Hendrik de Man: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 29:
 
== Levensloop ==
De Man stamde uit een Antwerpse familie van liberale en vrijzinnige kleinburgerij. Hij trad in 1902 toe tot de [[Internationale der Socialistische Jonge Wachten]] (ISJW), de jongerenorganisatie van de [[Belgische Werkliedenpartij|Belgische Werklieden Partij]] (BWP). InHij 1905werd vertrokonmiddellijk hij na mislukte studies in [[Brussel (stad)|Brussel]]secretaris en [[Gent]]redigeerde naarvan [[Leipzig]]1903 intot [[Duitsland]],1904 waarhet hijSJW-blad economie, psychologie, wijsbegeerte en geschiedenis''De studeerdeZaaier''.<ref>[http://hendrikdemantheater.ua.skynetblogsac.be/archivenevb/2008/08html/21/biografieMan,%20Hendrik%20de.html OverBiografie Hendrik De Man;] Vereniging Hendrikin de Man;[[Nieuwe 21 augustus 2008]</ref> In 1911 werd hij algemeen secretarisEncyclopedie van de [[Centrale voorVlaamse ArbeidersopvoedingBeweging]] (CAO).</ref>
 
In 1903-1904 studeerde hij natuurwetenschappen aan de [[Université Libre de Bruxelles|ULB]] en in 1904-1905 voor burgerlijk ingenieur aan de [[Rijksuniversiteit Gent]]. Ook in Gent engageerde hij binnen de Socialistische Jonge Wachten en was hij lid van de literaire studentenkring ''Jonge Krachten'' en de [[Vlaamse Beweging|Vlaamsgezinde]] studentenvereniging ''Ter Waarheid''. In de schoot van de SJW stichtte De Man een studiekring, waarin hij lezingen gaf over Vlaamse letterkunde en de Vlaamse Beweging. In 1907 was De Man medeoprichter van de ''Vlaamsche Federatie der Socialistische Jonge Wachten'', waarvan hij tot de [[Eerste Wereldoorlog]] de officieuze politieke leider was.
In juli 1914 maakte hij in [[Parijs]] als tolk de besprekingen tussen Franse en Duitse socialisten mee en was getuige van de vredesinspanningen van [[Jean Jaurès]]. Toen de [[Eerste Wereldoorlog|oorlog]] niettemin uitbrak, nam hij dienst als vrijwilliger in het Belgische leger. Zijn legertijd werd tweemaal onderbroken, de eerste maal om met Vandervelde en de Brouckère de jonge [[Sovjet-Unie]] als verbondene in de oorlog te houden; de tweede maal om als lid van een regeringsdelegatie de arbeidsmethodes in de [[Verenigde Staten]] te bestuderen (Au pays du Taylorisme). Hij verbleef tot 1921 in Noord-Amerika. Bij zijn terugkeer werd hij directeur van de pas opgerichte Arbeidershogeschool. Uit protest tegen de [[Vrede van Versailles (1919)|Vrede van Versailles]] ging hij in 1922 terug naar Duitsland, waar hij sociale psychologie doceerde aan de [[universiteit van Frankfurt]] en de Akademie der Arbeit van deze instelling. In 1926 verscheen "Die Psychologie des Sozialismus" en in 1933 "Die sozialistische Idee", zowel een kritiek op het [[marxisme]] als een aanzet tot het [[planisme]].
 
Begin 1905 belandde hij een periode in de gevangenis wegens incidenten bij een solidariteitsactie voor de [[Revolutie van 1905|Russische Revolutie]]. Na zijn vrijlating gaf hij zijn studies op en trok hij naar [[Leipzig]] in [[Duitsland]], waar hij economie, psychologie, wijsbegeerte en geschiedenis studeerde.<ref>[http://hendrikdeman.skynetblogs.be/archive/2008/08/21/biografie.html Over Hendrik De Man; Vereniging Hendrik de Man; 21 augustus 2008]</ref> De Man was er eveneens correspondent van de ''Leipziger Volkszeitung'', het toonaangevende [[marxisme|marxistische]] dagblad in Europa. In diezelfde periode had hij contacten met diverse boegbeelden van het marxisme, zoals [[Karl Liebknecht]], met wie hij in 1907 de Socialistische Jeugdinternationale stichtte. De Man bleef er de internationale secretaris van tot 1909.
De BWP, die in moeilijkheden zat, vroeg De Man in 1932 om terug naar België te keren en de BWP te redden. Hij was als marxist dan ook een felle tegenstander van het visieloze [[Reformisme|reformistische]] karakter dat de BWP aannam en dat volgens hem de reden was voor de BWP-crisis.
 
In 1910 keerde hij terug naar België en in 1911 werd hij algemeen secretaris van de [[Centrale voor Arbeidersopvoeding]] (CAO). Ook werd hij medewerker van het linkse tendensblad ''La Lutte des Classes'' en publiceerde hij samen met [[Louis de Brouckère]] kritische beschouwingen over het Belgische [[reformisme]] in ''Die Neue Zeit''.
 
