Vrede van Brest-Litovsk: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Hannes Karnoefel (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 25:
Dit betekende het einde van de deelname aan de [[Eerste Wereldoorlog]] voor de bolsjewistische RSFSR. De RSFSR sloot deze vrede tot grote woede van zijn, nu voormalige, [[entente|westerse bondgenoten]]. [[Leon Trotski]], die namens de RSFSR mee onderhandelde, kreeg van [[Vladimir Lenin]] de opdracht over de hele lijn toe te geven. Lenin wilde de Eerste Wereldoorlog zo snel mogelijk beëindigen en de socialistische revolutie veiligstellen: volgens (zijn interpretatie van) [[marxisme|Marx' leer]] zou de revolutie zich spoedig uitbreiden naar de geïndustrialiseerde landen, en dan zou het te sluiten verdrag niet meer ter zake doen.
 
=== Achtergronden verdrag ===
Lenin en Trotski wilden oorspronkelijk de onderhandelingen zolang mogelijk vertragen zodat de [[Wapenstilstand van 15 december 1917|oorspronkelijke wapenstilstand]] van vier weken langer van toepassing zou blijven en zonder dat men een 'definitief vredesverdrag' hoefde af te sluiten. Rond [[Kerstmis]] 1917 echter werden de Centralen steeds meer geïrriteerd over de vertragingen. De Centralen eisten nu onmiddellijke afscheiding van [[Polen]] en de Duitse annexatie van [[Litouwen]]. De bolsjewisten waren het aanvankelijk onderling niet eens hoe daarop te reageren. Op de vergaderingen van het bolsjewistische partijbestuur op 8 en 11 januari stonden drie kampen tegenover elkaar: Het kamp rond [[Nikolaj Boecharin]] met zijn plan tot een [[guerrillaoorlog]] tegen de Centralen verkreeg de steun van 32 leden op een totaal van 63. Het kamp van Trotski bestond uit 16 leden met de leuze “''noch oorlog, noch vrede''”, wat inhield dat de Russische delegatie eenzijdig zou beweren dat de oorlog was beëindigd, maar tegelijkertijd zou weigeren om het vredesverdrag – met de door Duitsland geëiste annexaties – te ondertekenen. Lenin en zijn veertien medestanders wilden dat het verdrag wel zou worden getekend. De fractie van Trotski en de fractie van Lenin werkten nu samen om het plan van Boecharin tegen te houden, doordat de fractie van Lenin het plan van Trotski steunde. Trotski wist hiermee nog drie weken lang de onderhandelingen te rekken.<ref name="FigesXI">Orlando Figes: ''Tragedie van een volk: De Russische Revolutie 1891 - 1924''; 1996; tweede druk 2008; hoofdstuk XI; sectie 4.</ref>
 
Op 9 februari stuurde de Duitse keizer een [[telegram (telegrafie)|telegram]] waarin geëist werd dat de volgende dag het vredesverdrag door de communisten ondertekend moest worden, anders zou de oorlog aan het oostfront worden hervat. De volgende dag weigerde Trotski dit te doen. Op 16 februari verklaarden de Centralen dat op 18 februari de wapenstilstand zou eindigen. Op 17 februari kwam het centraal comité van de bolsjewistische communisten bijeen, waarbij veel bestuursleden afwezig waren. Lenin stelde voor om het vredesverdrag te ondertekenen, maar dit werd afgewezen met vijf stemmen voor ondertekening en zes stemmen tegen. Op 18 februari begon de Duitse opmars. Bij de vergadering in de ochtend van 18 februari bracht Lenin weer een resolutie in om het verdrag te ondertekenen, maar Lenin kreeg opnieuw geen meerderheid. Bij de stemronde van die middag echter, verkreeg Lenin de meerderheid om het verdrag te ondertekenen met zeven stemmen voor en vijf stemmen tegen doordat Trotski naar de fractie van Lenin was overgestapt. Lenin stuurde een telegram naar [[Berlijn]] met de opmerking dat het verdrag werd aanvaard, maar de Duitsers lieten een aantal dagen niks van zich horen en bleven doorgaan met het offensief. Op 23 februari stuurden de Duitsers een telegram en gaven aan dat ze strengere eisen stelden. Tussen 18 en 23 februari was het [[front (oorlog)|front]] ongeveer 250 kilometer opgeschoven door het Duitse offensief. De Duitsers eisten dat zij de gebieden die ze inmiddels hadden veroverd zouden behouden, en dat Oekraïne en de Baltische Staten onder Duitse invloed zouden komen. Lenin wilde deze eisen inwilligen, maar stuitte op verzet uit het communistische centraal comité. Lenin dreigde om af te treden als het vredesverdrag niet zou worden ondertekend. In reactie hierop onthielden Trotski en enkele andere bestuursleden zich van stemming, zodat Lenin een meerderheid verkreeg voor ondertekening van het vredesverdrag.<ref name="FigesXI"/>
 
=== Ondertekening vredesverdag ===
Volgens de uiteindelijke bepalingen van het verdrag werden grote stukken land en kapitaal aan Duitsland afgestaan. Duitsland werd voortaan beschermd door een keten van [[satellietstaat|satellietstaten]] in het oosten. Deze staten, de Baltische staten, Finland, Polen en [[Oekraïne]] (wat de belangrijkste was), waren economisch van Duitsland afhankelijk en met Rusland verplicht tot leveranties van grondstoffen aan Duitsland. Met dit verdrag verloor Rusland 34% van zijn bevolking (55 miljoen mensen), 32% van zijn landbouwgrond, 54% van de industrieondernemingen en 89% van de kolenmijnen.<ref>Orlando Figes: ''Tragedie van een volk: De Russische Revolutie 1891 - 1924''; 1996; tweede druk 2008; blz. 674.</ref>
 
== Gevolgen ==
Voor Duitsland betekende dit verdrag het einde van de tweefrontenoorlog. Manschappen kwamen vrij, zodat Duitsland in de zomer van 1918 de ''[[Lenteoffensief|Kaiserschlacht]]'' kon inzetten tegen de westelijke geallieerden. Voor de Russische communisten was dit een bittere pil. Lenin en Trotski betoogden echter dat anders "de revolutie ten onder zou gaan in een vloed van Duitse legers"; zou de revolutie in Rusland eenmaal veiliggesteld zijn, dan zou die zich "onherroepelijk" uitbreiden over de rest van Europa.
 
De geallieerden bleven dit de communisten kwalijk nemen en zagen bovendien deze "ideologie van de wereldrevolutie" als uiterst gevaarlijk. In de daaropvolgende jaren zouden zij trachten de communisten ten val te brengen door de ''[[witten (leger)|witten]]'' in de [[Russische Burgeroorlog]] te steunen.