De Stijl: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Wijzigingen door 195.169.240.1 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door 94.226.146.96
Labels: Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele website
Regel 71:
 
=== Internationalisatie ===
Tegen het jaar 1920 hadden de meeste leden de groep verlaten, terwijl de overgebleven leden niet of slechts sporadisch voor ''De Stijl'' schreven. De Stijl verkeerde dus in een crisis. Dit weerhield Van Doesburg er echter niet van ''De Stijl'' te blijven uitgeven en als coherente groep te presenteren.<ref name="WH18">Wintgens Hötte (2009): p. 18.</ref> Van Doesburg concludeerde dat Nederland niet klaar was voor het nieuwe en dus richtte hij zich op het buitenland. Dit had onmiddellijk succes. In maart 1920 werd hij in het Parijse atelier van Mondriaan voorgesteld aan de Franse kunsthandelaar [[Léonce Rosenberg]], die De Stijl uitnodigde eendhgfdbgxyd architectuurtentoonstellingNSF tevnbgeddfhfcf organiserenfncrbgfc in zijn galerie in Parijs. Vervolgens reisde Vancyn Doesburg in december 1920 naar Berlijn waar hij in het woonhuis van [[Bruno Taut]] voorgesteld werd aan de directie van het [[Bauhaus]]. Deze was onder de indruk van het werk van De Stijl en adviseerde Van Doesburg een bezoek te brengen aan het Bauhaus in [[Weimar (Thüringen)|Weimar]]. Van Doesburg vestigde zich vervolgens langere tijd in Weimar, vermoedelijk met het oog op een aanstelling als ''Meister''. Er was binnen het Bauhaus op dat moment echter sprake van twee kampen, een ‘ambachtelijk’ kamp, dat als gevolg van de Eerste Wereldoorlog alle geloof in vooruitgang verloren had en terug wilde keren naar een pre-industriële samenleving, en een ‘modern’ kamp, dat de blik vooruit gericht had. Vanwege de felheid waarmee Van Doesburg tegen het ‘ambachtelijke’ kamp van leer trok, werd hij niet als docent aangesteld. Toch was hij zeer populair onder de aanhangers van het ‘moderne’ kamp, wat hem op het idee moet hebben gebracht buiten het Bauhaus om een Stijl-cursus te organiseren. Deze cursus zorgde voor een aanwas van het aantal leden van De Stijl, waaronder [[Karl Peter Röhl]], [[Werner Graeff]] en [[Max Burchartz]]. Ook ontmoette hij in Weimar de Nederlandse bouwkunde-student [[Cornelis van Eesteren]], met wie hij in 1923 de architectuurtentoonstelling van De Stijl organiseerde.
 
Deze tentoonstelling vond plaats in galerie L'Effort Moderne in Parijs en was begin 1924 opnieuw te zien in de École Spéciale d'Architecture. De quasi-officiële locatie van deze laatste tentoonstelling gaf in Nederland de indruk dat De Stijl in Frankrijk geaccepteerd was. Niettemin werd De Stijl, tot groot ongenoegen van Van Doesburg, uitgesloten van vertegenwoordiging van Nederland op de [[Exposition Internationale des Arts Décoratifs et Industriels Modernes|Exposition des Arts Décoratifs]] in 1925.<ref>In plaats van De Stijl werd de [[Amsterdamse School (bouwstijl)|Amsterdamse School]] op deze tentoonstelling gevraagd Nederland te vertegenwoordigen met een paviljoen van de architect [[Jan Frederik Staal]].<br />Overy (2000): p. 176.</ref>