Navigatie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Labels: Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele website
k Wijzigingen door 217.100.10.242 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Romaine
Regel 6:
* [[plaatsbepaling]]
* het naar aanleiding daarvan uitzetten van een [[koers (richting)|koers]] richting de bestemming en
* rekening houden met gunstige of ongunstige factoren die men onderweg tegenkomt of zou kunnen tegenkomen.
* rekening houden gheid|nauwkeurigheid]], de waarnemings- en verwerkingstijd en de interval tussen de waarnemingen van belang. De positie wordt bepaald met meerdere [[positielijn]]en. Dit kan door de navigator zelf gebeuren met een [[navigatie-instrument]], zoals bij [[Peiling (richting)|zichtpeilingen]] of [[astronavigatie]]. Sinds de [[Tweede Wereldoorlog]] zijn deze instrumenten uitgebreid met volledige [[Navigatiesysteem|navigatiesystemen]] waarbij de positie bepaald wordt met weinig en sinds de opkomst van de [[computer]] geen inbreng van de navigator zoals met bijvoorbeeld [[Global Positioning System|gps]]. Indien geen directe positie kan worden bepaald, wordt wel van het [[gegist bestek]] gebruikgemaakt.
 
*Bij rekeningde houdenplaatsbepaling gheidzijn de [[Positienauwkeurigheid|nauwkeurigheid]], de waarnemings- en verwerkingstijd en de interval tussen de waarnemingen van belang. De positie wordt bepaald met meerdere [[positielijn]]en. Dit kan door de navigator zelf gebeuren met een [[navigatie-instrument]], zoals bij [[Peiling (richting)|zichtpeilingen]] of [[astronavigatie]]. Sinds de [[Tweede Wereldoorlog]] zijn deze instrumenten uitgebreid met volledige [[Navigatiesysteem|navigatiesystemen]] waarbij de positie bepaald wordt met weinig en sinds de opkomst van de [[computer]] geen inbreng van de navigator zoals met bijvoorbeeld [[Global Positioning System|gps]]. Indien geen directe positie kan worden bepaald, wordt wel van het [[gegist bestek]] gebruikgemaakt.
 
Andere navigatiehulpmiddelen zijn een [[kompas]], de [[Kaart (cartografie)|land- of zeekaart]], de [[Passer (gereedschap)|passer]] en [[parallelliniaal]], en de [[chronometer]], of externe navigatiemiddelen zoals [[radar]] en eventueel een heel [[verkeersleiding]]ssysteem.
Regel 13 ⟶ 15:
 
== Geschiedenis van de navigatie ==
Aanvankelijk voeren zeelieden alleen dicht onder de kust en bepaalden hun plaats en koers aan de hand van markante punten op de wal. Dit werd bemoeilijkt door [[mist]] of een donkere nacht. Vuurtorens maakten het makkelijker, de [[Pharos van Alexandrië]] mag hier niet onvermeld oevenblijven.

Bij ondiep water was het mogelijk om bodemmonsters te nemen en door bepaalde bodemtypen te herkennen, soms zelfs door te proeven van de modder, informatie over de plaats te winnen. Ook de waterdiepte (in [[vadem]]) geeft informatie: in [[Handelingen van de apostelen|Handelingen]] 27:28-29 meten de zeelui een verminderde diepte, en dat doet vermoeden dat er land in de buurt is, wat men door de duisternis niet kan zien.
 
De koers kon worden bepaald aan de hand van zon en sterren, maar ook dat kon natuurlijk alleen bij helder weer. De vermelding in Handelingen 27:20 geeft aan dat de zeelui geen enkele indicatie hadden over de koers. Het magnetisch [[kompas]], dat eeuwenlang een belangrijke koersindicator was, bestaat pas sinds de 12e eeuw.