Slag om de Ardennen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 139:
Op 18 en 19 december bevonden zich tussen de Ourthe en de Maas, op enkele genie-eenheden en verspreide pantserpatrouilles na, geen Amerikaanse troepen en de Duitsers hadden zonder tegenstand kunnen oprukken naar Namen en Dinant. Het direct na aankomst zeer agressief optredende [[garnizoen]] van Bastenaken hield met succes echter, geholpen door een ''Combat Command'' van de Amerikaanse 10e Pantserdivisie, de Duitse infanterie aan de oost-, zuid- en noordzijde van de stad gedurende drie dagen tegen. De Duitse pantserdivisies hadden opdracht het stadje te omtrekken maar misten daarvoor de ruimte zodat ook hier een gigantische verkeersopstopping ontstond, verergerd door zware sneeuwval. Door dit oponthoud was de vaart uit Von Manteuffels opmars gehaald en werd Hodges de gelegenheid geboden een verdedigingslinie op te zetten van [[Marche-en-Famenne]] tot [[Grandmenil]].<ref name="Bericht2wo 2256">{{aut|Kielich, W.}}, ''Bericht van de Tweede Wereldoorlog, deel 14'', Amsterdam, Uitgeverij Amsterdam Boek, 1970-1975, pag. 2256</ref>
 
Toen de Duitsers er, ondanks hun overmacht, niet in slaagden de Amerikaanse verdedigingsgordel rondom Bastenaken te doorbreken, restte hun niets anders dan de stad te omsingelen. In de nacht van 20 op 21 december sloten zij de ring door de weg van Bastenaken naar [[Neufchâteau (Luxemburg)|Neufchâteau]] te bezetten. Model kreeg van Hitler de opdracht niet al te veel krachten aan Bastenaken te verspillen, maar verder op te rukken naar de Maas. Dat was echter geen eenvoudige zaak nu de Duitsers gedwongen waren om het door de Amerikaanse troepen bezette Bastenaken heen te trekken langs smalle, slecht begaanbare binnenwegen, in plaats van over de grote verkeersweg recht naar Marche-en-Famenne en Namen door te rijden. Het omrijden betekende veel tijdverlies voor de Duitsers en elke dag raakten ze verder achter op schema, wat winst was voor de Amerikanen. Op 21 december probeerden de Duitsers nogmaals een doorbraak te forceren in de sector [[Monschau]]-[[Bütgenbach]]-[[Malmedy]].<ref name="Bericht2wo 2256" /> Zonder rekening te houden met hun verliezen, bleven ze 48 uur lang aanvallen. Uiteindelijk leverde dit nauwelijks terreinwinst op. Meer succes hadden de Duitsers bij Sankt Vith. Van twee kanten drukten zij daar het Amerikaanse 'hoefijzer' in elkaar en dwongen Hasbroucks mannen terug te trekken over de [[Salm (rivier in Ardennen)|Salm]]. Nu lag de weg van Sankt Vith naar Houffalize voor de Duitsers open en toen op 23 december ook [[Saint-Hubert (België)|Saint-Hubert]] genomen was, hadden zij een uitstekende verbinding van het noordoosten naar het zuidwesten. Een derde aanval werd uitgevoerd door de 2e SS-Pantserdivisie en de 9e SS-Pantserdivisie; die laatste divisie was uit de strategische reserve vrijgegeven en aan het 5e SS-Pantserleger toegevoegd. De aanval was gericht tegen de Amerikaanse 82e Luchtlandingsdivisie, die bij de Salm in stelling lag en nu genoodzaakt was om zich tot over deze rivier terug te trekken.<ref name="Bericht2wo 2256" />
 
In het zuiden slaagde de Duitse 2e Pantserdivisie erin door te stoten naar [[Celles (Namen)|Celles]]. In de avond van 23 december stonden Von Manteuffels troepen nog slechts zestien kilometer van Dinant en de Maas.<ref name="Bericht2wo 2256" /> Hun brandstof was echter vrijwel op en ze zaten door hun munitie heen. Vooralsnog maakte Montgomery zich geen zorgen over deze Duitse opmars. Hij was niet ontevreden over het verloop van de slag sinds 20 december, toen hij in het noorden het commando had overgenomen. Hij wist dat het oorspronkelijke plan van de Duitsers was recht naar het westen door te stoten en dan tussen Luik en Namen de Maas over te steken. Vanuit die positie was de afstand tot Antwerpen het kleinst. Zij waren nu gedwongen af te zwenken naar het zuidwesten, een gebied waar zij voorlopig weinig kwaad konden. Het speelde Montgomery in de kaart dat Von Manteuffel nu de wegen van Sankt Vith naar [[La Roche-en-Ardenne|La Roche]] en Saint-Hubert tot zijn beschikking had. Deze wegen liepen naar het zuidwesten en dat was precies de richting die Montgomery de Duitsers wilde dwingen te gaan. Hoe verder ze die kant optrokken, hoe kwetsbaarder ze werden en de kans werd steeds kleiner dat zij nog voldoende krachten konden concentreren om een doorbraak te forceren tussen Malmedy en Marche-en-Famenne om van daaruit de wegen naar het noordwesten open te breken.