Kunstmatige intelligentie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geert1985 (overleg | bijdragen)
Classificatie
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 9:
Meer gedetailleerd, definiëren Andreas Kaplan en Michael Haenlein artificiële intelligentie als "het vermogen van een systeem om externe gegevens correct te interpreteren, om te leren van deze gegevens, en om deze lessen te gebruiken om specifieke doelen en taken te verwezenlijken via flexibele aanpassing." <ref>[https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0007681318301393 Kaplan Andreas; Michael Haenlein (2018) Siri, Siri in my Hand, who's the Fairest in the Land? On the Interpretations, Illustrations and Implications of Artificial Intelligence, Business Horizons, 62(1)]</ref> Lenend uit de managementliteratuur, classificeren [[Andreas Kaplan|Kaplan]] en Haenlein artificiële intelligentie in drie verschillende types van AI-systemen: analytisch, mens-geïnspireerd en vermenselijkte artificiële intelligentie. Analytische AI heeft enkel eigenschappen die consistent zijn met [[Cognitie|cognitieve]] [[intelligentie]] die een cognitieve voorstelling van de wereld genereert en die leren gebruikt op basis van vorige ervaringen om toekomstige beslissingen te beïnvloeden. Mens-geïnspireerde AI bevat elementen van cognitieve en [[emotionele intelligentie]], begrip, in aanvulling op cognitieve elementen, alsook menselijke emoties waarmee rekening wordt gehouden in het beslissingsproces. Vermenselijkte AI vertoont eigenschappen van alle types competenties (cognitieve, emotionele en sociale intelligentie), en is in staat zelfbewust te zijn in interacties met anderen.
 
Een vrij algemeen geaccepteerde test voor kunstmatige intelligentie is de [[turingtest]], geformuleerd door de Engelse wiskundige [[Alan Turing]], een van de vaders van de [[informatica]]. Deze komt erop neer dat als een [[computer]] iemand voor de gek kan houden en deze kan laten geloven dat hij een mens is, de computer intelligent moet zijn.
 
Deze visie kan tot het 'extreme' doorgevoerd worden, wat leidt tot het idee dat een kunstmatig intelligente entiteit het ultieme model van de mens is. In deze hoedanigheid heeft de AI veel te maken met de psychologie. Een andere visie is om alleen de 'goede' dingen van de mens te gebruiken en waar mogelijk dingen te verbeteren. Computers zijn in verschillende dingen, zoals wiskunde, een stuk beter dan mensen. Een menselijke intelligentie gecombineerd met de rekenkracht en opslagtechnieken van een computer overstijgt de menselijke intelligentie. Bij dergelijke artefacten is de mens als maat overduidelijk minder geschikt. Als dit het doel is dan relateert de AI zich weer meer met de informatica.