Groningen (provincie): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 42:
Het noordoosten van de provincie grenst aan het [[Eems]]-[[Dollard]][[estuarium]]. In de streek rondom dit estuarium is in de loop van de geschiedenis veel landwinning geweest. De streek wordt vooral gekenmerkt door herenboeren met prachtige kapitale [[boerderij]]en en kleine arbeidershuisjes. Nergens in Groningen was het verschil tussen rijk en arm zo groot.
 
Onder het westelijke deel van dit gebied, in de voormalige gemeente [[Slochteren (gemeente)|Slochteren]] in [[Duurswold (streek)|Duurswold]] in [[Fivelingo (streek)|Fivelingo]], ligt een grote [[aardgas]]bel. De vermindering van de druk in de ondergrondse aardlagen leidt tot een meetbare daling van het [[maaiveld]] en regelmatig tot niet-natuurlijke [[aardbeving]]en.
 
Het zuidoosten, de [[Groninger Veenkoloniën]], was oorspronkelijk een uitgestrekt [[hoogveen]]gebied dat vanaf de [[17e eeuw]] ontveend en in cultuur gebracht is. Uit die tijd resteert een uitgebreid stelsel van [[kanaal (waterweg)|kanalen]], dat het gebied een welhaast wiskundig karakter geeft. Traditioneel werden hier vooral [[fabrieksaardappel]]en verbouwd, die de basis zijn van een uitgebreide [[aardappelzetmeelfabriek|aardappelzetmeelindustrie]].
Regel 145:
Groningen heeft een zeer hoog percentage niet-kerkelijken (1999: 59% bron CBS), vooral in de [[Groningen (stad)|stad]] en het oosten van de provincie, waar het percentage destijds al boven de 60 lag. Volgens een recent onderzoek van het WRR is het aantal niet-christenen recent nog verder gestegen. Anno 2005 is nog slechts 1 op 4 Groningers aangesloten bij een kerk. Hiermee is Groningen na Flevoland de meest ontkerkelijkte provincie van Nederland. Per eind 2005 was ongeveer 20 procent van de Groninger bevolking protestant en iets minder dan 5 procent van de bevolking was katholiek. Met bijna 3 % kent de [[Islam]] in Groningen naar Nederlandse begrippen relatief weinig volgelingen. Uitzonderingen hierop zijn plaatsen als Appingedam, Delfzijl, Hoogezand en Veendam.
 
Na de [[Nederlandse Opstand|Opstand]] werd ook in Groningen de [[Nederlandse Hervormde Kerk]] het voornaamste kerkgenootschap, maar er bleven verspreid door de provincie kleine groepen [[Rooms-Katholieke Kerk|katholieken]] bestaan, merendeels in de stad en ook in [[Hogeland]]se enclaves als [[Kloosterburen]]. Ook Nederlands noordelijkste Mariabedevaartplaats ligt op het Hogeland, in [[Warfhuizen]]. In het begin van de [[19e eeuw|negentiende eeuw]] ontstond in [[Ulrum]] een van de voorlopers van de [[Gereformeerde Kerken in Nederland|Gereformeerde Kerk]]. Vooral het Hogeland is tegenwoordig overwegend Gereformeerd terwijl het westen van de provincie, in (de gemeentengemeente [[GrootegastWesterkwartier (gemeente)|GrootegastWesterkwartier]] en [[Zuidhorn (gemeente)|Zuidhorn]] een concentratie [[Gereformeerde Kerken vrijgemaakt|Gereformeerd vrijgemaakt]] kent.
 
De regio de [[Groninger Veenkoloniën|Veenkoloniën]] kent een veel gemengder beeld. De verschillende koloniën werden vaak door groepen gelijkgezinden bevolkt, waardoor er bijvoorbeeld katholieke dorpen als [[Zandberg (Groningen-Drenthe)|Zandberg]] en [[Kopstukken (dorp)|Kopstukken]] ontstonden. Ook een [[Doopsgezinden|Doopsgezind]] dorp als [[Lula (plaats)|Lula]] is hiervan een voorbeeld.