Filologie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Jhoutsma (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Jhoutsma (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 4:
Een ''filoloog'' bestudeert de <!-- een (veelal [[dode taal|dode]])--> [[taalkunde|taal-]] en [[letterkunde]] van [[volk]]eren door middel van beschikbare [[schrift|geschriften]] in [[samenhang]] met de [[cultuurgeschiedenis]] van een volk. Door zorgvuldige studie tracht hij de context en oorsprong van woorden, zin en betekenis aan taaluitingen te verklaren, waarbij zijn lijfspreuk is ''ad fontes'': "(terug) naar de bronnen".
 
De term is in onbruik geraakt, omdat inIn sommige landen is het [[vakgebied]] tegenwoordig vaak ingebed is in het vakgebied van de [[taalwetenschap]]pen in het algemeen. Meer dan op het Europese vasteland is in het [[Angelsaksische landen|Engelse]] [[taalgebied]] het begrip ''philology'' bijna synoniem met de vakgebieden [[vergelijkende taalkunde|vergelijkende]] en [[historische taalkunde]].
 
In de [[klassieke oudheid]] werd de term ''filologie'' van toepassing geacht op alle [[wetenschap]]sbeoefening. In Europa brak de filologie als volwaardige wetenschap pas in de 19e eeuw volledig door. Dit volwassen worden gebeurde tegelijkertijd met het afsplitsen van een aantal andere vakgebieden die ook zelfstandigheid en specialisatie nastreefden, zoals [[archeologie]], [[paleografie]], [[etymologie]], [[mythologie]], en [[volkenkunde]]. In de wetenschap bestaat vaak een spanningsveld tussen filologen en systematici; de eersten verliezen zich soms in de details en hebben geen oog voor het grote geheel, de laatsten offeren de details op aan hun ''Weltanschauung''.