Luit: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Bewerkingen door 217.120.99.129 (overleg) teruggedraaid tot de laatste versie van Btouburg. Volgens Ana Vidović gitarist. Heeft u een bron voor die luit?
Regel 22:
De naam van het instrument is afgeleid van het Arabische "al ud", wat ''het hout'' of ''het stokje'' betekent. De benamingen in vrijwel alle Europese talen zijn afgeleid van deze oorspronkelijke benaming (vergelijk bijvoorbeeld [[Duits|de]]: ''Laute'', [[Engels|en]]: ''lute'', [[Frans|fr]]: ''luth'', [[Hongaars|hu]]: ''lant'', [[Italiaans (taal)|it]]: ''liuto'', [[Pools|pl]]: ''lutnia'' en [[Spaans|es]]: ''laud''). Het instrument is in [[Europa (werelddeel)|Europa]] en het [[Midden-Oosten]] verspreid via de [[Moren]] op het [[Iberisch Schiereiland]] en door deelnemers aan de verschillende [[kruistocht]]en.
 
In Europa maakte de luit een ontwikkeling door waarbij het aantal snaren werd uitgebreid. Tevens kreeg het instrument [[fret (muziek)|fretten]], waardoor het spelen van [[akkoord (muziek)|akkoorden]] werd vergemakkelijkt (maar het maken van de Arabische [[microtoon|microtonen]] niet meer mogelijk was). Vanaf circa 1500 kende de luit een grote bloei en werd er bijzonder veel muziek voor gecomponeerd. Bekende componisten zijn [[Francesco da Milano]] ([[1497]]-[[1543]]), [[John Dowland]] ([[1562]]-[[1626]]), verscheidene leden van de Gautier-dynastie ([[1575]]-[[1672]]) en [[Sylvius Leopold Weiss]] ([[1686]]-[[1750]]). In de Nederlanden waren [[Joachim van den Hove]] (1567-1620) en [[Nicolaes Vallet]] (±[[1583]]-±[[1645]]) de voornaamste componisten. Aan te bevelen zijn ook de [[Werken voor luit (J.S. Bach)]]. Zij worden gezien als een van de hoogtepunten van het luitrepertoire.
 
De luit wordt gekenmerkt door een bol klanklichaam, in de vorm van een overlangs doorgesneden ei, en een korte brede hals die bevestigd is aan het smalle eind van het klanklichaam. De stemknoppen zijn in een doorgaans achterovergeknikte knoppenkast aangebracht. De gebruikte materialen zijn zeer dun en bijgevolg is het instrument kwetsbaar. Een renaissance- of barokluit in ongerestaureerde, speelbare staat is een zeldzaamheid.