Willem Witsen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Leven: kleine aanvulling
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 28:
==Leven==
De jaren 1883-1887 vormden een belangrijke periode in het leven van Willem Witsen: jaren waarin hij uitgroeide van student aan de Amsterdamse Rijksacademie tot een professioneel kunstenaar. Hij sloot al snel vriendschappen met beeldend kunstenaars en literatoren en ontwikkelde zich snel tot een sleutelfiguur binnen een netwerk van gelijkgestemden - jonge, ambitieuze kunstenaars die zich beschouwden als grote vernieuwers in kunst en literatuur.<br>In 1884 besloot Witsen de academie te verlaten. Nog in het onzekere over een precieze invulling van de tijd, vestigde hij zich op [[Ewijckshoeve]] bij Lage Vuursche, het buitenhuis van de familie, door zijn vader in 1881 gekocht, waar hij tot 1887 zou verblijven. Hij schreef zijn vriend [[Jan Veth]] daarover:
:'' ' 'k Ben hier heerlijk aan 't werk – de dagen vliegen om met 'n onrustbarende snelheid. Niets dan onrust. Uitscheiden wanneer je goed op weg komt; inspannen om te maken wat er niet in wil; dan vol vertrouwen, dan weer moedeloos – zonder moed, zonder geloof vloekende tegen eigen onmacht..' ''<ref>[http://www.willemwitsen.nl/images/Witsen.pdf 'Een Bloemlezing uit zijn brieven']</ref>
Door deze beslissing om Amsterdam te verlaten nam Witsen bewust afstand van het intensieve vriendschapsleven in de stad. Die groepsdynamiek trok hem enerzijds aan, maar leidde hem ook af en belemmerde hem in zijn werk. Waar Witsen voorheen levendige conversaties over kunst voerde in een van de vele Amsterdamse cafés, concentreerde hij zich deze jaren in de stilte van de natuur. Dit schijnbaar teruggetrokken bestaan van Witsen maakte echter niet dat hij zijn centrale positie in het Amsterdamse verenigingsleven kwijtraakte, ook al omdat er veel Amsterdams bezoek kwam.<ref>[http://www.willemwitsen.nl/images/Witsen.pdf Inleiding van, 'Willem Witsen - een bloemlezing uit zijn brieven']</ref>
 
Vanaf april 1887 keerde hij terug naar Amsterdam en gebruikte enkele maanden het atelier van zijn vriend [[George Breitner]] aan de [[Oudeschans (Amsterdam)|Oude Schans]] 5 te Amsterdam, met uitzicht op de [[Montelbaanstoren]]. Van 1888 tot 1891 verbleef hij in [[Camden (Londen)]]. Hier zag hij het werk van [[James McNeill Whistler (schilder)|James McNeill Whistler]] en kreeg hij interesse in fotografie. In 1891 keerde hij terug naar Amsterdam waar hij lid werd van kunstenaarsvereniging [[Arti et Amicitiae]].