 en 1962.<ref name="Lesch2012" /> Begin oktober 1966 kondigde koning Hoessein aan dat Jordanië Syrië te hulp zou schieten bij een Israëlische aanval.<ref>Hammel (2001), p. 12</ref> Op 4 november 1966 sloot Syrië een verdrag van wederzijdse verdediging met Egypte.<ref>Hammel (2001), p. 17</ref>