Sprinklerinstallatie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 27:
Bij vorstgevaar kan de sprinklerinstallatie als droge installatie worden uitgevoerd, waarbij het sprinklerleidingnet met lucht van een [[Compressor (gas)|compressor]] wordt gevuld. Na het wegstromen van de lucht door een aangesproken sprinkler daalt de druk in het leidingnet, waardoor de droge alarmklep opent en water toelaat tot het sprinklerleidingnet.
 
Indien extra maatregelen gewenst zijn tegen [[waterschade]] (bijvoorbeeld in [[computer]]ruimten of [[museum|musea]]), kan de droge installatie (ook bekend als ''pre-action'') worden uitgevoerd met een droge alarmklep die pas opent als ook brand wordt gedetecteerd of door een detectienet of een [[rookmelder]] van een brandmeldinstallatie. Ook is de toepassing van watermist steeds meer voorkomend. Daarbij wordt de gehele te blussen ruimte gevuld met een waternevel welke de brand blust, deze watermistinstallaties worden ook wel toegepast in turbines voor energielevering. Een alternatief voor sprinklerinstallatie in ruimten met elektra en documenten gevoelig voor water is een [[blusgasinstallatie]] of een [https://firepro.nl/firepro/15-redenen-voor-firepro/ Dry condensed Aerosol].
 
Sprinklers hebben in de loop der jaren hun degelijkheid reeds meerdere malen bewezen. De overlevingskansen bij brand in een gebouw waar een sprinklerinstallatie is aangebracht zijn gunstiger dan in een gebouw zonder sprinklers. Het komt voor dat de sprinklerinstallatie de (beginnende) brand reeds heeft gedoofd alvorens de [[brandweer]] ter plaatse is.