Analytisch en synthetisch oordeel: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Het subjectbegrip in de filosofie is het ding/woord waarover iets wordt gezegd. Het predikaat (dat wat over het subject wordt gezegd) is bij een analytisch oordeel in het subject vervat .
Label: Ongedaan maken
→‎Kant: link
Regel 22:
Het onderscheid tussen analytische en synthetische oordelen werd voor het eerst gemaakt door [[Immanuel Kant]], die probeerde het [[Engeland|Engelse]] [[empirisme]] van onder anderen [[John Locke (filosoof)|Locke]] en [[David Hume|Hume]] te verenigen met het [[Duitsland|Duitse]] [[rationalisme]] waarin hij was onderwezen. Het empirisme vooronderstelt dat de zintuiglijke ervaring de ultieme bron van alle kennis is (en alle kennis dus ''contingent'' is), terwijl het rationalisme vooronderstelt dat de [[rede|ratio]] de bron van kennis is (en alle kennis dus ''noodzakelijk'' is).
 
Om deze [[kennistheorie|kentheoretische]] kloof te overbruggen, werkte Kant in zijn [[Kritik der reinen Vernunft]] het onderscheid uit tussen ''[[a priori]]'' (of: rationeel) en ''[[a posteriori]]'' (of: [[empirisch resultaat|empirisch]]) en tussen ''analytisch'' en ''[[Synthese (filosofie)|synthetisch]]''. De hoofdvraag van zijn werk is: "(Hoe) zijn synthetische oordelen a priori mogelijk?". Immers, de mogelijkheid van a posteriori synthetische oordelen is evident (het constateren van een stand van zaken in de waarneembare werkelijkheid voegt altijd kennis toe) evenals de mogelijkheid van a priori analytische oordelen (het rationeel afleiden van een predicaat van een subject dat al in de geest van het denkende individu aanwezig is).
De mogelijkheid van a priori synthetische oordelen bewijst Kant echter ook: de [[logische tafels]] en [[Ruimte (filosofie)|ruimte]] en [[tijd]] zijn zogenaamde ''[[transcendentalia]]'', ofwel ''mogelijkheidsvoorwaarden'' voor de ervaring.
Met deze vaststelling ontstaat de beroemde "[[Copernicaanse wending]]" van Kant, ofwel het besef dat niet de ervaring alle kennis constitueert of een metafysische ideeënwereld, maar dat de menselijke geest de totaliteit van de ervaring structureert; het ''[[ding an sich]]'' is daarom onkenbaar.