Sint-Pietersabdij (Gent): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
1 (onbereikbare) link(s) aangepast en 0 gemarkeerd als onbereikbaar #IABot (v2.0beta14)
wlink wereldliteratuur
Regel 24:
De abdij met haar gebouwen en afhankelijkheden zoals hoeven, tuinen, woningen en landerijen vormde een zogenaamd abdijdorp, het [[Sint-Pietersdorp]]. De abdij bezat over haar grenzen uitgestrekte domeinen waaronder Vlaamse en Zeeuwse schorrengebieden waarop schapen graasden. De inwoners van het abdijdorp dreven handel in wol waarbij ze gebruik maakten van de privileges die de abdij had bedongen. Gent werd zo in de 11e eeuw een internationaal centrum van wol- en [[lakenindustrie|lakenhandel]]. Beide abdijen bezaten alle stadsgronden binnen de portus waarvoor de eigenaren jaarlijks belastingen moesten betalen.
 
De eerste vijf [[Lijst van graven van Vlaanderen|graven van Vlaanderen]] (overleden tussen 879 en 1035) werden op het terrein van de abdij begraven. Ook [[Godfried van Verdun]] vond hier zijn laatste rustplaats. In de twaalfde eeuw werd [[wereldliteratuur]] geproduceerd in de abdij. Het Latijnse dierdicht ''[[Ysengrimus]]'', waarin de abdij wordt vernoemd, liet Europa kennismaken met de wolf en zijn vijand ''Reynardus vulpes'' (Reynaert de Vos). Zo'n veertig jaar later, tussen 1183 en 1190, schreef [[Chrétien de Troyes]] in de abdij de eerste graalroman, ''[[Perceval ou le Conte du Graal]]''. Hij deed dit in dienst van de Vlaamse graaf [[Filips van de Elzas]] en naar eigen zeggen op basis van een boek hem door de graaf ter hand gesteld.
 
Latere tijden van voorspoed waren de 14e en 15e eeuw. In [[1566]] kreeg de abdij zwaar te lijden van de [[Beeldenstorm]], o.a. de bibliotheek werd volledig verwoest. De Vlaamse dichter [[Cornelis Columbanus Vrancx]] werd in 1597 abt van de abdij. Haar huidig uitzicht heeft de abdij van de restauraties in de 17e en 18e eeuw.