De Vlaamsche Vlagge: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
link
Regel 6:
De eerste gangmakers waren [[Amaat Vyncke]] en [[Zeger Maelfait]], seminaristen van het [[Grootseminarie van Brugge]] en oud-studenten van het [[Klein Seminarie Roeselare|Klein Seminarie te Roeselare]], kort daarop versterkt met priester-leraars van dit Klein Seminarie o.a.[[Hugo Verriest]] en [[Alfons Van Hee]].
 
Vanaf 1876 werden enkele jongeren in de redactieraad opgenomen, zoals [[Albrecht Rodenbach]]. Tot in 1891 bleef het blad de eigendom van de ''Swighende Eede'', een groepje West-Vlamingen rond [[Hugo Verriest]].<ref>''De Swighende Eede'' was een geheim schrijversgenootschap van West-Vlaamse flaminganten, met Hugo Verriest als centrale en gedreven figuur. Het genootschap ontstond als reactie op de onderdrukking van de Blauwvoeterij en spiegelde zich ietwat aan de regels van de 'Gilde', gevormd door de Leuvense studenten van het Klein Seminarie van Roeselare, en van de vrijmetselarij. Zo had ''De Swighende Eede'' een eigen lied en de leden noemden zich Ridders. Alles baadde in een sfeer van romantische geheimzinnigheid. Naast ''De Vlaamsche Vlagge'' stond het groepje verder nog in voor ''De Nieuwe Tijd'' (christelijk-democratisch weekblad voor intellectuelen), ''[['t Manneke uit de Mane]]'' (volksalmanak) en enkele satirische studentenbladen. In 1889 bestond ''De Swighende Eede'' uit [[Hugo Verriest]], Aloïs Bruwier, Alfons Depla, [[Alfons Van Hee]], [[Emiel Lauwers]], Renaat Adriaens, [[Hendrik Persyn]] en Karel Blancke. Medestichter [[Amaat Vyncke]] was immers in 1888 overleden.</ref> Het blad was invloedrijk in de rooms-katholieke studentenbeweging.
 
Het tijdschrift hield op te bestaan in 1933.