Legpuzzel: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
begin geschiedenis
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 11:
De losse eenheden waaruit een puzzel bestaat heten de stukjes. De losse stukjes moeten tot één geheel worden gelegd. Er ontstaat dan een afbeelding. Die afbeelding is gegeven en een leidraad voor het leggen van de puzzel.
 
De vorm van de stukjes voor veel legpuzzels is meestal zo dat de stukjes aan de zijden uitsteeksels hebben die in een inkeping in een naburig stukje passen. Wanneer ze zijn gelegd, zitten de stukjes stevig tegen elkaar aan. Meestal zijn ze allemaal verschillend, zodat het mogelijk is om ze behalve aan de hand van de gegeven afbeelding aan de hand van hun vorm op de goede plaats te leggen. Vaak is het patroon van een legpuzzel zodanig dat op alle snijpunten 4 stukjes bij elkaar komen: zo'n puzzel is gesneden met doorlopende verticale en horizontale lijnen. In ronde legpuzzels komen de snijlijnen niet alleen in kruisingen bij elkaar, maar ook in 'T-splitsingen'. Ook kennen ronde legpuzzels geen hoekstukken. Dit maakt ronde legpuzzels lastiger dan rechthoekige puzzels.
 
Legpuzzels zijn te krijgen vanaf 4 eenvoudig gevormde stukjes met een simpele afbeelding voor de allerkleinste kinderen, tot monsters van enkele duizenden, tot wel 40.320, stukjes waarop zeer ingewikkelde en repetitieve afbeeldingen staan. Het in elkaar leggen van grotere modellen kan vele dagen tot enkele weken werk kosten en heeft een groot werkblad nodig. Er zijn voor kleine kinderen [[vloerpuzzel]]s van extra grote puzzelstukken om er veilig mee te kunnen spelen.