Gebruiker:Kjalving/Kladblok: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 1.137:
*Zoals in [[#Bronnen van het tolerantiebegrip|Bronnen van het tolerantiebegrip]] uiteengezet kunnen er verschillende motieven zijn voor tolerantie. Wie tolerantie als morele plicht beschouwt maar tegelijkertijd iets wat hij tolereert op morele gronden afkeurt (polygamie bijvoorbeeld), is er sprake van een ''paradox van morele tolerantie''. Kennelijk is het voor hem moreel juist om iets wat hij als moreel onjuist beschouwt te tolereren. Uit deze paradox volgt dat er kennelijk een hiërarchie bestaat wordt beschouwd tussen de verschillende morele oordelen die iemand tegelijkertijd kan hebben.<ref name=horton>{{cite journal|language=en|last=Horton|first=John|url=https://www.researchgate.net/publication/313881163_Three_Apparent_Paradoxes_of_Toleration|title=Three apparent paradoxes of toleration|journal=Synthesis Philosophica|year=1994|edition=9(1)|pages=7-20|publisher=Hrvatsko filozofsko društvo|location=Zagreb}}</ref>
*De Britse filosoof John Horton beschreef in 1994 nog een andere paradox: hoe meer iemand moreel afkeurt, hoe toleranter hij kan zijn. Wie immers nauwelijks morele oordelen heeft, nauwelijks dingen afkeurt, heeft ook minder "mogelijkheden" om die te tolereren. Horton concludeert dat de mate van iemands tolerantie kennelijk niet alleen wordt bepaald door de mate waarin hij zaken tolereert, maar ook door de mate waarin hij dingen afkeurt.<ref name=horton/>
 
<!--
===Kliekjes===
 
 
 
 
 
 
 
 
"De rechtmatige macht van de regering strekt zich alleen uit tot daden die schadelijk voor anderen zijn. Maar ik ondervind er geen schade van als mijn buurman beweert dat er twintig goden zijn of dat er geen enkele bestaat. Zo iets rolt mijn zakken en breekt mijn been niet: ‘it neither picks my pocket nor breaks my leg’."
Thomas Jefferson
 
 
Ethiek
Plato's leerling [[Aristoteles]] ging zich in zijn [[Fysica (Aristoteles)|Fysica]] en vooral in zijn [[Metafysica (Aristoteles)|Metafysica]] richten op datgene wat onvergankelijk is: de werkelijkheid als geheel. Hij beoogde een algemene omschrijving van het gehele universum, waarin alle fundamentele soorten dingen worden vermeld waarvan we weten dat ze tot de inventaris van het heelal behoren, en tegelijkertijd onderzocht hij in hoeverre het waarschijnlijk is dat er zich nog andere fundamentele dingen bevinden waarvan we niet met zekerheid weten dat ze er zijn. Metafysica is dus een discipline die niet alleen de realiteit onderzoekt zoals die in onze ervaring gegeven is, maar de totaliteit van al het gegevene, met inbegrip van datgene wat deze eenheid construeert, de tijdloze en onveranderlijke vorming. Het onderzoeksvoorwerp (of denkobject) van de metafysica is het ''zijnde als zijnde'', dit wil zeggen elk zijnde in zijn verschil en tegelijk in zijn overeenkomst met al het andere. Volgens de metafysica is er niets, of het moet bestaan in de samenhang (of de relatie) met alles. Naast onderzoek omtrent de ''zijnden'' stelt de metafysica zich ook vragen naar het ''zijn'' zelf. Wat is ''zijn''; en waarom is er eerder iets dan niets? In zijn metafysica postuleert [[Aristoteles]] het filosofisch concept van de [[Onbewogen beweger]]. De wereld moet wel veroorzaakt zijn: als de wereld eindig is (qua tijd) en niet uit niets voortkomt, dan is er een externe oorzaak geweest; als deze oorzaak echter ook ontstaat en vergaat, voert de reeks verder naar een eerder wezen, tot in het oneindige. Daarom stelt hij dat de Beweger 'onbewogen' is: er is geen ontstaan en vergaan in dit wezen; ofwel: dit wezen transcendeert het tijdelijke.
 
-->
 
==Voetnoten, verwijzingen en bronnen==