Geloof (religieus): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 3:
 
== Herkomst van de term ==
Het Nederlandse woord geloof is vaak een vertaling van het [[Grieks]]e [[zelfstandig naamwoord]] πίστις, ''pistis'', met de fundamentele betekenis van "[[Trouw (ethiek)|trouw]], vertrouwen". Het bijbehorende [[werkwoord]] is πιστεύω, ''pisteuo'', "ik ben trouw, ik vertrouw". Oorspronkelijk bedoeld was: "Ik vertrouw op ..., ik bind mijn bestaan ​​..., ik ben trouw aan ...". Het woord richt zich daarom op vertrouwen, gehoorzaamheid, trouw (zie: [[belofte]], [[verloving]]), trouw.
 
Het Latijnse woord ''credere'' (van ''cor dare'': "geven / doneren van het hart") is direct verwant aan de oude [[Indogermaans]]e [[Radix (taalkunde)|wortel]] ''sraddha-'' ("geloven") en is een zeer oude verbaalsamenstelling. De componenten betekenen "hart" en "zetten, plaatsen, leggen", dus samengevoegd zoiets als "leglegt zijn hart op iets".
 
== Geloof in het christendom ==