Diureticum: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k leestekens, replaced: <sup>-</sup> → <sup>−</sup> met AWB
Vicinato (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 7:
Er bestaan vele diuretica, die op verschillende wijzen hun effect uitoefenen. Er kan een indeling worden gemaakt volgens verschillende criteria. De indeling zoals hieronder gebruikt is niet helemaal logisch maar in de praktijk wel gebruikelijk.
 
* [[Lisdiuretica]], die de terugresorptie van water in de [[lis van Henle]] tegengaan waardoor het volume van de urine toeneemt. Dat gebeurt door inhibitieremming van de Na/K/Cl-symporter. Voorbeelden: [[furosemide]], [[bumetanide]], ethacrynezuur.
* [[Thiazidediuretica]], die vooral op de renale tubulus hun effect uitoefenen met name het inhiberenremmen van de NaCl-symporter, waardoor het urinevolume eveneens toeneemt. Voorbeeld: [[chloorthiazide]]
* Kaliumsparende diuretica, die anders dan de eerste twee categorieën [[kalium]]ionen vasthouden; [[spironolacton]] ([[aldosteron]] [[Antagonist (biochemie)|antagonist]]), [[amiloride]] en [[triamtereen]] (inhiberenremmen beiden Na-kanalen).
* Osmotische diuretica, zoals [[mannitol]] worden wel gefilterd door het glomerulair apparaat maar worden nergens in de nier gereabsorbeerd, wat leidt tot een stijging van de osmolariteit van het filtraat. Hierdoor neemt de reabsorptie af en het urinevolume neemt dus toe.
* [[Koolzuuranhydrase]] [[inhibitor (biochemie)|inhibitorenremmers]], zoals [[acetazolamide]], wat het [[carboanhydrase]] remt in de [[proximale niertubulus]]. Dit leidt tot een remming van de reabsorptie van HCO<sub>3</sub><sup>−</sup>.
 
== Toepassing ==