Utrecht (stad): verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→Afbeeldingen: minus debbelop |
→Geschiedenis: red. |
||
Regel 61:
[[Bestand:Stadsrechten Utrecht oorkonde 1122 bron Utrechts Archief.jpg|{{largethumb}}|Oorkonde van 2 juni 1122 met bevestiging door [[keizer Hendrik V]] van het door de Utrechtse bisschop [[Godebald]] aan Utrecht verleende [[stadsrechten|stadsrecht]]]]
Op 2 juni
Vanaf de twaalfde eeuw werd de macht van naburige vorsten groter, terwijl die van de Utrechtse bisschop afnam. Gedurende de hele Middeleeuwen hebben vooral [[Graafschap Holland|Holland]] en [[Graafschap Gelre|Gelre]] geprobeerd delen van het Sticht in te lijven. Binnen de stad ontstonden twee overheersende partijen, waarvan de een pro-Holland was en de ander pro-Gelre. Eeuwenlang hebben deze partijen elkaar te vuur en te zwaard bestreden. Herhaaldelijk kan gerust gesproken worden van [[burgeroorlog]] binnen de stadsmuren.
Regel 69:
In 1304 deden de [[Gilde (beroepsgroep)|gilden]] een succesvolle greep naar de macht, en zij zouden tot 1528 een grote rol in het stadsbestuur blijven spelen. Met het graven van de [[Nieuwegracht (Utrecht)|Nieuwegracht]] eind veertiende eeuw was het stratenpatroon binnen de stad grotendeels voltooid en het stadsgebied raakte grotendeels volgebouwd. Opvallend is het grote aantal [[gasthuis|gasthuizen]] (opvanghuizen voor behoeftigen) dat in deze eeuw ontstond. Een prestigeproject in de veertiende eeuw was de bouw van de Domtoren, een van de hoogste torens die tot dan toe waren gebouwd.
De dreiging van de buurstaten van het Sticht bleef groot, en bewoners van het Nedersticht dwongen de bisschop in
[[Bestand:Panorama Droochsloot.jpg|thumb|left|300px|17e-eeuws uitzicht over Utrecht, door [[Joost Cornelisz. Droochsloot|Droochsloot]]]]
In de zestiende en zeventiende eeuw speelde Utrecht met zijn [[Utrechtse School (schilderkunst)|Utrechtse School]] ook een belangrijke rol in de Nederlandse [[schilderkunst]]. Bekende schilders waren de [[renaissance]]schilder [[Jan van Scorel]], de "[[maniërisme|maniëristen]]" [[Joachim Wtewael]], [[Abraham Bloemaert]] en [[Paulus Moreelse]], de "[[Utrechtse caravaggisten]]" [[Hendrick ter Brugghen]], [[Gerard van Honthorst]] en [[Dirck van Baburen]], de "[[Italianisanten]]" [[Cornelis van Poelenburch]], [[Jan Both]] en [[Jan Baptist Weenix]].
|