Orion (sterrenbeeld): verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
De planetaire nevel Jonckheere 320. Label: Misbruikfilter: Kwebbelen |
Bezienswaardigheden. |
||
Regel 18:
* [[Thabit]] (υ, ''upsilon Orionis'')
== Bezienswaardigheden ==
* Net
* Het gebied rond de ster Alnitak links in de gordel van Orion is een ander helder deel van het Orioncomplex waarin onder andere de [[paardenkopnevel]] en de [[vlamnevel]] liggen. Hier in de buurt ligt ook de nevel [[Messier 78]].▼
* Op ongeveer 7 graden
▲Het gebied rond de ster Alnitak links in de gordel van Orion is een ander helder deel van het Orioncomplex waarin onder andere de [[paardenkopnevel]] en de [[vlamnevel]] liggen. Hier in de buurt ligt ook de nevel [[Messier 78]].
* De veranderlijke ster '''U Orionis''' zou volgens Robert Burnham, Jr. een opvallend rode kleur uitstralen (''Strong Reddish Color''). Zie bladzijde 1310 in ''Burnham's Celestial Handbook''. U Orionis staat niet ver van het punt waar de grenslijnen van Orion, Gemini, en Stier (Taurus) elkaar ontmoeten.▼
* De '''37''' of '''LE''' sterrengroep [[NGC 2169]]. Met gemak kan men in deze sterrengroep (of eerder ''asterism'') m.b.v. een amateurtelescoop het nummer 37 of de letters LE herkennen.▼
▲Op ongeveer 7 graden voorafgaand aan de drie gordelsterren is '''W Orionis''' te vinden. Dit is een typische ''koele koolstofster'' (Cool Carbon Star), en daarmee één van de meest roodkleurige sterren waarneembaar m.b.v. amateurtelescopen.
* Het ''asterism'' '''Dolidze 17''' op ongeveer 1 graad noordelijk-voorafgaand aan γ Orionis (Bellatrix).▼
* Het ''asterism'' [[NGC 1662]] aan het grensgebied tussen Orion en Taurus (Stier).▼
▲De veranderlijke ster '''U Orionis''' zou volgens Robert Burnham, Jr. een opvallend rode kleur uitstralen (''Strong Reddish Color''). Zie bladzijde 1310 in ''Burnham's Celestial Handbook''. U Orionis staat niet ver van het punt waar de grenslijnen van Orion, Gemini, en Stier (Taurus) elkaar ontmoeten.
* De planetaire nevel '''Jonckheere 320''' (PK 190-17.1). Te vinden op 6 en een halve graad
* Er zijn verschillende jonge sterren in nabijgelegen sterrenbeelden (''Mu Columbae, AE Aurigae'' en ''53 Arietis'') waarvan de [[eigenbeweging]]en aangeven dat ze in de ''Orion-associatie'' ontstaan zijn. Uit de afstanden en snelheden van deze sterren, kan men de leeftijd van de Orion-associatie bepalen op 2,5-4,5 miljoen jaar.▼
▲De '''37''' of '''LE''' sterrengroep [[NGC 2169]]. Met gemak kan men in deze sterrengroep (of eerder ''asterism'') m.b.v. een amateurtelescoop het nummer 37 of de letters LE herkennen.
* Tussen 16 en 26 oktober is de [[meteorenzwerm]] de [[Orioniden]] te zien, met een maximum op 21 oktober. Deze zwerm is geassocieerd met de [[komeet van Halley]].<ref>{{en}} {{citeer web | url = http://www.amsmeteors.org/2015/10/orionids-2015/ | titel = The Orionids | werk = [[American Meteor Society]] | datum = 21 oktober 2015}}</ref>▼
▲Het ''asterism'' '''Dolidze 17''' op ongeveer 1 graad noordelijk-voorafgaand aan γ Orionis (Bellatrix).
▲Het ''asterism'' [[NGC 1662]] aan het grensgebied tussen Orion en Taurus (Stier).
▲De planetaire nevel '''Jonckheere 320''' (PK 190-17.1). Te vinden op 6 en een halve graad noordelijk-voorafgaand aan γ Orionis (Bellatrix).
▲Er zijn verschillende jonge sterren in nabijgelegen sterrenbeelden (''Mu Columbae, AE Aurigae'' en ''53 Arietis'') waarvan de [[eigenbeweging]]en aangeven dat ze in de ''Orion-associatie'' ontstaan zijn. Uit de afstanden en snelheden van deze sterren, kan men de leeftijd van de Orion-associatie bepalen op 2,5-4,5 miljoen jaar.
▲Tussen 16 en 26 oktober is de [[meteorenzwerm]] de [[Orioniden]] te zien, met een maximum op 21 oktober. Deze zwerm is geassocieerd met de [[komeet van Halley]].<ref>{{en}} {{citeer web | url = http://www.amsmeteors.org/2015/10/orionids-2015/ | titel = The Orionids | werk = [[American Meteor Society]] | datum = 21 oktober 2015}}</ref>
[[Bestand:Orion-guide dark.svg|thumb|Aangrenzende sterrenbeelden]]
|