Paus Pius XII: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 116:
Pius XII werd bij de aanvang van zijn pontificaat geconfronteerd met de dreigende oorlog. In een [[homilie]] op 9 april 1939 gaf hij aan wat de bedreigingen waren voor de wereldvrede: vijandschap tussen de mensen onderling, werkloosheid en de [[infiltratie (militair)|infiltratie]] van een bedorven leer die door list en verleiding vaste voet kon krijgen bij de grote massa.<ref>[http://www.rkdocumenten.nl/index.php?docid=2766 Homilie op het Hoogfeest van de Verrijzenis van onze Heer Jezus Christus]</ref>
 
In een ultieme poging het tij te keren gaf hij aan de pauselijke nuntius [[Cesare Orsenigo]] de opdracht de "[[Führer]]" te benaderen voor de organisatie van een vredesconferentie. Op 4 mei 1939 vervoegde de nuntius zich bij Hitler in diens buitenhuis het [[Berghof (Duitsland)|Berghof]] ([[Obersalzberg]], [[Berchtesgaden]]). Het voorstel luidde dat de grootmachten Frankrijk, Duitsland, het [[Verenigd Koninkrijk]], Italië en [[Polen]] bijeen zouden komen om eventuele geschillen op vreedzame wijze op te lossen. Volgens Orsenigo’s verslag was Hitler slechts matig geïnteresseerd en beloofde de nuntius het voorstel te bespreken met Mussolini.<ref name= "Biblio">''Biographisch-Bibliographisches Kirchenlexikon'', Cesare Orsenigo</ref> Hitler gaf echter tijdens het gesprek een indirecte oorlogsverklaring af door Orsenigo mee te delen dat Duitsland ten opzichte van Frankrijk al “onverslaanbaar uitgerust” was en dat ook aan de oostgrens met Polen de nodige maatregelen genomen waren.<ref name= "Biblio"/>
 
Op 24 augustus 1939, daags na de ondertekening van het [[Molotov-Ribbentroppact]] (het non-agressiepact tussen nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie), richtte Pius zich in een radiotoespraak<ref>Als schrijver van de toespraak werd monseigneur Montini genoemd, de latere [[paus Paulus VI]]</ref> tot alle gelovigen, waarin hij waarschuwde voor de ophanden zijnde oorlog. Centraal daarbij stond zijn oproep dat alleen gerechtigheid zou kunnen zegevieren en dat ''“de aardse rijken die niet gegrondvest zijn op de gerechtigheid door God niet worden gezegend”''. Verder voegde hij daar ook nog aan toe: "Niets wordt er verloren met de vrede. Alles kan verloren worden door de oorlog."<ref>[http://www.rkdocumenten.nl/index.php?docid=1521 Radiotoespraak van paus Pius XII op 24 augustus 1939]</ref>
 
Op 29 augustus 1939 zocht het Vaticaan contact met Benito Mussolini, waarbij de paus zijn dank uitsprak voor Mussolini’s inspanningen tot behoud van de vrede, maar hem tevens verzocht zich in te zetten voor het voorkomen van een gewapend conflict.<ref>''Pius XII and the Second World War'', p. 22</ref> Hoewel Mussolini bereid was deze rol op zich te nemen, kwam zijn vredesplan erop neer dat met name van Poolse zijde [[consessie (toegeving)|concessies]] gedaan moesten worden, iets waartoe Polen niet bereid ennoch in staat was.<ref>''Pius XII and the Second World War'', p. 23</ref>
 
Op 31 augustus ging vanuit het Vaticaan het laatste verzoek uit, gericht aan Duitsland en Polen, om vooral te streven naar een oplossing voor het ophanden zijnde conflict. Pius XII riep daarbij Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Italië op hem hierin te steunen.<ref>''Pius XII and the Second World War'', p. 24</ref> Vroeg in de ochtend van 1 september 1939 was de oorlog een feit door de inval van Duitsland in Polen.