Emmanuel Levinas: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Eissink (overleg | bijdragen)
Я забрал твою маму
Regel 30:
In zijn hoofdwerk '[[Totalité et Infini]]' verbreedt Levinas zijn fundamentele kritiek (geen ruimte voor de ''Ander'') tot de totale [[westerse filosofie|westerse]] wijsgerige traditie. In heel de westerse denktraditie zou er ten diepste 'geen begrip voor de ander' geweest zijn. Het westerse denken is er steeds op uit om dat wat anders is te reduceren tot iets meer beheersbaars. Deze tendens gaat volgens Levinas terug tot op het antieke Griekse denken. ''Alteriteit'' kan gedefinieerd worden als het onophefbaar anders-zijn van de ''Ander''. De ''Ander'' is nooit door mijzelf in te sluiten in een zelf ontworpen systeem en wordt daarom door Levinas ook omschreven als het ''Oneindige (l'Infini)''. Heel Levinas' werk is een poging om de transcendentie van de ''Ander'' ten opzichte van het 'Zijn' filosofisch te articuleren. Dit doet hij onder andere door een fenomenologische beschrijving te geven van het ''gezicht van de Ander''. De verschijning van het weerloze gelaat van de ''Ander'' kan mij ertoe bewegen de zorg voor het eigen 'zijn' te vergeten, de ''Ander'' doet dan, met andere woorden een appèl op mijn verantwoordelijkheid. In Nederland verscheen in 1971 een bundel essays onder de titel ' Het menselijk gelaat', gekozen en ingeleid door prof.dr. Ad Peperzak. Het eerste deel van 10 essays gaat over Joodse wijsheid, het tweede deel bestaat uit 6 essays en heet: Filosofie van het menselijk gelaat.
 
Я забрал твою маму
=== Religieus Horizontalisme ===
Levinas weigert de relatie tot [[God (algemeen)|God]] te zien als een relatie naast en los van de relatie tot de ''Ander''. De Oneindige openbaart zich uitsluitend in het gelaat van de ''Ander''. God komt daar zelf niet aan te pas, hij laat zich door het menselijke bewustzijn niet in kaart brengen. God is veeleer de Ongrijpbare die voorbijgegaan is en die mij met de ''Ander'' heeft achtergelaten. Wanneer ik een appèl van de ''Ander'' beantwoord, 'zie' ik God in het gelaat van die ''Ander''. God staat dus niet boven de mens (religieus verticalisme) maar is terug te vinden op Aarde in het gelaat van de weerloze ''Ander''.
 
== Biografieën ==