Euroscepsis in het Verenigd Koninkrijk: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
1 (onbereikbare) link(s) aangepast en 0 gemarkeerd als onbereikbaar #IABot (v2.0beta)
k →‎Na 1945: Meervoud
Labels: Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele website
Regel 13:
Groot-Brittannië werd na afloop van de Tweede Wereldoorlog gedwongen om de leiding te nemen in West-Europa. De ''American Committee for a United Europe'' en de ''European Conference on Federation'', geleid door [[Winston Churchill]], waren één van de eerste ondernemingen om, met medewerking van Groot-Brittannië, Europa te verenigen. Hoewel de Britse regering de Europese integratie op het vasteland steunde, waren zij van mening dat Groot-Brittannië er zelf niet deel aan zou moeten nemen. Groot-Brittannië heeft, in tegenstelling tot het naoorlogse Duitsland, nooit een sterke pro-Europese beweging gekend. De naoorlogse jaren in het Verenigd Koninkrijk, tot aan 1954, werden overschaduwd door het verlies van een groot deel van het [[Britse Rijk]]. Het land behoorde niet tot de zes oorspronkelijke oprichters van de [[Europese Gemeenschappen]] van begin jaren vijftig. 'De Zes' tekenden het [[Verdrag van Parijs (1951)|Verdrag van Parijs]], waarmee op 18 april 1951 de [[Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal]] (EGKS) werd opgericht. De Zes slaagden er echter niet in om een [[Europese Defensiegemeenschap]] op te richten.
 
In de jaren voor de oprichting van de EGKS, pleittepleitten voornamelijk Britse extreemrechtse politici, zoals [[Oswald Mosley]], voor verdere integratie binnen Europa.<ref>{{en}}Gottlieb, J., Thomas, P. (2003). ''Culture of Fascism: Visions of the Far Right in Britain''. p. 75</ref><ref>{{en}}Drábik, J. (2012). ''Oswald Mosley's Concept of a United Europe. A Contribution to the Study of Pan-European Nationalism in the Twentieth Century''. Praag: Charles Univerisity in Prague.</ref> De Britse elite ging er niet van uit dat Groot-Brittannië zou kunnen deelnemen als simpelweg 'lid' van de Europese Gemeenschappen.<ref>{{de}}Quante. J. (2013). ''Die britische Europapolitik im Spiegel von Karikaturen''. LIT Verlag Münster.</ref> Deze reserveringen waren in mindere mate gebaseerd op economische overwegingen, maar eerder gebaseerd op politieke filosofie.<ref>{{en}}Gehler, M. (2009). ''From common market to European Union building''. Böhlau Verlag Wien.</ref> Het idee van ongelimiteerde [[soevereiniteit]], gebaseerd op het Britse juridische systeem en parlementaire traditie, was en is hooggewaardeerd in Groot-Brittannië. Het [[gebrek aan democratie binnen de Europese Unie]], waaronder twijfel over de legitimiteit van de [[Europese Commissie]] en het [[Europese Parlement]], vormen de basis van het Britse euroscepsis. Ook de alsmaar stijgende kosten van lidmaatschap en de negatieve impact van de EU-regelgeving op het Britse bedrijfsleven worden genoemd als bezwaren.<ref>{{en}}Winnett, R., Waterfield, B (2011). [http://www.telegraph.co.uk/news/politics/8417255/300-a-year-the-cost-to-each-taxpayer-of-funding-EU.html ''£300 a year: the cost to each taxpayer of funding EU'']. Londen: The Daily Telegraph. Geraadpleegd op 8 juni 2011.</ref><ref>{{en}}[http://www.dailymail.co.uk/debate/article-1228769/MAIL-COMMENT-EU-democracy-lose-relentless-expansion-continues.html ''EU ‘democracy’ and why we always lose as its relentless expansion continues'']. Londen: Daily Mail. 18 november 2009. Geraadpleegd op 2 augustus 2011.</ref>
 
Britse tegenstanders van de EU beschuldigen EU-politici en -ambtenaren van corruptie. In 2005 drong Brits Europarlementariër [[Nigel Farage]] bij de Europese Commissie aan om de vakantiereizen van eurocommissarisen bekend te maken, nadat bekend werd dat [[voorzitter van de Europese Commissie]] [[José Barroso]] een week op het jacht van een Griekse miljardair had doorgebracht.<ref>{{en}}Castle, S. (2005). [http://www.independent.co.uk/news/world/europe/barroso-survives-confidence-debate-over-free-holiday-with-greek-tycoon-6145410.html ''Barroso survives confidence debate over free holiday with Greek tycoon'']. Londen: The Independent. Geraadpleegd op 2 mei 2010.</ref>