Johan van Nassau-Idstein: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Link gecorrigeerd |
k Kleine correcties |
||
Regel 51:
=== Graaf van Nassau-Idstein ===
Johan volgde in 1627 zijn vader op samen met zijn broers [[Willem Lodewijk van Nassau-Saarbrücken|Willem Lodewijk]], [[Ernst Casimir van Nassau-Weilburg|Ernst Casimir]] en [[Otto van Nassau-Neuweilnau|Otto]]. Willem Lodewijk trad op als [[Regent (bestuurder)|regent]] voor zijn broers Ernst Casimir en Otto. Johan verkreeg in 1629 bij een eerste deling Idstein.<ref name="huberty" /><ref name="medlands" /> Kort daarna werd het bezit van de broers bedreigd door het [[Restitutie-edict (1629)|restitutie-edict]] van 2 maart 1629, toen de [[keurvorst]]en van [[Keurvorstendom Mainz|Mainz]] en [[Keurvorstendom Trier|Trier]] aanspraak maakten op de sinds het [[Verdrag van Passau]] (1552) geconfisqueerde kerkgoederen.
Op 7 juli 1629 besliste het [[Rijkskamergerecht]] in het geschil tussen [[Opper-Lotharingen|Lotharingen]] en Nassau dat stad en kasteel [[Sarrewerden|Saarwerden]], [[Bouquenom|Bockenheim]] en [[Vibersviller|Wiebersweiler]] als [[Leen (feodalisme)|lenen]] van [[Prinsbisdom Metz|Metz]] aan Lotharingen gegeven zouden moeten worden; de rest van het [[graafschap Saarwerden]] zou bij Nassau moeten blijven. De hertog van Lotharingen nam echter onmiddellijk bezit van het hele graafschap Saarwerden en de [[Voogd (feodalisme)|voogdij]] [[Herbitzheim]]. Willem Lodewijk begaf zich naar de [[vorstendag]] te [[Regensburg (stad)|Regensburg]] en verkreeg op 23 juli 1631 de keizerlijke
Johan stond in 1631, samen met zijn broer Willem Lodewijk, hun gezamenlijk deel (¼) van de ''[[Esterau]]'' af aan
=== Dertigjarige Oorlog ===
In de [[Dertigjarige Oorlog]] (1618-1648) had Lodewijk II een voorzichtige [[Neutraal land|neutraliteit]] gehandhaafd, die knellende [[inkwartiering]]en in zijn bezittingen echter niet voorkomen kon. Toen koning [[Gustaaf II Adolf van Zweden]] aan het einde van het jaar 1630 naar de [[Rijn]] kwam, stelden Johan en zijn broers zich te zijner beschikking en verklaarden daarmee de oorlog aan hun keizer. Nadat koning Gustaaf Adolf op 16 november 1632 was gesneuveld, verbonden de drie graven zich op de bijeenkomst van de protestantse [[Stand (maatschappelijk)|standen]] in [[Heilbronn (stad)|Heilbronn]] met de Zweedse [[rijkskanselier]] [[Axel Oxenstierna]].
Op 5 september 1633 ondertekende Johan een verbond met [[Koninkrijk Frankrijk|Frankrijk]] tegen de keizer. Op 7 juni 1634 bezegelde Willem Lodewijk dat verbond. Na de overwinning van
Johan verbleef tussen 1634 en 1646 in [[ballingschap]] te [[Straatsburg]] gedurende welke periode de keizer zijn gebieden verdeelde tussen de [[Graafschap Schwarzburg|vorst van Schwarzburg]] en de keurvorst van Mainz.<ref name="huberty" /><ref name="medlands" /> Johan verkreeg in 1646 bij zijn terugkeer in Duitsland zijn bezittingen terug.<ref name="huberty" />
=== Na de oorlog ===
Johan ging in 1651 met zijn broer Ernst Casimir en hun neven [[Johan Lodewijk van Nassau-Ottweiler|Johan Lodewijk]], [[Gustaaf Adolf van Nassau-Saarbrücken|Gustaaf Adolf]] en [[Walraad van Nassau-Usingen|Walraad]] over tot een nieuwe verdeling, waarbij zij gezamenlijk bleven bezitten [[Kasteel Nassau|Nassau]], [[Bad Ems|(Bad) Ems]],<ref>Huberty et al. (1981): Het bezit van Ems was theoretisch want het is evident dat Ems sinds 1255 gezamenlijk bezit van het huis Nassau was en dat de Ottoonse Linie het in 1404 gedeeld had met Hessen (zie ''Handbuch der historische Stätten Deutschlands'' V, 23 en Spielmann, p. 112).</ref>
[[File:IdsteinSchloss120802.jpg|thumb|left|Slot Idstein]]
[[File:Unionskirche Idstein.JPG|thumb|left|De Uniekerk te Idstein]]
Toen in 1653 zijn oudste zoon, [[Gustaaf Adolf van Nassau-Idstein|Gustaaf Adolf]], katholiek werd, verstootte Johan hem. In de periode 1655-1663 was Johan
De voogd van de pas twaalfjarige opvolger [[George August Samuel van Nassau-Idstein|George August Samuel]] werd [[Johan Casimir van Leiningen]].<ref>Dit wordt vermeld in het artikel over Johan op de [[w:de:Johann (Nassau-Idstein)|Duitstalige Wikipedia]]. In het artikel over zijn zoon en opvolger George August Samuel op de [[w:de:Georg August (Nassau-Idstein)|Duitstalige Wikipedia]] wordt de voogd echter Johan Caspar van Leiningen-Dachsburg genoemd.</ref> In zijn “Politiek Testament” beschreef Johan het heersersambt als een taak waarvoor een heerser later rekenschap voor God moet afleggen.
|