Cynognathus: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 30:
De snuit van een kleinere schedel, specimen BMNH R 3580, werd benoemd als de soort ''Cynognathus Berryi''. De soortaanduiding eert James Berry, die hielp bij de opgravingen. Een volgende soort was ''Cynognathus platyceps'', de "platkaak". Deze was gebaseerd op specimen Albany Museum 460, een schedel door de natuurvorser [[Daniel Rossouw Kannemeyer]] opgegraven aan de Wonderboomspruit. De laatste soort was ''Cynognathus leptorhinus'', de "slankneus". Al deze taxa worden tegenwoordig beschouwd als jongere synoniemen van ''C. crateronotus''.
 
Fossielen van de soort zijn ook benoemd als aparte geslachten of soorten van al bestaande geslachten. In 1903 benoemde [[Robert Broom]] een ''Karoomys browni'', "Browns muis uit de Karoo", gebaseerd op specimen SAM 5870, een onderkaak. In 1912 benoemde Broom een nieuwe soort van ''[[Nythosaurus]]'': ''Nythosaurus browni'', gebaseerd op specimen BP 5872, een schedel. In 1913 benoemde Broom een ''Lycognathus ferox'', de "woeste wolfkaak", gebaseerd op specimen AMNH 5538, een schedel gevonden bij [[Winnaarsbaken]]. In 1915 hernoemde hij dit tot ''Lycochampsa'', de "wolfkrokodil". In 1931 benoemde Broom een ''Lycaenognathus kannemeyeri'', "Kannemyers wolvinkaak", gebaseerd op specimen Albany Museum 2190, een schedel gevonden bij [[Burgersdorp]]. In 1932 maakte Broom van ''C. platyceps'' een geslacht ''Cynogomphius'', de "hondenkies". In 1922 benoemde [[Sidney Henry Haughton]] het geslacht ''Cynidiognathus'', "puppykaak", met als soort ''Cynidiognathus longiceps'', de "langkaak", gebaseerd op specimen SAM 6224, een schedel gevonden bij [[Vaalbank]] en als tweede soort ''Cynidiognathus broomi'' gebaseerd op specimen SAM 1056, een schedel gevonden bij [[Kraaipoort]]. In 1935 benoemde [[Ferdinand Broili]] in dit geslacht nog een ''Cynidiognathus merenskyi'' waarvan de soortaanduiding [[Alexander Merensky]] eert. In 1936 benoemde Broili een ''Cynariognathus seeleyi'' gebaseerd op een schedel gevonden in Transkei. In 1953 benoemden A.S. Brink en [[James Wiliam Kitching]] een ''Cistecynodon parvus'', de "kleine dooscynodontiër", gebaseerd op specimen RC 318, een schedel met onderkaken gevonden op de boerderij Luiperdskop.
De soort is tevens benoemd als ''Cistecynodon parvus'', ''Cynidiognathus broomi'', ''Cynidiognathus longiceps'', ''Cynidiognathus merenskyi'', ''Cynognathus minor'', ''Cynogomphius berryi'', ''Karoomys browni'', ''Lycochampsa ferox'', ''Lycognathus ferox'' en ''Nythosaurus browni''.
 
Een speciaal geval is ''Cynognathus minor'', door [[José Fernando Bonaparte]] benoemd in 1969 op basis van holotype PVL 3859, een skelet gevonden in Argentinië.
 
== Beschrijving ==