Constant Permeke: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 11:
 
===Legerdienst===
In 1906 verbleef hij te Gent, voor zijn [[militaire dienstplicht]]. Hij liet zich daar inschrijven aan de academie en werd ingedeeld bij de "Universitaire Compagnie", waardoor hij avondlessen kon blijven volgen en een zekere vrijheid kreeg om vriendschap te sluiten met belangrijke figuren als [[Frits Van den Berghe]], [[Gustave De Smet]], [[Henri Puvrez]], [[Léon De Smet]], de kunst-historicus [[André de Ridder (auteur)|André de Ridder]] en de criticus [[Paul Gustaaf Van Hecke]]. Sterk onder de invloed van "de prins van het Vlaamse luminisme" Emile Claus, die te [[Astene]] verbleef, en aangetrokken door de bekendheid van de eerste Latemse kunstenaarskolonie, rond [[Albijn Van den Abeele]], vestigde de groep vrienden zich te [[Sint-Martens-Latem]].
 
===Oostende===
Regel 56:
Van den Bussche stelde in 2012 dat Permeke met het vele zwart een eenheid tot stand wilde brengen tussen de verfmaterie en de voorstelling in zijn werk, om zo de verbondenheid met de aarde uit te drukken. Het vaak gebruikte zwart gaf volgens hem aan Permeke's schilderijen de draagkracht, waaruit hij als het ware zijn figuren geboren liet worden. Als illustratie voor zijn bewering refereerde hij naar onderstaande citaat van de broers Haesaerts uit 1930, om te bewijzen dat het zwart in de werken van Permeke nooit later heeft na-gedonkerd. Het vele zwart werd door hem zo gebruikt en was dus ook werkelijk zo bedoeld om de intensiteit die Permeke in zijn schilderij wilde bereiken bewust tot stand te brengen. Hier de beide broers aan het woord:
:'' 'Ik herinner mij een schilderij van Permeke dat niets anders voorstelde dan een zwarte rechthoek - jawel, helemaal zwart. Slechts ten koste van een grote inspanning - waarbij de ogen geleidelijk aan de duisternis gewend raakten - kon je de zware, embryonale vormen van enkele slapende figuren onderscheiden. Duisternis, slapende wezens, aarde en lichamen met elkaar versmolten..' ''<ref>''Les Beaux-Arts'' nr. 3, Luc en Paul Haesaerts, 1 februari 1930, p. 2</ref><br>
Van den Bussche erkende wel degelijk dat er veel door Permeke werd overgeschilderd in verflagen, maar dat daarbij de donkere bovenliggende tonen (vaak zwart) de kleur van de onderliggende lagen laten doorschijnen, wat een specifieke eigenschap is van de olieverf. Dit is een verwante techniek als die van [[Rembrandt van Rijn|Rembrandt]], die door Permeke dan ook sterk werd bewonderd.
 
== het Permekemuseum ==