Tachtigjarige Oorlog: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 27:
[[Bestand:Habsburg Map 1547.jpg|thumb|In groen het Habsburgse Rijk onder [[Keizer Karel V|Karel V]] in 1547.]]
 
De [[Lage Landen]], het hedendaagse [[Nederland]], [[België]] en [[Luxemburg]] bestond begin 16e eeuw uit een verzameling van landenvorstendommen waarvan de macht verdeeld was over afzonderlijke heersers. Van enige samenhang tussen deze landen was toen nog geen sprake. Het lukte [[keizer Karel V]] in de loop van de 16e eeuw al deze landen, met uitzondering van Luik, door vererving, huwelijken en verovering in handen te krijgen. De enige overeenkomst die deze landen, ook de [[Zeventien Provinciën]] genaamd, hadden, was de [[landsheer]] die zij deelden. De inwoners van de landen voelden dan ook geen enkele binding met andere landen in deze verzameling. Zij identificeerden zich voornamelijk met de eigen stad of streek en ten hoogste met het eigen gewest.<ref>{{aut|Deursen, A. Th.}} (2006): ''De last van veel geluk. Geschiedenis van Nederland 1555-1702'', blz. 13-14</ref> Karel V was hoofd van het machtigste imperium en naast landsheer van de Nederlandse vorstendommen ook keizer van het [[Heilige Roomse Rijk|Roomse Rijk]] en koning van Spanje en al zijn koloniën.
 
De landsheer wilde van deze onsamenhangende zeventienNederlandse provinciënvorstendommen, ook [[Zeventien Provinciën]] genoemd, een sterke staat maken dat centraal bestuurd zou worden. Doordat de landenprovincies een lange traditie van autonomie kenden, hadden ze allen verschillende gebruiken, [[Privilege (recht)|privileges]] en wetgeving. Om eenmeer samenhang te smedencreëren op bestuurlijk en gerechtelijk gebied was een proces gaande om bepaalde bevoegdheden bijvan de landenprovincies wegin te halenperken en deze te [[centralisme|centraliseren]]. Dit leidde tot felle protesten van de vertegenwoordigende instellingen van steden en standen in de gewesten.<ref>{{aut|Blom, DitJ.C.H.}} leiddeen regelmatig{{aut|Lamberts, totE.}} botsingen(2013): tussen''Geschiedenis de centrale regering in Brussel envan de landenNederlanden'', omdatblz. bij centralisatie dikwijls verworven privileges werden ingeperkt.95-98</ref>
 
Een andere wens van de landsheer was het opleggen van belastingen zodat hij zijn macht kon uitbreiden. Het opleggen van belastingen kon de landsheer niet zelfstandig aangezien het toekennen van geld ook een privilege was van de landen. Bij het verlenen van geld werden door de landen vaak allerlei eisen gesteld over de besteding ervan. Die eisen konden weer het proces van meer centralisatie in de weg zitten. Door kostbare oorlogen en toenemende [[bureaucratie]] zat de landsheer erg om steeds meer geld verlegen, maar tot het instellen van een centraal opgelegde belasting was hij nog niet in staat geweest.<ref>{{aut|Blom, J.C.H.}} en {{aut|Lamberts, E.}} (2013): ''Geschiedenis van de Nederlanden'', blz. 95-96, 104</ref>
 
Hoewel het [[katholicisme]] de enig toegestane religie was, vonden de ideeën van de [[reformatie]] ook in de Lage Landen aanhang. De landsheer duldde geen afwijking in de eenheidsgedachte en protestanten werden hierom overal vervolgd. Desondanks verspreidde de Hervorming na 1550 versneld, maar ook de vervolging nam toe.<ref>{{aut|Blom, J.C.H.}} en {{aut|Lamberts, E.}} (2013): ''Geschiedenis van de Nederlanden'', blz. 104</ref> Meer onrust ontstond toen het vanaf 1540 ook economisch achteruit ging.
 
In 1555 trad de toenmalige landsheer Karel V af. Heten het enorme rijk dat hij achterliet, werd verdeeld tussen zijn zoon [[Filips II van Spanje|Filips II]] en zijn broer [[Keizer Ferdinand I (1503-1564)|Ferdinand]]. [[Spanje]], de [[Nieuwe Wereld]] en de Nederlanden gingen naar Filips, Ferdinand kreeg de [[Habsburgse erflanden|Oostenrijkse landen]] en de keizerskroon.
 
== Toenemende spanningen ==