Jozef Cardijn: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Labels: Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele website
Regel 18:
 
==Leven en werk==
Cardijn was afkomstig uit een middenstandsfamilie uit [[Halle (Vlaams-Brabant)|Halle]]. Zijn vader, Hendrik Cardijn, was eerst conciërge en koetsier, en legde zich later toe op de handel in steenkool. Zijn moeder, Louise Van Dalen, was een diepgelovige vrouw die haar vier kinderen in dezelfde geest opvoedde.
 
Cardijn studeerde in 1901 af aan het Klein Seminarie in [[Mechelen (stad)|Mechelen]] en werd aldaar in 1906 tot priester gewijd door [[Désiré-Joseph Mercier|aartsbisschop Mercier]]. Hij kreeg de toestemming om verder Politieke en Sociale wetenschappen te studeren aan de [[Katholieke Universiteit Leuven]], bij onder meer [[Simon Deploige]] en [[Victor Brants]]. Na een jaar van studie waarin hij in contact kwam met de arbeidersbeweging, werd hij door Mercier benoemd tot leraar in het Kleinseminarie van [[Waver (België)|Neerwaver]].
Regel 27:
 
In 1940 telden de vier takken van de christelijke arbeidersjeugd (KAJ, VKAJ, JOC en JOCF) al 148 [[Propaganda (communicatie)|propagandisten]] en 34 bedienden, goed voor 66.000 aangesloten jongeren.
 
Tijdens de [[Tweede Wereldoorlog]] werd Cardijn in juni 1942 samen met zijn hulpaalmoezenier en de voorzitters van KAJ en JOC opgepakt, en gedurende drie maanden gevangengezet. Na die oorlog bouwde hij zijn beweging internationaal uit (in 80 verschillende landen). Zo kwam er een ''Internationaal Bureau voor de Christelijke Arbeidersjeugd'', de latere ''Internationale Kristelijke Arbeidersjongeren'' (YCW). In 1945 maakte Cardijn een eerste reis naar [[Latijns-Amerika]].
 
In 1957 volgde een eerste wereldcongres, in [[Rome (stad)|Rome]]. Daar werd Cardijn door de Heilige Stoel tot internationaal proost van de Internationale KAJ benoemd.
 
Cardijn bezat een groot [[retorica|retorisch]] talent. Hij sprak zijn publiek al roepend toe, hevig gesticulerend en sterk wervend. Af en toe beging hij in al zijn enthousiasme een flater, zoals die keer toen hij het had over de "miljoenen en miljoenen Luxemburgers".{{bron?|anecdote, liefst gestaafd door getuigenis|2014|07|21}}
 
In januari 1965 werd hij door [[paus Paulus VI]] benoemd tot titulair aartsbisschop van Tusuro en op 22 februari 1965 tot kardinaal gecreëerd.
 
Cardijn overleed op ruim 84-jarige leeftijd. [[Kardinaal Suenens]] ging voor in de begrafenisplechtigheid in de [[Nationale Basiliek van het Heilig Hart|basiliek van Koekelberg]], in aanwezigheid van [[Albert II van België|prins Albert]]. Hij werd begraven in de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Laken, waar ook de leden van de koninklijke familie hun laatste rustplaats hebben.