John A. Hobson: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Kippenbot1 (overleg | bijdragen)
k N.a.v. hernoeming/verwijdering categorie
FNAS (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 3:
Met [[Albert F. Mummery]] schreef Hobson ''The Physiology of Industry'' (1889), dat een verklaring zocht voor de [[Conjunctuur|periodieke handelscrises]] in overmatig spaargedrag en [[onderconsumptie]]. Met dit werk, dat als een aanval op de [[Victoriaans tijdperk|victoriaanse]] waarde van spaarzaamheid werd ontvangen, vestigde hij een naam als 'ketter' binnen de economische wetenschap.
 
Als journalist versloeg Hobson de [[Eerste Boerenoorlog]] voor de [[Manchester Guardian|''Manchester Guardian'']]. Bij terugkeer was hij, mogelijk door een ontmoeting met [[Cecil Rhodes]], overtuigd geraakt van het idee dat het imperialisme van de westerse mogendheden een voortzetting was van het [[kapitalisme]]: een gewapende zoektocht naar nieuwe afzetmarkten en arbeidskrachten. ''Imperialism'' (1902) was de neerslag van dit idee, gekoppeld aan HobsonHobsons eerdere werk met betrekking tot onderconsumptie.
 
Volgens Hobson was de scheve [[inkomensverdeling]] in kapitalistische landen er de oorzaak van, dat de rijken geen andere keus hadden dan hun vermogen op te potten; dit had dan weer tot gevolg dat goederen onverkocht bleven. Aangezien binnenlandse investering alleen tot meer overproductie zou leiden, was de enige uitweg kapitaalexport. Dit, stelde Hobson, had geleid tot een strijd om controle over buitenlandse markten, de [[Wedloop om Afrika|opdeling van Afrika]] en die van Azië, en tot inter-imperialistische oorlogen.