Tachtigjarige Oorlog: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Labels: Visuele tekstverwerker Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele website
Regel 55:
[[Bestand:Frans Hogenberg Bildersturm 1566.jpg|thumb|left|Vernieling van de [[Onze-Lieve-Vrouwekathedraal (Antwerpen)|Onze-Lieve-Vrouwekathedraal te Antwerpen]] op 20 augustus 1566. ''([[gravure]] gemaakt door [[Frans Hogenberg]])'']]
 
De ontevredenheid onder de calvinisten kwam tot uitbarsting met de Beeldenstorm. Het geweld begon op 10 augustus 1566 in West Vlaanderen na aansporing door calvinistische predikanten. In grote delen van de Nederlanden werden hierop vernielingen aangericht in kerken en kloosters door rondtrekkende groepjes. Het vandalisme was gericht tegen de rijkdom van de katholieke kerk en de beeldenverering. Vooral heiligenbeelden, [[Altaar (religie)|altaren]] en [[monstrans]]en moesten het ontgelden. De golf van geweld verspreidde zich door Vlaanderen, Artesië en Brabant naar Holland en Zeeland en Utrecht. [[Willem van Oranje]] en zijn medestanders, waaronder de hoge edelen [[Lamoraal van Egmont|Egmont]] en [[Filips van Montmorency|Horne]] veroordeelden het geweld.<ref>{{aut|Nimwegen, O}} & {{aut|Sicking, L.}}, 'De Opstand' in ''De Tachtigjarige Oorlog. Van opstand naar geregelde oorlog. 1568-1648'' blz. 39</ref> Zij hadden een gematigd beleid en gewetensvrijheid voor ogen in de Zeventien Provinciën. De steun voor dit idee van gematigde katholieken kwam met deze actie op het spel. Oranje en zijn medestanders beloofden Margaretha van Parma de rust te herstellen in ruil voor het toestaan van het protestantisme in gebieden waar deze voor de beeldenstorm voorkwam. Margaretha had geen andere mogelijkheden dan instemmen. [[Hendrik van Brederode (1531-1568)|Hendrik van Brederode]], eerder woordvoerder van het Eedverbond der Edelen, zocht steun voor een gewapende oproer in het noorden maar slaagde er niet in. Margaretha, gesteund door Oranjes tegenstanders in de [[Raad van State (historisch)|Raad van State]], [[Peter Ernst I van Mansfeld|Mansveld]], [[Filips III van Croÿ|Aerschot]], [[Claudius van Berlaymont|Berlaymont]] en [[Karel van Brimeu|Megen]], liet in de tussentijd een leger oprichten om de protestanten in de Waalse provincies te bestrijden.<ref>{{aut|Groenveld, Simon; Leeuwenberg, H.L.Ph.}} (2008): ''De Tachtigjarige Oorlog. Opstand en consolidatie in de Nederlanden (ca. 1560 - 1650)'', blz. 85</ref> Eind 1566 werden de Waalse steden Doornik en Valenciennes door het regeringsleger belegerd. Een geuzenleger wilde de steden te hulp schieten, maar werd bij [[Slag bij Oosterweel|Oosterweel]] op 13 maart 1567 vernietigend verslagen. [[Beleg van Doornik (1566-1567)|Doornik]] was daarvoor al gevallen en [[Beleg van Valencijn (1567)|Valenciennes]] viel tien dagen na de slag. De rust was hersteld en van godsdienstvrijheid kon geen sprake meer zijn. Egmont en Horne legde Margaretha de eed van trouw af. Oranje, Brederode en andere vooraanstaande edelen voorzagen dat zij als een opstandeling gezien zouden worden en om streng optreden te voorkomen, weken zij uit naar Duitsland. Voor even leek het alsof de opstand voorbij was.<ref>{{Aut|Israel, J.I.}}, ''De Republiek'' blz. 164</ref>
 
===Onderdrukking onder Alva===