Vierde Engels-Nederlandse Oorlog: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 34:
De Nederlandse marine was numeriek in de minderheid. Al in de winter van 1781 werd duidelijk dat de oorlog op een ramp voor de Republiek zou uitlopen. Alleen al in januari 1781 werden 200 Nederlandse koopvaardijschepen opgebracht. In februari 1781 veroverde de Engelse [[admiraal]] [[George Rodney, 1st Baron Rodney|George Rodney]] (1718-1792) het gewraakte eiland [[Sint Eustatius]]. Tot het enige grotere zeegevecht van de oorlog kwam het op 5 augustus 1781 in de [[Slag bij de Doggersbank (1781)|slag bij de Doggersbank]]. Dit gevecht eindigde onbeslist. In de daaropvolgende maanden ontweek de Nederlandse vloot verdere gevechten. Hierdoor kwam het tot een feitelijke zeeblokkade van de Republiek. De zeeroute naar de [[Oostzee]] was bijvoorbeeld gesloten.
 
In de rest van de wereld veroverden de Britten de West-Afrikaanse bezittingen van de [[Nederlandse West-Indische Compagnie|WIC]], evenals een aantal kolonies van de [[Verenigde Oost-Indische Compagnie|VOC]]. Ook Kaapstad bleef niet ongedeerd. Onderweg om die kolonie aan te vallen, vielen de Engelsen de Saldanhabaai binnen, waar een aantal VOC-schepen lagenlag te wachten om uit zicht van de Engelse vloot te blijven.<ref> Zie het (Engelstalige) verloop van die strijd op [https://en.wikipedia.org/wiki/Battle_of_Saldanha_Bay_(1781) Battle of Saldanha Bay].</ref>
 
De economische schade voor Nederland was zeer groot. Het conflict leidde wel tot een nieuw groot bouwprogramma voor oorlogsschepen.