In juli 1914 maakte hij in [[Parijs]] als tolk de besprekingen tussen Franse en Duitse socialisten mee en was getuige van de vredesinspanningen van [[Jean Jaurès]]. Toen de [[Eerste Wereldoorlog|oorlog]] niettemin uitbrak, nam hij dienst als vrijwilliger in het Belgische leger. Tegen het einde van de oorlog was hij officier. Zijn legertijd werd tweemaal onderbroken, de eerste maal in april 1917 om met [[Emile Vandervelde]] en Louis de Brouckère de jonge [[Sovjet-Unie]] als verbondene in de oorlog te houden; de tweede maal om korte tijd later als lid van een regeringsdelegatie de arbeidsmethodes in de [[Verenigde Staten]] te bestuderen (Au pays du Taylorisme). Hij verbleef tot 1921 in Noord-Amerika. Bij zijn terugkeer werd hij directeur van de pas opgerichte Arbeidershogeschool. Uit protest tegen de [[Vrede van Versailles (1919)|Vrede van Versailles]] ging hij in 1922 terug naar Duitsland, waar hij sociale psychologie doceerde aan de [[universiteit van Frankfurt]] en de Akademie der Arbeit van deze instelling. In 1926 verscheen "Die Psychologie des Sozialismus" en in 1933 "Die sozialistische Idee", zowel een kritiek op het [[marxisme]] als een aanzet tot het [[planisme]].
 
Bij zijn terugkeer werd hij directeur van de pas opgerichte Arbeidershogeschool in [[Ukkel]]. Uit protest tegen de [[Vrede van Versailles (1919)|Vrede van Versailles]] ging hij in 1922 terug naar Duitsland, waar hij sociale psychologie doceerde aan de [[universiteit van Frankfurt]] en de Akademie der Arbeit van deze instelling. In 1926 verscheen "Die Psychologie des Sozialismus" en in 1933 "Die sozialistische Idee", zowel een kritiek op het [[marxisme]] als een aanzet tot het [[planisme]]. Toen de [[nazisme|nazi's]] aan de macht kwamen, werd hij in september 1933 geschorst als docent.
 
De BWP, die in moeilijkheden zat, vroeg De Man in 1932 om terug naar België te keren en de BWP te redden. Hij was als marxist dan ook een felle tegenstander van het visieloze [[Reformisme|reformistische]] karakter dat de BWP aannam en dat volgens hem de reden was voor de crisis binnen de partij. Hij ging het ''Bureau voor Sociaal Onderzoek'', de BWP-crisisstudiedienst, leiden.
 
Als dam tegen het toen opkomende [[fascisme]] werkte De Man een plan uit voor België: [[Plan van de Arbeid|Het Plan van de Arbeid]] - werd al snel het 'plan De Man' genoemd - voorzag in de installatie van een zogenaamde [[Centraal geleide economie|plansocialistische economie]].
Regel 44 ⟶ 52:
Als voorstander van een 'autoritaire democratie' wilde de Man de regering verlossen van het 'juk der partijen'. De verlammende invloed van partijen op de vlotte werking van de regering en de onophoudelijke kritiek van het parlement moesten ingedijkt worden, wilde de staat zijn machtig potentieel niet willen verliezen aan de vrije markt. Aldus voorzag het plan in [[legislatuurregering]]en en was de regering geen verantwoording meer verschuldigd aan het parlement. Het enige criterium waar de regering aan getoetst mocht worden was het al dan niet voldoen aan het [[algemeen belang]]. Dit algemeen belang kon volgens De Man eenduidig geïnterpreteerd worden.
 
Van 1935 tot 1936 was De Man minister van Openbare Werken, waarna hij van 1936 tot 1938 minister van Financiën was. Ook zetelde hij van 1936 tot 1946 als [[gecoöpteerd senator]] in de [[Senaat (België)|Senaat]]. Na het overlijden van Emile Vandervelde werd hij in mei 1939 verkozen tot partijvoorzitter van de BWP en eveneens hoofdredacteur van het Nederlandstalig partijmaandblad ''Leiding''. Nadat de Algemene Raad van de BWP hem in december 1939 niet meer volgde in zijn strikte neutraliteitspolitiek, raakte hij meer en meer geïsoleerd binnen de partij.
Onmiddellijk na de capitulatie van 28 mei 1940 publiceerde de Man zijn spraakmakende 'Manifest'. Daarin riep hij de socialisten op zich niet te verzetten tegen de bezetter, integendeel, volgens hem bood "de ineenstorting van een vermolmde wereld" nieuwe opportuniteiten en lag de weg open naar "Europese vrede en sociale rechtvaardigheid".<ref>Doom, R., Vrijheid en gelijkheid, Centrum voor politiek-wetenschappelijk onderzoek vzw, Gent, 1986, p. 210</ref> Tijdens de [[Tweede Wereldoorlog]] bleef hij dan ook met [[Leopold III van België|Leopold III]] in België. Getrouw aan de neutraliteitspolitiek van oktober 1936 ontplooide hij onder de bezetting een neutralistische, sociale en economische activiteit met opschorting van de politieke actie van de BWP. Toch bereidde hij, samen met zijn rechterhand [[Edgard Delvo]] en een groot deel van het socialistische kader, mee de oprichting voor van de [[Unie van Hand- en Geestesarbeiders]], een eenheidsvakbond van arbeiders en bedienden, aanvankelijk met instemming van de bezetter.
 
