Joor Bastiaan Verheij: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 21:
}}
 
'''Joor Bastiaan Verheij''' ([[Werkendam (plaats)|Werkendam]], [[21 juli]] [[1851]] – [[Rotterdam]], [[4 mei]] [[1913]]) was een [[Nederland]]se [[officier]] en [[politicus]] namens de [[Liberale Unie (Nederland)|Liberale Unie]] in de [[Tweede Kamer]].
 
==Biografie==
Regel 32:
 
===Politiek===
De belangstelling voor zowel [[onderwijs]] als zijn kennis van de marine leidde ertoe dat Verheij gevraagd werd zich vanuit het district [[Kralingen]] waar hij woonde te kandideren voor de Tweede Kamer. Op 21 september 1897 werd hij verkozen namens de [[Liberale Unie (Nederland)|Liberale Unie]], wat hij tot 7 juli 1903 zou blijven. Zijn vertrek uit het parlement had te maken met zijn benoeming tot commandant van het Korps Mariniers omdat hij dacht dat dit moeilijk te combineren zou zijn. Vanuit de legerleiding kwam echter het dringende verzoek om zijn kamerwerk te hervatten omdat het Korps Mariniers bij een bezuinigingsoperatie mogelijke opheffing boven het hoofd hing en men een ervaren lobbyist en kenner benodigde in het parlement. Verheij hervatte zijn kamerlidmaatschap op 17 september 1903 en zou dit tot zijn overlijden blijven doen. In deze periode was hij tevens gemeenteraadslid te Rotterdam van 5 mei 1905 tot en met 3 september 1907.
 
Hij was als kamerlid lid van de onderzoekscommissie naar de wijziging van de bezetting van [[Suriname]] en [[Curaçao]] in 1903, lid van de Staatscommissie reorganisatie van de zeemacht in Nederlands-Indië in 1906 en bekleedde tevens meerdere bestuursfuncties binnen het onderwijs, zowel landelijk als in [[Rotterdam]]. Voor zijn werk in verband met de afhandeling van het wetsvoorstel Militair Straf en Tuchtecht werd hij in 1903 benoemd tot [[Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw]]. Het Nederlandsch Onderwijzersgenootschap benoemde hem tot erelid vanwege zijn jarenlange inzet voor het onderwijs.