Onmiddellijk na de capitulatie van 28 mei 1940 publiceerde de Man zijn spraakmakende 'Manifest'. Daarin riep hij de socialisten op zich niet te verzetten tegen de bezetter, integendeel, volgens hem bood "de ineenstorting van een vermolmde wereld" nieuwe opportuniteiten en lag de weg open naar "Europese vrede en sociale rechtvaardigheid".<ref>Doom, R., Vrijheid en gelijkheid, Centrum voor politiek-wetenschappelijk onderzoek vzw, Gent, 1986, p. 210</ref> TijdensTerwijl de [[Tweedemeeste Wereldoorlog]]socialistische bleefleiders hijhet danland ookontvluchtten, metbleef [[LeopoldDe III van België|Leopold III]]Man in België. GetrouwHij aanbood dezijn neutraliteitspolitiekdiensten vanaan oktoberbij 1936koning ontplooide[[Leopold hij onder de bezetting een neutralistische, sociale en economische activiteit met opschortingIII van deBelgië|Leopold politieke actie van de BWP. Toch bereidde hij, samen met zijn rechterhand [[Edgard DelvoIII]] en een groot deel van het socialistische kader, meewas de oprichtingenige voorpoliticus vandie deaan [[Uniediens vanzijde Hand- en Geestesarbeiders]], een eenheidsvakbond van arbeiders en bedienden, aanvankelijk met instemming van debleef bezetterstaan.
 
Getrouw aan de neutraliteitspolitiek van oktober 1936 ontplooide hij onder de bezetting een neutralistische, sociale en economische activiteit met opschorting van de politieke actie van de BWP. Toch bereidde hij, samen met zijn rechterhand [[Edgard Delvo]] en een groot deel van het socialistische kader, mee de oprichting voor van de [[Unie van Hand- en Geestesarbeiders]], een eenheidsvakbond van arbeiders en bedienden, aanvankelijk met instemming van de bezetter.
 
=== Ballingschap en dood ===
Vlaamsgezinde [[collaborateur]]s en de bezetter begonnen evenwel wantrouwen te koesteren tegen zijn belgicistische aspiraties. In het voorjaar van 1941 werd hem een verbod opgelegd om publiek op te treden. Daarop trok hij zich terug in een Alpenhut in [[La Clusaz]] ([[Haute-Savoie]], Frankrijk). Na de [[Bevrijding van de Duitse bezetting in België|Bevrijding]] (van augustus 1944) vond hij met de steun van een socialistische medestander [[politiek asiel]] in Zwitserland. Op 12 september 1946 veroordeelde de [[krijgsraad]] hem [[bij verstek]] tot een gevangenisstraf van twintig jaar en tien miljoen [[Belgische frank|frank]] schadevergoeding voor zijn collaboratie tijdens de oorlog.<ref name="classiques">{{Citeer web |author=Jean-Marie Tremblay|url=http://classiques.uqac.ca/classiques/de_man_henri/de_man_henri_photo/de_man_henri_photo.html |title=Henri de Man, 1885-1953, Professeur à l’Université libre de Bruxelles, Député et ministre dans le parlement belge |taal=fr |publisher=Université du Québec à Chicoutimi|date=9 oktober 2006}}</ref> De Man bleef tot aan zijn dood in Zwitserland wonen. Vanaf 1947 was hij onder een schuilnaam ook medewerker voor het dagblad [[De Standaard]].
 
Op 20 juni 1953 kwamen hij en zijn vrouw om het leven toen hun auto nabij [[Murten]] door een trein werd gegrepen,<ref name="classiques" /> een dood die door zijn zoon Jan en door anderen als een mogelijke zelfmoord werd beschouwd.
Regel 107 ⟶ 119:
{{DEFAULTSORT:Deman, Hendrik}}
[[Categorie:Partijvoorzitter van de BWP]]
[[Categorie:BWP-politicus]]
[[Categorie:Belgisch senator]]
[[Categorie:Belgisch minister van Financiën]]
[[Categorie:Belgisch minister van Openbare Werken]]
[[Categorie:Belgisch persooncollaborateur in de Tweede Wereldoorlog]]